Hoe de Britten Roosevelt de Tweede Wereldoorlog in loodsten

Onze man in New York – Henry Hemming
7 minuten leestijd
'Shaken not stirred' - Cocktail
'Shaken not stirred' - Cocktail (CC0 - Pixabay - Carlien)

In juni 1940 zag het er voor de Engelsen beroerd uit. De Britse troepen en die van hun Franse bondgenoten verzamelden zich te Duinkerken voor evacuatie. Hoewel het Verenigd Koninkrijk nog niet verslagen was, was het iedereen duidelijk hoe somber de vooruitzichten waren. In die periode zou Churchill tegen één van zijn generaals gezegd hebben ‘over drie maanden zijn jij en ik dood’. In die donkere en bijna om moedeloos van te worden tijden was er maar één optie over: de Verenigde Staten overhalen om aan de Engelse kant mee te doen. Daarvoor moest alles uit de kast gehaald worden. Helemaal geen simpele klus. Groot-Brittannië stond daarna nog tot juni 1941 vrijwel alleen tegen de nazi’s en de fascisten in Italië. De Sovjet-Unie was tot 22 juni 1941 immers bondgenoot van de Duitsers. Engeland was een benauwde veste.

Paspoortfoto van William Stephenson
Paspoortfoto van William Stephenson (Publiek Domein – wiki)
Wie kon de Amerikanen overhalen? De missie werd in juni 1940 toevertrouwd aan een Canadese oud vliegenier en zakenman, opgegroeid in een IJslands/Canadees milieu. Dit was de ‘man in New York’ die de publieke opinie zo moest bewerken dat de Amerikanen hun weerzin tegen een nieuwe oorlog opgaven. Die man was William Stephenson, 43 jaar oud en een succesvol zakenman. De Canadees wist met reclamecampagnes en de verkoop van radiotoestellen een fortuin te vergaren, zodat MI6, de Britse geheime dienst, hem in New York niet eens hoefde te betalen. Stephenson was klein, gedrongen, een intense luisteraar, iemand aan wie je geen hekel kon hebben, schrijft Hemming, maar vooral was hij in staat een invloedrijk netwerk op te bouwen. Eind jaren ’30 was hij geïntroduceerd bij MI6 en na een eerste missie in Zweden werd hij in de zomer van 1940 naar de VS gestuurd. Daar trof hij een kleine equipe aan medewerkers aan en een publieke opinie die grotendeels gekant was tegen deelname aan de oorlog in Europa. In mei ’40 was nog geen 7% van de Amerikanen voor deelname, anderhalf jaar later was 85% van mening dat oorlog met Duitsland onvermijdelijk was.

Wat Stephenson daaraan bijdroeg in die krappe anderhalf jaar is het onderwerp van dit spannende en intrigerende boek van de Britse auteur Henry Hemming. Hemming sleept de lezer in het in vijf delen opgebouwde boek mee van klifhanger naar klifhanger. Elk deel opent met de metingen van opiniepeiler Gallup, waardoor zichtbaar wordt op hoeveel verzet Amerikaanse interventie stuitte en hoe tegelijkertijd de Britse verliezen opliepen. Dat de Engelsen voor dat ene grote doel – krijg de Amerikanen aan onze kant – bijna alles geoorloofd vonden is eigenlijk niet zo verrassend, wel dat ze daarbij geduld en zelfbeheersing aan de dag legden. Het nepnieuws dat de Britten inzetten was een kleiner kwaad, zeker in Britse ogen en zeker ook in dat van naoorlogse generaties. Toch is het goed dat dat verhaal over list en bedrog nu is vastgelegd.

Trollen

Markant is het boek ook omdat de discussie over nepnieuws en over de beïnvloeding door trollen uit Rusland tijdens de verkiezingen van 2016 ook nu nog volop speelt. Directe bemoeienis van Donald Trump zelf is waarschijnlijk, maar (nog) onbewezen. In ‘40/’41 vond die inmenging vanuit Engeland plaats met medeweten van president Roosevelt wiens zoon de liaison vormde met de Britten. Sterker nog, de oprichting en vormgeving van de CIA vond plaats onder (informele) auspiciën van de Britten, aldus Hemming. Zo smeedden Britten en Amerikanen hun alliantie, ook al was de publieke opinie nog lang niet zo ver en de politieke wilsvorming nog lang niet beslecht. Een relevant boek dus.

