Het Hermannsdenkmal in Detmold

Arminius als Duitse volksheld en historisch rolmodel
6 minuten leestijd
Het Hermannsdenkmal in Detmold - cc
Het Hermannsdenkmal in Detmold - cc

De Germaanse aanvoerder Arminius bracht de Romeinen tijdens de Slag bij het Teutoburgerwoud (Varusslag) een vernietigende slag toe. Na zijn dood in 19 na Christus raakte hij in de vergetelheid. Begin zestiende eeuw kwam hier verandering in. Niet alleen verwierf Arminius, alias ‘Hermann’, een heldenstatus, hij gold ook als een historisch rolmodel. Men wijdde opera’s, gedichten, schilderijen en toneelstukken aan deze Duitse superheld met als ‘kers op de taart’ het Hermannsdenkmal in Detmold.

Arminius groeit uit tot een Duitse volksheld

“Ironisch genoeg zou het Hermannsdenkmal een rol spelen in de ondergang van het Derde Rijk, daar de geallieerden onder andere dit goed zichtbare monument als oriëntatiepunt gebruikten bij hun luchtaanvallen.”

In de veertiende eeuw werden boek 11-16 van Tacitus’ Annalen door de Florentijnse dichter, schrijver en humanist Giovanni Boccaccio ontdekt in het benedictijnerklooster Monte Cassino in Lazio. Hij nam de boeken mee naar Florence en bracht Tacitus opnieuw onder de aandacht. Belangrijker nog, althans voor het verhaal van Arminius, was de ontdekking van boek 1-6 in 1508 in de Duitse Abdij van Corvey even buiten de stad Höxter (Noordrijn-Westfalen).

Boek 1-6 werden in 1515 in Rome gedrukt waarna het werk zou circuleren onder geïnteresseerde humanisten. Hierdoor raakte men opnieuw bekend met het verhaal van Arminius (wiens naam verbasterd zou worden naar het meer Duits klinkende ‘Hermann’) en één passage in het bijzonder zou hem ongekende faam brengen:

”…buiten kijf [was Arminius] de bevrijder van Germanië, een man die niet, zoals andere koningen en veldheren, het Romeinse volk heeft durven tarten toen dit nog maar in opkomst was, doch de strijd heeft durven aanbinden met het Rijk op het hoogste punt van zijn bloei, in het gevecht nu eens aan de winnende, dan weer aan de verliezende hand, in de oorlog ongeslagen…… en nog heden ten dage leeft hij voort in de liederen van vreemde volkeren.” (Annalen II.88)

De Fransen als Erbfeind

Een tekening van Heinrich von Kleist door Peter Friedel 1801
Een tekening van Heinrich von Kleist door Peter Friedel 1801
Waren de Romeinen de gezworen vijanden van de Germanen, dan geldt dit evenzo voor de Fransen eind achttiende eeuw/begin negentiende eeuw. Diverse Europese mogendheden, waaronder het oude Duitse Rijk, verzetten zich tegen de Franse machtspositie op het Europese vasteland gedurende de coalitieoorlogen (1792-1815) en vanaf 1799 bond men de strijd aan met Napoleon Bonaparte in het bijzonder. Het mocht echter niet baten en in 1806 maakte Napoleon een einde aan het Heilige Roomse Rijk of beter gezegd het oude Duitse Rijk. De erfelijke vijandschap (Erbfeindschaft) tussen de Fransen en de Duitsers (de geromaniseerde Galliërs versus de niet-geromaniseerde Germanen) kreeg hierdoor een nieuwe impuls, zo ook het nationalistische gedachtengoed.

Zo schreef de Duitse (toneel)schrijver Heinrich von Kleist in 1808 een drama dat hij baseerde op de Varusslag met als titel Die Hermannsschlacht. Von Kleist schreef dit toneelstuk in het jaar voor de Slag bij Wagram (1809) en het wordt beschouwd als een kreet om weerstand te bieden tegen de Fransen. Gezien de uitkomst van de vijfde coalitieoorlog in Wagram (Napoleon kwam opnieuw als winnaar uit de bus) werd het stuk voorlopig opzij gelegd en pas in 1821 gepubliceerd. In 1860 werd het stuk voor de eerste keer opgevoerd, maar het Duitse publiek was niet bepaald onder de indruk. Dat lag wel anders in de periode van het opkomende nationaalsocialisme: tussen 1933-1934 werd Die Hermannsschlacht maar liefst 146 keer ten tonele gebracht.

Politieke statements in olieverf en steen

Vanaf 1812 keerde het tij zich tegen de Fransen, maar de Germanencultus en de weerzin tegen de Fransen als Erbfeind bleven de hele negentiende en vroege twintigste eeuw bestaan. Zo schilderde Caspar David Friedrich in 1812 het schilderij Grabmale alter Helden (ook wel Grab des Arminius genoemd). Op het doek is de ingang van een grot in een woud afgebeeld met een aantal graven/sarcofagen van ‘gevallen helden’. Bij de ingang van de grot staan twee kleine figuren die te identificeren zijn als Franse chasseurs. Links van de ingang staat een obelisk met daarop een Thanatos figuur (de personificatie van de Dood in de Griekse mythologie). Op de sokkel is een inscriptie gekerfd:

“Nobele jongeling, redder van het Vaderland”.

Op de voorgrond is ook een ingestort graf te zien met daarop de naam ‘ARMINIUS’. Met dit werk wilde Friedrich een politiek statement maken aan het adres van de Fransen en tevens was het een vorm van Duitse heldenverering.

