Iedereen kent wel de uitdrukking ‘lazarus zijn’ of ‘strontlazarus zijn’. Wie helemaal lazarus is, heeft te veel gedronken en is flink bezopen, zeg maar stomdronken, ladderzat, straalbezopen. Waar komt de uitdrukking lazarus zijn eigenlijk vandaan? Komt die, zoals veel mensen denken, rechtstreeks uit de Bijbel of toch niet?
Lazarus is de (Latijns-Griekse) naam van een persoon uit de Bijbel die in het Nieuwe Testament twee keer wordt genoemd. Ook in het Oude Testament komt driemaal een Lazarus voor maar dan onder de Hebreeuwse naam Eliëzer. Lazarus en Eliëzer betekenen beide letterlijk ‘God heeft geholpen’. De nieuwtestamentische naam Lazarus komt respectievelijk voor in de Bijbelboeken Lukas en Johannes. Deze beide Lazarussen waren echter geen dronkaards. Dat staat althans niet in de Bijbel.
Ook in het apocriefe boek het Evangelie van Nicodemus (hoofdstuk 4:3) komt Lazarus voor. Hij zou een tijdje in de onderwereld, de hel, zijn geweest. Maar, zo klaagde de god van de onderwereld Hades:
“Onlangs is mij een dode ontstolen, namelijk Lazarus, door de kracht van het woord van een levende. (…) Als een arend vloog hij van me weg.”
Lazarus: de arme man uit de gelijkenis
De in Lukas 16:19-31 vermelde Lazarus betreft een fictief (voorbeeld)figuur uit een gelijkenis, de gelijkenis van de rijke man en arme Lazarus. In deze tekst staat niet dat Lazarus dronken was. Alleen dat hij een arm man was die het op aarde slecht had. Lazarus kwam uiteindelijk in de hemel terecht, terwijl de rijke man in de gelijkenis in de hel belandde.
Lazarus van Bethanië: een vriend van Jezus
De andere Lazarus die in de Bijbel voorkomt is Lazarus van Bethanië, de broer van Martha en Maria die volgens Johannes (zie Johannes 11) een goede vriend van Jezus van Nazareth was. Deze Lazarus had een broze gezondheid. Hij overleed uiteindelijk, maar werd na vier dagen door Jezus opnieuw tot leven gewekt. Jezus riep hem bij zijn naam en vervolgens stond hij op uit de dood.
In deze zin werd Lazarus in een zinnespel (een toneelstuk) uit de zestiende eeuw aangehaald, getiteld Van Lazarus doot ende hoe dat Christus hem opwecte. Dit was een stuk van de Amsterdamse rederijkerskamer De Egelantier, uit ongeveer 1525. In dit toneelstuk werd de rijke man gelieerd aan de rooms-katholieke priesters van die tijd, die hun plicht niet deden maar er wat op los leefden en zichzelf verrijkten ten koste van de arme bevolking (lees: Lazarus).
Lazarus en stomdronken zijn: drie mogelijke verklaringen
Hoe is Lazarus, als er in de Bijbel niks over vermeende dronkenschap(pen) staat, een uitdrukking geworden voor ladderzat zijn? In de Middeleeuwen en in de vroegmoderne tijd kwam de formulering ‘de ziekte van Lazarus’ in zwang als aanduiding voor lepra. Verder komt de frase ‘belazerd zijn’, dat is ‘gestoord zijn’ of ‘bedonderd worden’, ook van Lazarus. Iemand die belazerd is, is aangetast door de lazarusziekte, lepra (of: melaatsheid) en daardoor een beetje doorgedraaid.
Hoe de betekenisverschuiving naar ‘straalbezopen zijn’ heeft plaatsgevonden, is niet onomstreden vastgesteld. Een logische verklaring – vermeld op ISGeschiedenis.nl – lijkt de Lazarus uit Johannes 11 te zijn. Wie immers bezopen is, is een tijdje compleet van de wereld, slaapt zijn roes uit en is daarna weer de oude. Dit proces doet zich voor als je lazarus bent, net zoals Lazarus enkele dagen dood was en daarna weer tot leven kwam.
De auteurs van het boek Als de kat van huis is komen met een andere verklaring. Zij wijzen op de frase ‘opgewekt uit de dood’:
‘Opgewekt’ betekent ook vrolijk, en de stap van vrolijk naar dronken is niet zo heel groot. (p.259)
Deze verklaring lijkt ons wat vergezocht, immers: wie dronken is, is niet altijd even vrolijk.
