Op enkele honderden meter voor de kust van de Cypriotische havenstad Kyrenia ontdekte in 1965 een sponsduiker per toeval de resten van een Grieks handelsschip uit de Hellenistische periode. De vondst van het naar schatting 2300 jaar oude scheepswrak, dat tot op heden beschouwd wordt als uniek omwille van de uitzonderlijk goede staat waarin het verkeerd, haalde dankzij een documentaire van de “National Geographic Society” het wereldnieuws.
De bergingsoperatie
De Cypriotische autoriteiten beschikten in 1965 niet over de nodige financiële middelen om verder onderzoek uit te voeren. Pas in het najaar van 1967 werd met een team van marine-archeologen onder leiding van Michael Katzev (1939-2001) een begin gemaakt met de berging van het scheepswrak. Eerst werd de precieze ligging van ieder object in en rond het bijna vijftien meter lange en meer dan vier meter brede schip nauwkeurig opgemeten en gefotografeerd. Eenmaal aan land werden de voorwerpen gelabeld en kon het eigenlijke onderzoek beginnen. Zo deed bijvoorbeeld de vondst van vier houten lepels, vier drinkbekers en vier borden de archeologen besluiten dat het schip op zijn laatste reis hoogstwaarschijnlijk uit een vierkoppige bemanning bestond.
De bergingsoperatie duurde uiteindelijk nog tot eind 1969. De imposante collectie teruggevonden voorwerpen en artefacten is sindsdien ondergebracht en voor het publiek tentoongesteld in één van de zalen van het zestiende-eeuwse fort dat boven de oude haven van Kyrenia uittroont.
Een schat aan informatie
Intussen had men ook de lading geborgen en was de bijna intact gebleven houten romp van het schip gelicht. Uit een koolstof-C14 datering bleek dat het scheepswrak omstreeks 385 v.Chr. was gebouwd. Bijkomend onderzoek wees evenwel uit dat het schip meerdere malen was opgekalefaterd en in de loop der jaren ingrijpende reparaties had ondergaan aan de kiel. Hierdoor kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat de schipbreuk eerder een zeven tot acht decennia later gedateerd moest worden. Die stelling werd kracht bijgezet door de vondst van enkele bronzen munten met de beeltenis van de Macedonische heerser Demetrios Poliorketes (ca. 336-283 v.Chr.). Daarnaast berekende men dat, afgaande op de lengte van de mast en de plaats van het mastgat, het schip één enkel vierkantig zeil moest gevoerd hebben waarmee het een snelheid van vier à vijf knopen kon halen.
Ook de lading leverde de wetenschappers heel wat belangrijke kennis op. In het ruim van het schip had men naast verscheidene kruiken gevuld met amandelnoten namelijk een vierhonderdtal wijnamfora’s aangetroffen waarvan volgens de archeologen slechts een beperkt aantal uit Samos of een ander wijnproducerend eiland afkomstig was. De herkomst van het merendeel van de andere amfora’s kon vanwege hun typisch kenmerkende vorm met zekerheid toegeschreven worden aan het meer dan 260 mijl verderop gelegen eiland Rhodos. Het schip had er dus naar alle waarschijnlijkheid al een lange tocht in de Egeïsche Zee en langs de kust van Anatolië opzitten toen het ter hoogte van Cyprus schipbreuk leed en verging.
De “Kyrenia II, III” en de “Kyrenia Liberty”
In 1985 vatte Katzev het plan op om samen met de Amerikaanse scheepsarchitect Richard Steffy (1924-2007) en een ploeg van Griekse experts een exacte replica van het in Kyrenia tentoongestelde schip na te bouwen. De replica werd bekend onder de naam “Kyrenia II” en werd de daaropvolgende jaren zowat overal ter wereld vertoond. Later werd in de Japanse stad Fukuoka nog een tweede replica gebouwd, de “Kyrenia III”.
Begin 2002 begon de constructie van een derde replica dat de naam “Kyrenia Liberty” meekreeg. Het schip werd gebouwd volgens het oorspronkelijk ontwerp maar met moderne technieken om onder meer een beter inzicht te verkrijgen in de zeileigenschappen. Zo bleek niet alleen dat de snelheid van vier à vijf knopen wel degelijk accuraat was ingeschat maar ook dat het schip tot zeventig graden scherp aan de wind kon varen. In 2004 zeilde de “Liberty” ter gelegenheid van de Olympische Zomerspelen die in Athene werden gehouden vanuit Cyprus naar de Griekse havenstad Piraeus met een lading koper aan boord die gebruikt zou worden om er de bronzen medailles voor de atleten mee te slaan. De overtocht riep bij veel Grieks-Cyprioten een gevoel van nationale trots op en had een bijzonder symbolische betekenis omdat koper, “cuprum” in het Latijn, het “Aes Cyprium” of het “erts van Cyprus” was dat reeds in de oudheid verwees naar de naamgeving van hun eiland.
Ook interessant: Koper: het ‘erts van Cyprus’
Overzicht van boeken over de maritieme geschiedenis