“Grabmale alter Helden”, geschilderd door Caspar David Friedrich in 1812 – Hamburger Kunsthalle
“Grabmale alter Helden”, geschilderd door Caspar David Friedrich in 1812 – Hamburger Kunsthalle

Een ander voorbeeld van heldenverering is het Walhalla in Beieren. In 1807 kwam kroonprins Lodewijk van Beieren met het idee om de Duitsers aan hun gemeenschappelijk erfgoed te herinneren en gaf de opdracht om bustes van grote figuren uit de Duitstalige wereld – zoals militairen, staatslieden en wetenschappers – te produceren. Deze bustes zouden een plek krijgen in het Walhalla dat tussen 1830 – 1841 werd gebouwd. Deze Griekse tempel (architectonisch gebaseerd op het Parthenon van Athene) is van verre al te zien dankzij zijn ligging op een hoge heuveltop boven de Donau.

Walhalla - cc
Walhalla – cc

In deze Tempel Deutscher Ehren, die in 1842 openging voor het publiek, kreeg Arminius een bijzondere plek toegewezen. Hij werd geportretteerd op het noordelijke fronton fries van de tempel in een epische scene uit de Varusslag. De thematiek van het zuidelijke fronton fries betreft de totstandkoming van de Duitse Bond in 1815. Het Walhalla telt momenteel 130 bustes, 65 plaquettes en een levensgroot beeld van Lodewijk, zittend op een troon. Elk jaar komen er weer nieuwe bustes bij in deze Duitse ‘Hall of Fame’.

Het Hermannsdenkmal in Detmold

Arminius bleef zich in de negentiende eeuw doen gelden als historisch rolmodel en volksheld waar de Duitsers zich mee konden identificeren. Niet alleen had hij het opgenomen tegen de Romeinen (die men met de Fransen vereenzelvigde), hij had ook diverse Germaanse stammen weten te verenigen om voor een gedeelde zaak te vechten. En ook de Duitse eenheid was in de negentiende eeuw een actueel thema.

Het Hermannsdenkmal in Detmold - cc
Het Hermannsdenkmal in Detmold – cc
Met de nederlagen van Napoleon in 1812 en in 1815 nog vers in het geheugen begon men een grootschalig monument te plannen ter ere van Hermann de Cheruskervorst. De aangewezen plek voor dit grootse monument, het Hermannsdenkmal, was Detmold. Deze plaats in Noordrijn-Westfalen, gelegen aan de beboste heuvelrug de Osning, had men namelijk aangewezen als dé plek waar de Varusslag zou hebben plaatsgevonden en de Osning werd gemakshalve omgedoopt tot het Teutoburgerwoud.

Het ontwerp van het Hermannsdenkmal was van architect Ernst von Bandel en het werk aan het ruim 50 meter hoge monument begon in 1838. Het voetstuk van zandsteen heeft de vorm van een klassieke ronde tempel met tien zuilen die gotische bogen ondersteunen. Binnenin is er een wenteltrap die naar een platform leidt dat de koepel omcirkelt waar het beeld op rust.

Het 25 meter hoge beeld van Hermann is gemaakt van 200 koperen platen die aan elkaar zijn bevestigd. Zijn tenue bestaat uit een broek met laarzen, een korte rok die tot zijn bovenbeen reikt, een mantel die met een fibula bij elkaar wordt gehouden en op zijn hoofd de typische gevleugelde helm: kleding waarvan men destijds aannam dat het historisch accuraat was.

Het beeld neemt een contrapost houding aan en rust met de linkervoet op de Romeinse adelaar (het veldteken van de Romeinen). Daarnaast ligt de fasces, het symbool van de Romeinse gerechtelijke autoriteit. In zijn linkerhand draagt Hermann een schild en in zijn rechterhand een zwaard dat hij in de lucht steekt als teken van aanval. Het beeld kijkt uit op het westen in de richting van Frankrijk (dan wel de richting van waaruit men dacht dat de troepen van Varus kwamen) en was een duidelijke waarschuwing aan het adres van de Fransen.

Het Hermannsdenkmal in Detmold - cc
Het Hermannsdenkmal in Detmold – cc

Besluit

Het Hermannsdenkmal op een uiting van de nazi's
Het Hermannsdenkmal op een uiting van de nazi’s
Gedurende de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd Arminius ingezet als historisch rolmodel en propagandamiddel. In 1914 – 1918 was men ervan overtuigd de zege van Arminius in 9 na Christus én de overwinning op de Fransen in 1870/1871 te kunnen herhalen.

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd het Hermannsdenkmal op briefkaarten en pamfletten van nationaalsocialistische verenigingen afgedrukt en vonden er bij het monument evenementen van de Hitlerjugend en lokale takken van verschillende nazi-organisaties plaats. Ironisch genoeg zou het Hermannsdenkmal een rol spelen in de ondergang van het Derde Rijk, daar de geallieerden onder andere dit goed zichtbare monument als oriëntatiepunt gebruikten bij hun luchtaanvallen.

Hierna nam de politieke belangstelling voor Arminius af en werd het Hermannsdenkmal een toeristisch trekpleister. Vanaf de jaren zeventig zou men kritisch gaan kijken naar de negentiende-eeuwse kijk op Arminius en de rol die hij speelde in het vormgeven van het Duitse verleden. Daarnaast werd de zoektocht voortgezet naar de plek waar de Varusslag plaats zou hebben gevonden. Heden ten dage gelooft men dat dit Kalkriese is, zo’n 20 kilometer ten noorden van Osnabrück.

~ Lauren van ZoonenNoctuaeducatie

Boek: De lange schaduw der Germanen

Hermannsdenkmal Detmold

0
Reageren?x
×