Shaken not stirred

Interessant is dat een van de Britse agenten Ian Fleming heet, bedenker van James Bond, de papieren spion die werd geschoeid op de leest van de bij leven al legendarische ‘Bill’ Stephenson die zijn Martinicocktail ook bij voorkeur ‘shaken but not stirred’ dronk. Voor de titel van zijn boek speelt Hemming leentjebuur bij een andere spionageschrijver, Graham Greene, en diens in 1958 uitgekomen boek ‘Onze man in Havanna’. Geen misverstand overigens, Hemming schrijft geen fictie maar steunt op recent openbaar geworden bronnen van Britse en Amerikaanse herkomst naast eerder gepubliceerde bronnen. Het boek bevat 35 pagina’s met bronverwijzingen.

De slag om Amerika

De jonge Charles Lindbergh, prominente aanhanger van het America First Committee
De jonge Charles Lindbergh, prominente aanhanger van het America First Committee (Publiek Domein – wiki)
De slag om de Amerikaanse ziel werd van twee kanten met vuur en passie gevoerd. Ook de Duitsers lieten zich niet onbetuigd en hun kaarten waren lang niet zo slecht als je met de kennis achteraf zou vermoeden. Na de Kristalnacht in 1938 waren de Amerikaanse en Duitse ambassadeur over en weer uitgewezen. Maar de hoogste Duitse vertegenwoordiger in de VS, Hans Thomsen, meer carrièrediplomaat dan nazi, maar vooral opportunist, stond er zeker niet alleen voor. Aan zijn kant – tegen interventie – stond bijvoorbeeld Charles Lindbergh, die sinds hij in 1927 de Atlantische Oceaan was overgevlogen, een van de grote helden was van het continent. Lindbergh’ s zoontje werd vijf jaar later ontvoerd en overleed, een klap waar de vliegenier niet overheen kwam. Op de vlucht voor de roem zouden Lindbergh en zijn vrouw vele jaren onopvallend in Engeland wonen. In 1939 keerde hij terug om de leiding op zich te nemen van de campagne tegen interventie. Zijn motief: de overtuiging dat Amerikanen nooit deel zouden mogen nemen aan een buitenlandse oorlog tenzij het land zelf in gevaar was. Een standpunt dat verschillende ‘founding fathers’ 150 jaar eerder al hadden ingenomen. Amerika was niet in gevaar, vliegtuigen konden onmogelijk de VS zelf bedreigen, aldus Lindbergh, die op dat punt natuurlijk enorm veel overtuigingskracht had.

Misschien speelde er ook een psychologisch motief, wilde zoon Lindbergh bereiken wat zijn vader in de Eerste Wereldoorlog niet was gelukt. Die had ook gepleit tegen inmenging in Europa. Of werd, wat ook gefluisterd werd, Lindbergh betaald door de nazi’s? Hemming gaat er in zijn boek niet op in, eerder zet hij de oud-piloot neer als een rechtschapen, eerlijke politicus die geloofde in zijn zaak maar uiteindelijk niet meer overtuigde. Toen Lindbergh halverwege 1941 antisemitische uitlatingen begon te doen nam de steun af en keerden velen zich tegen hem. Na Pearl Harbour zou Lindbergh zich melden bij de luchtmacht en deelnemen aan de luchtoorlog. Het isolationisme was nu verslagen.

Nepnieuws

Waaruit bestond het werk van MI6 in New York? Allereerst uit het zichzelf camoufleren. Ontdekking zou de heimelijke Britse pogingen fataal kunnen zijn. Die Britse reputatie was beroerd, want vele Amerikanen vonden dat ze in 1917 door de Britten de oorlog in gerommeld waren. Voorzichtigheid troef dus, vooral in de aanloop naar de verkiezingen van november 1940 waarin de isolationisten zich geweldig profileerden. Toch was haast geboden. Een van de eerste acties was de Amerikanen ervan te overtuigen torpedoboten te leveren toen de Royal Navy het dreigde af te leggen tegen de U-boten op de Atlantische Oceaan. Verder ondersteunde MI6 Amerikaanse organisaties die pro-interventie waren. Hemming maakt het meer dan aannemelijk dat Roosevelt op oorlog aanstuurde maar altijd een publieke opinie nodig had die hij kon volgen. De president motiveerde dus al zijn beslissingen met het argument dat deze de vrede veilig zouden stellen. Incidenten konden de publieke opinie zo veranderen dat hij het roer kon omgooien. Roosevelt leidde terwijl het leek of hij volgde.

