In hartje Marollen, een Brusselse volkswijk, ligt het Vossenplein. Een plaats die voor velen nostalgie oproept en voor anderen dan weer tot de verbeelding spreekt. In elk geval een locatie met geschiedenis, nauw verweven met de stad.
Oorsprong van de naam “Marollen”
In de middeleeuwen was er een klooster dat in deze wijk aan ziekenzorg deed. De abdis, een zekere Maria Collentes en haar medezusters werden door de buurtbewoners al snel ‘Maricollen’ genoemd, een familiaire samentrekking van de naam van de abdis. In de loop der tijd verbasterde deze naam tot ‘Marollen’, een benaming die tot op heden nog steeds in zwang is als duiding voor dit stadsdeel van Brussel.
De 19de eeuw

De voltooiing van het Vossenplein kreeg enkele jaren later vaste vorm met de oprichting van een brandweerkazerne, uitgetekend door architect Joseph Poelaert (1817-1879). De kazerne zou tot in 1982 dienst doen en het was trouwens van daaruit dat in 1967 de eerste brandweerwagens vertrokken in een poging om de uitslaande brand in het warenhuis de “Innovation” in de Nieuwstraat te blussen.
Halverwege de negentiende eeuw, in 1854 om precies te zijn, werd op het plein eveneens begonnen met de bouw van een godshuis in een Italiaanse neo-romaanse stijl. Binnenin de kerk valt naast een eikenhouten altaar van de Brusselse architect en kunstenaar Charle Albert (1821-1889), ook een doopvont te bewonderen van Oscar Tinel (1852-1913). Het was in deze kerk dat prins Laurent (1963), de jongere broer van onze koning Filip, in 2003 ter gelegenheid van zijn huwelijk met Claire Coombs (1974) door de excentrieke Franse priester Guy Gilbert een dankmis liet opdragen.
In 1873 besloot de toenmalige burgemeester van Brussel, Jules Anspach (1829-1879), om de rommelmarkt die tot dan op het Anneessensplein gehouden werd, te verplaatsen naar het Vossenplein. Op deze pittoreske markt, die nog altijd erg populair is, wordt zowat alles te koop aangeboden. Men kan er niet alleen oude meubelen vinden, maar eveneens huishoudgerief en boeken, alsook de meest uiteenlopende snuisterijen tot tweedehands kledij toe.

De 20ste eeuw
Eind 1901 werden in het midden van het plein openbare stortbaden opgericht die tot eind 1949 in gebruik zouden blijven. Kort daarna werd in de aanpalende Reebokstraat gestart met de bouw van een badcomplex. Architect Maurice Van Nieuwenhuyse (1891-1964) ontwierp er de plannen voor. Bijzonder hierbij was dat hij naast individuele bad- en doucheruimtes ook twee zwembaden voorzag, één op de eerste verdieping dat enkel voorbehouden was voor schoolgroepen, het andere dat op de derde verdieping van het gebouw zou komen te liggen, plande hij voor recreatieve gebruikers. Het in tussentijd volledig gerenoveerde complex is nog steeds in gebruik.

De 21ste eeuw
De jongste jaren krijgt de ganse buurt steeds meer een trendy karakter, waardoor de volkse eigenheid die lang typerend was voor het plein en de wijk, verloren dreigt te gaan. Huurprijzen voor woningen en handelspanden schieten pijlsnel de hoogte in en dwingen nu al sommige bewoners om elders in de stad een onderkomen te zoeken. Het is dan ook zeer de vraag hoe deze tendens verder zal evolueren en welke impact dit alles zal hebben op de Marollen…
Bekijk ook: Bezienswaardigheden in Brussel
Boek: Brussel, geschiedenis van een Brabantse stad