Het Parthenon, een Dorische tempel uit het antieke Griekenland voor de godin Pallas Athena op de Akropolis in Athene.
De beroemde tempel op de tafelberg Akropolis in Athene is zwaar beschadigd maar nog altijd een grote publiekstrekker. Op de plek van de ruïne staat al eeuwen een tempel. Voordat de tempel voor Athena gebouwd werd, bevond zich op de tafelberg het Hecatompedon. Ook deze tempel was gebouwd ter ere van de godin Athena maar werd in 480 voor Christus door de Perzen vernietigd.
De bouw van het Parthenon startte rond 490 voor Christus en duurdee ongeveer twee jaar. De nieuwe tempel werd versierd met zogenaamde metopen, versierde platen gebakken klei of steen. Deze werden vervaardigd door de beroemde Griekse beeldhouwer Phidias. De metopen zijn momenteel bekend onder de naam Elgin marbles. Dit omdat de metopen tussen 1801 en 1804 (tijdens de Ottomaanse bezetting van Griekenland) door de Brit Lord Elgin werden meegenomen. Deze verkocht een groot deel van de ornamenten vervolgens aan het British Museum in Londen. Griekenland probeert al lange tijd, tevergeefs, deze metopen terug te krijgen.

Kruitmagazijn
Het Parthenon heeft na de klassieke oudheid verschillende bestemmingen gehad. De tempel van Athena is onder meer gebruikt als kerk, moskee en markthal. Tijdens de bezetting van Griekenland door de Ottomanen werd het Parthenon als vesting en kruitmagazijn gebruikt. Op 26 september 1687 ontplofte deze opslag tijdens een Venetiaanse belegering en raakte het Parthenon zwaar beschadigd. Nadien werden de zuilen van de tempel rechtgezet maar het merendeel van de voor het Parthenon zo kenmerkende friezen en frontons verhuisden naar musea in West-Europa.