In het Stadsmuseum Harderwijk is vanaf woensdag een tentoonstelling te zien over het Koloniaal Werfdepot waar tussen 1814 en 1909 soldaten werden opgeleid voor hun dienst in Nederlands-Indië.
Van 1814 tot 1909 was het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk het centrale punt in Europa waar soldaten in een week of zes werden voorbereid op hun dienst in Nederlands-Indië, het tegenwoordige Indonesië. In de 94 jaar dat het depot bestond, begonnen tienduizenden militairen in Harderwijk aan hun dienst in de koloniën. De ‘kolonialen’ kwamen niet alleen uit Nederland, maar ook uit andere Europese landen, vooral uit Duitsland.
Aanmelden voor de dienst was onder meer aantrekkelijk omdat men dan contant een aanzienlijk geldbedrag ontving en ook werd, bij minimaal twaalf jaar dienst, een pensioen in het vooruitzicht gesteld. Ook buitenlanders meldden zich dus aan, waaronder de beroemde Franse dichter Arthur Rimbaud.
Harderwijker winkeliers, hotelhouders, kroegbazen en bordeelhouders profiteerden van het Koloniaal Werfdepot. Veel van de kolonialen gaven tijdens hun verblijf in Harderwijk hun zogenaamde handgeld namelijk grotendeels al uit.
Het Stadsmuseum in Harderwijk heeft, naar aanleiding van het erfgoedfestival Gelegerd in Gelderland, een tentoonstelling over dit wapendepot samengesteld. Het museum:
“Thema’s als werving, opleiding, de gevoerde oorlogen en ook het vertier en de handel in Harderwijk komen terug in deze expositie. Het unieke is ook dat de expositie geen einde kent, maar verder gaat in twee andere steden die de militairen na 1909 in Gelderland hebben bezocht.”