De geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen (NS) in vogelvlucht.
In 1937 werd de NV Nederlandse Spoorwegen opgericht. De overheid wilde een concentratie van het aantal spoorwegmaatschappijen. De wet trad op 1 januari 1938 in werking en betekende het einde voor de in Nederland actieve spoorwegmaatschappijen de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) en de Maatschapij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS).
De HIJSM en de SS waren in 1917 een samenwerkingsverband aangegaan. De bundeling van de twee maatschappijen in de nieuwe NV Nederlandse Spoorwegen (NS) vloeide hieruit voort.
De NS was officieel geen overheidsbedrijf maar een semi/overheidsbedrijf. De staat financierde echter wel de aanleg van spoorwegen en droeg vanaf 1938 ook de exploitatierisico’s. De NS werd een naamloze vennootschap met de Staat der Nederlanden als enig aandeelhouder.
Oorlogsjaren
Nederland werd in mei 1940 door de Duitse inval. Instructies voor vernietiging van gebouwen en locaties die niet in handen van de bezetter mochten komen, werden hierdoor in veel gevallen niet uitgevoerd. Wel werd een groot aantal spoorbruggen en stations door oorlogsgeweld vernield. De directie van de NS stond na capitulatie voor een belangrijke vraag: welke houding moet er aangenomen worden tegenover de Duitse bezetter?
Generaal Henri Winkelman had op 13 mei het uit handen van minister Steenberghe en uit naam van koningin en kabinet het regeringsgezag gekregen. Winkelman, op dat moment dus de hoogste autoriteit in Nederland, liet de NS-directie weten dat het bedrijf wat hem actief moest blijven ‘in belang van de bevolking’ en te werken ‘als goede vaderlanders’.
De NS bereikte in juni 1940 een principe-akkoord met de Duitsers. Afgesproken werd dat de bedrijfsvoering in handen bleef van de directie. De NS was vanaf dat moment echter wel verplicht aan alle wensen van de Duitse bezetter tegemoet te komen. Nog voor de Franse overgave moest de NS voor het Duitse leger militaire transporten tot diep in België uitvoeren. Volgens regeringsinstructies uit 1937 was het de NS verboden dit soort transport uit te voeren. De NS-directie gaf haar personeel echter toch opdracht de transporten uit te voeren.
De NS voerde transporten van joden, Nederlandse krijgsgevangenen en arbeiders voor de Arbeitseinsatz uit. Alleen al in 1942 reden er 148 treinen met Joden naar doorgangskamp Westerbork en 632 treinen met gedwongen tewerkgestelden naar Duitsland. In 1942 kreeg de NS opdracht het spoortraject naar kamp Westerbork aan te leggen. Een opdracht die de NS, met behulp van joodse gevangenen uit kamp Westerbork, uitvoerde. Uit kamp Westerbork vertrokken in totaal 93 treinen waarbij 102.000 Joden werden weggevoerd naar kampen elders in Europa. De laatste trein vertrok op 13 september 1944, enkele dagen voor een groot deel van het NS-personeel in staking ging. Voorde transporten van en naar Westerbork die de NS had uitgevoerd werden rekeningen ingediend bij de SS. Deze rekeningen werden betaald met gelden uit inbeslaggenomen Joodse vermogens.
De illegale pers had kritiek op de houding van de NS. Verzetsleider Gerrit van der Veen schreef bijvoorbeeld:
“Spoorwegpersoneel, bedenkt dat iedere trein die geladen met slaven door u vervoerd wordt, ter slachtbank gaat”.
September 1944 legden 30.000 personeelsleden van de NS het werk neer. Aan eerdere stakingen, zoals de Meistaking van 1943, had het NS-personeel niet meegedaan. NA een oproep van Radio Oranje op 17 september met het codebericht De kinderen van Versteeg moeten onder de wol legde een groot deel van het NS-personeel dus wel het werk neer. De staking duurde tot de bevrijding in mei 1945.
Naoorlogse jaren
In de eerste jaren na de oorlogen maakte de NS een bescheiden winst. Vanaf 1964 leed het bedrijf echter verlies. Dit onder meer vanwege toegenomen autobezit, het wegvallen van het kolenvervoer en stijgende loonkosten. In 1982 droeg de NS haar belang in het streekbusvervoer over aan de NV Aandelenbezit Streekvervoer en vier jaar later werd het belang in Van Gend & Loos afgestoten. In de periode hierna nam het aantal jaarlijks per trein afgelegde kilometers fors toe. Dit onder meer door een groeiende mobiliteit in Nederland en invoering van de OV-Studentenkaart. In 1988 werden er 9,6 miljard kilometers per trein afgelegd. Toen jaar later was dit 14,8 miljard.
Verzelfstandiging
Maart 1993 besloot de Tweede Kamer der Staten-Generaal om de NS te verzelfstandigen. Er moest marktwerking komen op het spoor en dat kon onder meer gestimuleerd worden door een scheiding door te voeren tussen infrastructuur en exploitatie. Door de verzelfstandiging van de NS, die in 1995 begon, werd het spoorwegnet ook voor andere vervoerders toegankelijk. De overheid ging zich minder bemoeien met tarieven en dienstregelingen en daarnaast werd de exploitatiebijdrage van de overheid in enkele jaren teruggebracht tot nul. De Nederlandse Staat is nog wel altijd de enige aandeelhouder van de naamloze vennootschap NS. Deze aandelen worden sinds januari 2005 beheerd door het Ministerie van Financiën.
- Meer artikelen over de Nederlandse spoorweggeschiedenis
- Boek De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd. 1939-1945