Als de lezer het boek van Bart van Loo over de geschiedenis van de Bourgondiërs als ‘aartsvaders’ van de Lage landen dichtslaat, dan blijven er twee gevoelens over. Het eerste is dat hij of zij een heerlijk boek heeft gelezen, verteld door ja, een rasverteller, zoals de achterkaft van het boek al aankondigt. Met zijn aanstekelijke humor en fijne beeldspraken doet Van Loo dat verhaal over al die exotische Bourgondische vorsten met hun archaïsche namen (Filips de Stoute, Jan zonder Vrees, Filips de Goede, Karel de Stoute, Maria de Rijke) nog eens helemaal uit de doeken. Het leest lekker weg. Daarover verderop meer. Het andere gevoel is dat de Vlaamse schrijver, Frankrijkkenner en humorist, ook een boodschap heeft: wat jammer dat Bourgondië definitief voorbij is, het had ook heel anders kunnen lopen. Er zit in Bart van Loo’s dikke turf, vooral in de slothoofdstukken, een beetje spijt, een beetje heimwee misschien wel.
Vlaams verdriet

Dat Vlaamse verdriet is voor een Noord-Nederlander moeilijk invoelbaar. Hier is heimwee afwezig. Na dat eerste staatsontwerp met dat stempel van de Bourgondiërs volgde immers een tweede, dat van de Republiek der Zeven Provinciën. Dat ontwerp beviel boven de grote rivieren uitstekend. Het Groot Privilege van 1477 als eerste ‘grondwet’ van de Lage Landen werd vrijwel vergeten, in de zestiende eeuw moeiteloos ingeruild voor de Acte van Verlatinghe en de Unie van Utrecht. Weliswaar werd in 1815 de hereniging met het zuiden geaccepteerd maar over de nieuwe scheiding in 1839 mokte en murmelde alleen koning Willem I heel lang. Misschien dat de geschiedenis van Bourgondië daarom voor Nederlanders exotisch blijft, te Frans, sterk Vlaams, maar … Nederlands?
Bornholm
Dan naar het verhaal, dat zoals gezegd zeer leesbaar is. Maar … het duurt wel even voor Van Loo op gang komt. De neiging om alles te willen vertellen is nooit zo’n goed idee voor een historicus. Van Loo keert terug naar de jaren rond het begin van de jaartelling toen de eerste proto-Bourgondiërs zich vanaf het Deense Oostzee-eiland Bornholm door Polen en Duitsland spoedden om eeuwen later aan de oevers van de Rhône en Saone eindelijk hun tenten op te slaan. Daar breidden ze hun rijk uit, krompen dan weer eens in, liepen een zware nederlaag op tegen de Hunnen, maar verspreidden desondanks hun genen dermate succesvol dat het Scandinavische haplogen Q – aldus Van Loo – er nog altijd terug te vinden is. We hebben dan nog zo’n duizend jaar te gaan voor we bij het eigenlijke verhaal zijn. De aanloop is kortom lang.

Ander punt: een Vlaams schrijver kan ook niet om taal heen. De Bourgondiërs spraken Frans en zouden Vlaanderen een taalregime opleggen dat pas in de negentiende eeuw werd afgeschud. Toch was taal ook in de late middeleeuwen al wel een dingetje. Zo nodig verzoetten de hertogen hun fiscale aanslagen op de Vlaamse burgers door een mondje Diets te spreken. Toch zouden de lokale talen al in de dertiende eeuw uit hun schulp kruipen. Vlaanderen ging daarin voorop: van de 2000 Middelnederlandse teksten van voor 1300 is 70% Vlaams, 7% Hollands en 11% Brabants.
Eind dertiende eeuw populariseerde Jacob van Maerlant, de man die “met twee handen tegelijk kon schrijven”, de volkstaal verder. Met de ijver voor het eigene kwam de afkeer van het vreemde. Van Maerlant muntte “wat wals is, vals is”, hij vond de Franse dichters van zijn tijd maar fantasten, al liet hij zich ook door hen inspireren. De flamingant Hendrik Conscience maakte er in de negentiende eeuw van: “Wat wals is vals is. Slaat al dood”. Het is een echo van de geschiedenis die voor de meeste Nederlandse lezers nieuw zal zijn.
Misogyn

Natuurlijk was ze een uitzondering. Naast minachting en onderdrukking vierde ook de hoofse liefde triomfen. Die bleef adellijke dames op een voetstuk zetten, waar jonge ridders om heen zwierven; bevallige jongedames wierpen hen hun adellijke zakdoeken toe.
Vaders en zonen
Het meest dramatische deel van het boek is het slot, als van Loo toekomt aan de verhouding tussen de succesvolle hartenjager Filips de Goede en zijn even getalenteerde maar hyper kuise en snel gekrenkte zoon Karel de Stoute. Hoogtepunt is als Filips na een vermetel ‘nee’ van zijn zoon uit het lood geslagen is, er vandoor gaat en dagen onbereikbaar is. Hij stuurt zijn paard en zichzelf letterlijk het bos in. Vader en zoon verzoenden zich maar het vertrouwen was weg. Filips zou in de jaren daarna geleidelijk de greep op zijn rijk verliezen en min of meer dementeren.
Eenmaal aan de macht zou de getroebleerde Karel Russische roulette gaan spelen met zijn rijk: tot drie keer dolven zijn legers het onderspit tegen Zwitserse landsknechten. Karel luisterde niet naar raadgevers, meer dan wat dan ook zon hij op wraak en eerherstel. Het kostte hem, in de slag bij Nancy van 5 januari 1477, uiteindelijk het leven. Het was een klap die de dynastie niet meer te boven kwam. De Franse koning zag zijn kans schoon en pikte het Franse stamland van het Bourgondische rijk meteen in. Zo ging dat in die dagen.
Groot Privilege
Karel’ s dochter Maria de Rijke moest na de dood van haar vader meteen concessies doen aan de steden die de dure oorlogen zat waren en tekende nog in hetzelfde jaar het Groot Privilege: het gaf de Staten Generaal, die al in 1464 voor het eerst bijeen gekomen waren, veel macht. Maria trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk, een Habsburger, die keizer van het Duitse rijk zou worden. Maria en zoon Filips de Schone overleden jong, Filips vrouw Johanna de Waanzinnige was niet regeringsbekwaam. In 1515 kreeg Karel V de macht. Karel voelde zich nog Bourgondiër, maar moest zich er bij neerleggen dat de zuidelijke provincies Frans bleven. Zijn zoon Filips II had er geen boodschap meer aan. Bourgondië werd daarmee uitgeboend.
