Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1972 speelde het zogeheten Bas-effect een belangrijke rol. Het was genoemd naar Bas de Gaay Fortman, zoon van de invloedrijke ARP’er, later CDA’er, Wilhelm (‘Gaius’), de minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl.
Bas – geboren in 1937 – was aanvankelijk lid van de ARP, net als zijn vader. In 1968 verliet hij die partij en sloot zich aan bij de door progressieve KVP’ers opgerichte PPR.
Tot die oprichters hoorden onder anderen het Kamerlid Jacques Aarden en het ex-Kamerlid Harry van Doorn (tevens gewezen KVP-voorzitter). Ook ex-minister Pieter Bogaers van Volkshuisvesting maakte deel uit van dit gezelschap. Hij was zelfs de eerste PPR-voorzitter, al keerde hij in 1973 terug naar de KVP.
Gegoede afkomst
De PPR had – althans formeel – niets christelijks, maar ze was wel uitgesproken progressief. Bas de Gaay Fortman, die in Amsterdam economie en rechten had gestudeerd, behoorde al snel tot de opvallendste leden van de nieuwe partij. Hoewel zijn keurige uiterlijk en ietwat bekakte spreekwijze zijn gegoede afkomst verrieden, viel hij in de smaak bij het linkse kiezerspubliek waar de PPR het van moest hebben. Hij werd bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1971 een van de vier regionale lijsttrekkers.
Bij deze gelegenheid wist de partij 2 zetels te veroveren. Niet veel, maar voor een nieuwkomer toch ook niet helemaal niks. En zeker geen reden om het niet nog een keer te proberen.
En die nieuwe kans kwam al snel, want het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel, dat na de verkiezingen was gevormd hield het niet lang vol. In november 1972 waren er weer verkiezingen. Met De Gaay Fortman als enige lijsttrekker slaagde de PPR erin het aantal zetels te vermeerderen naar 7. De PPR was al bijna een middenpartij geworden. De Gaay Fortman achtte destijds zelfs 15 zetels haalbaar, al zou de partij naar zijn mening altijd de ‘voorhoede’ blijven bedienen.
Den Uyl
In een voor die tijd lange formatie kwam het linkse kabinet-Den Uyl tot stand, waarvan de PPR deel ging uitmaken. Ze kreeg twee ministers (onder wie Van Doorn) en een staatssecretaris. De Gaay Fortman werd fractieleider en bleef zo het gezicht van de partij. Tevens was hij woordvoerder voor onder meer justitie, buitenlandse zaken, defensie en ontwikkelingssamenwerking. Eerder was hij al minister van dat laatste departement geweest in het schaduwkabinet dat PvdA, D66 en PPR hadden gevormd.
Het kabinet-Den Uyl werd ook gesteund door de KVP en de ARP, de twee partijen waarvan de PPR-oprichters zich enkele jaren eerder hadden afgescheiden. Dat zorgde in de achterban voor onvrede. De samenwerking met de moederpartijen riep bij partijtijgers de vraag op wat er eigenlijk zo radicaal was aan de PPR, als ze toch onder één hoedje bleef spelen met de oude kliek.
Om de onafhankelijke koers te onderstrepen, nam het partijcongres voor de verkiezingen van 1977 een resolutie aan waarin een nieuwe coalitie met de inmiddels als CDA opererende christendemocraten bij voorbaat werd uitgesloten.
Maar deze vorm van politieke duidelijkheid leverde geen electoraal voordeel op. De PPR raakte 4 van haar 7 zetels kwijt. Die kwamen vermoedelijk vooral terecht bij de PvdA, die het CDA niet had uitgesloten. Het Bas-effect was blijkbaar alweer uitgewerkt.
Vrouw
De Gaay Fortman droeg het lijsttrekkerschap in 1977 over aan Ria Beckers (1938-2006), die daarmee in Nederland de eerste vrouw ooit werd in deze rol. Onder haar leiding wist de PPR geen grote successen meer te halen, al bleef ze wel in de Kamer vertegenwoordigd. In 1990 fuseerde ze met de pacifistische PSP, de communistische CPN en de evangelische EVP tot GroenLinks. Die is inmiddels toe aan de volgende fusie, met de PvdA.
De Gaay Fortman stapte over naar de Eerste Kamer, waar hij nog tot 1991 fractievoorzitter was (op het laatst voor GroenLinks). Daarna verliet hij de actieve politiek.
Hij vervulde diverse bestuursfuncties en hoogleraarschappen, onder meer in Utrecht. Ook met de protestantse kerk bleef hij nauw verbonden, onder meer als voorganger.