Maar wellicht is er nog een andere verklaring mogelijk, hoewel ook voor deze derde verklaring geen harde bewijzen zijn… In de Middeleeuwen, nog in tijd vóór de kruistochten (dus voor 1095), bestond er in Jeruzalem een ziekenhuis voor leprozen dat Sint-Lazarus heette en waaruit later de Orde van Sint-Lazarus is ontstaan. Dit was een religieus-oecumenische orde die zich in de Middeleeuwen over heel Europa verspreidde en onder bescherming stond van onder meer de paus en de Franse koning. De Orde stelde zich ten doel om de spirituele eenheid onder christenen te bevorderen. Online lezen we hierover:
Na het verlies van haar bezittingen in het Heilige Land keert de Orde naar Europa terug. Om de Orde te beschermen tegen plunderingen neemt Filips IV, Koning van Frankrijk, in 1308 de Orde van Sint Lazarus onder zijn bescherming. Sindsdien is deze bescherming steeds erfelijk doorgegeven. In 1799 wordt Tsaar Paul I van Rusland tot de Orde toegelaten, in 1808 Koning Gustaaf IV van Zweden. Daarna treden ook andere niet–katholieke christenen toe en zo wordt een specifiek aspect van de Orde gevestigd: haar oecumenisch karakter.
Zou het kunnen dat sommige leden van de Orde van Sint-Lazarus niet zo ordelijk waren als hun naam doet geloven? Dat deze figuren regelmatig dronken waren? Mogelijk kunnen historische bronnen, wellicht uit de tijd van de Reformatie of uit de zeventiende eeuw, die in de toekomst opgedoken worden hierover meer duidelijkheid verschaffen. Want ook bewijzen voor deze derde potentiële verklaring zijn er (nog) niet.
Hoewel: stond de Orde van de Tempeliers ook niet bekend vanwege hun ongelimiteerde drankfeesten, waaraan we de uitdrukking ‘Dronken als een Tempelier zijn’ is overgebleven? Of is ‘Lazarus’ als synoniem voor straalbezopen doorgedrongen in de Nederlandse taal na het herstel van de Orde van Lazarus in Nederland in 1932? Dronken de leden, ’ter bevordering van de spirituele eenheid’, iets te vaak en te veel sterke drank of bier? Wie het weet, mag het zeggen…
Andere uitdrukkingen en gezegden met lazarus
Naast lazarus zijn, kennen we in de Nederlandse taal nog meerdere uitdrukkingen, gezegden of woorden met de term lazarus erin. Zo duidde men in de zeventiende eeuw een gesticht of gekkenhuis wel aan als Lazarushuis. Dit blijkt onder meer uit de titel van het De min in ’t Lazarushuys (1674; herdrukt in 1732) van Willem G. van Focquenbroch (1640-1670). De term komt later opnieuw voor in de parodie De menschheid in het Lazarushuis (1801) van Johannes Kinker (1764-1845).
De kans dat iemand die lazarus is zich het apelazarus werkt, is niet zo groot. Mensen die zich het apelazarus werken, werken namelijk keihard. De naam Lazarus komt ook voor in de uitdrukking ‘zijn mond gaat als een lazarusklep’. Dit betekent dat iemand altijd praat en niet kan stoppen met kletsen. Praten als Brugman dus…
Op je lazer krijgen, je het lazarus schrikken, ‘je kunt het lazarus krijgen’ en oplazeren zijn ook ontleend aan het begrip lazarus. Wie bijvoorbeeld op zijn lazer krijgt, krijgt een pak slaag, net zoals iemand er door melaatsheid lichamelijk van langs krijgt. Iemand die het lazarus kan krijgen, wordt platvloers verwenst, terwijl oplazeren zoiets betekent als opzouten, wegwezen of oprotten.
Boek: Groot spreekwoordenboek – Ed van Eeden
Lees ook: Ladderzat zijn: mogelijke verklaringen over de herkomst
Ook interessant: Top 100 Bijbelse uitdrukkingen en gezegden
Of lees: Historische uitdrukkingen, gezegden en woorden
Bronnen ▼
Boeken
-Martha Cazemier. Hubert van Marum en Joke Postel, Als de kat van huis is: 4000 spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen (Leidschendam 2005) p.104, p.259.
Internet
-http://dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1374.php
-http://dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_0198.php#v197
-https://www.ensie.nl/populaire-uitdrukkingen/lazarus-lazerus
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Lazarus_(persoon)
-https://isgeschiedenis.nl/nieuws/historische-achtergrond-bij-hij-is-helemaal-lazarus
-http://www.ordevansintlazarus.nl/de-orde/geschiedenis-van-de-orde
-http://dbnl.org/tekst/laan005lett01_01/laan005lett01_01_4179.php
-http://dbnl.org/tekst/goos020vana02_01/goos020vana02_01_0028.php