Franklin Delano Roosevelt
Franklin Delano Roosevelt (CC BY 2.0 – FDR Presidential Library & Museum – wiki)
Voor incidenten zorgden de Britten en hun bondgenoten. Najaar ’40 lekten Bill Stephenson c.s. eerst ware berichten over een Duitse spion naar de media en zorgden ervoor dat dit strovuurtje goed bleef branden. Ook gaven ze Bill Donovan, lobbyist voor herinvoering van de dienstplicht in de VS, het nepnieuws waarmee hij in een reeks publicaties het spookbeeld van de grootste vijfde colonne ooit kon oproepen. Een Duitse wel te verstaan. In werkelijkheid was er hooguit een handjevol ‘incompetente’ Duitse agenten, aldus Hemming. Het verhaal was compleet verzonnen door MI6. Donovan was nadat hij op rondreis in Engeland door de Britten was ingepakt en gefêteerd, een soort marionet van de Britten, een stroman uit overtuiging, al is het niet zeker dat hij wist door de geheime dienst werd aangestuurd. Overigens werd deze zelfde Bill Donovan hoofd van de al genoemde CIA. Beide ‘Billen’ waren zeer goede maatjes.

Stephenson kreeg in 1941 steeds meer bevoegdheden en menskracht. Na de verkiezingsoverwinning van Roosevelt in november 1940 was het ja van het Congres voor de leen- en pachtwet (lend-lease) constructie in maart 1941, die neer kwam op nu kopen, later betalen, een belangrijke overwinning voor de interventionisten. In de loop van 1941 stuurden Stephenson c.s. steeds vaker nepnieuws het land in, zorgden voor tegenbetogingen bij bijeenkomsten van isolationisten, manipuleerden dankzij een mol bij het bureau Gallup (David Ogilvy) enquêtes en probeerde door provocaties tegenreacties uit te lokken. Cruciaal was ook het moment dat de verslagen Republikeinse presidentskandidaat Wendel Willkie zich – in de aanloop naar de land-pachtwet – uitsprak vóór interventie. Behalve MI6 waren natuurlijk ook anderen verantwoordelijk, onder wie de beroemde journalist Walter Lippman en de politicus Averell Harriman. De laatste was ambassadeur in Moskou en wist – opzetje van Stephenson – samen met de Poolse regering in ballingschap in september 1941 de Amerikaanse publieke opinie te overtuigen dat Moskou helemaal niet antireligieus was en in Moskou net een katholieke kerk had geopend voor de Polen. Het hielp Roosevelt om nu ook de Russen hulp te leveren.

Onze man in New York - Henry Hemming
Onze man in New York – Henry Hemming
Toen de Amerikanen eind ’41 definitief aan Britse kant in het krijt traden, had Stephenson bijna duizend agenten, analisten, tussenpersonen, lobbyisten enquêteurs, journalisten, campagnevoerders, vervalsers, twee sluipmoordenaars in opleiding, een astroloog en een vrouwelijke spion op de loonlijst staan. Dit leger misleiders voorzag het Amerikaanse publiek en media van een, ik citeer de auteur, een…

‘…onophoudelijke stroom… nepnieuws, zoals het ook toen al bekend stond. Ze kraakten de privécommunicatie van senatoren, verspreidden vervalsingen, financierden en dirigeerden protestgroepen, manipuleerden opiniepeilingen, organiseerden demonstraties en telefoontaps en maakten het leven zuur van eenieder die hen in de weg stond’.

Een spannend en goed geschreven boek over een – voor één keer dan – noodzakelijke misleiding.

Boek: Onze man in New York – Henry Hemming
Fragment: America First – “Let’s stay OUT of Europe’s war!”

Historicus en voormalig docent communicatie aan de Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Communicatie en Media. Hij publiceert al enkele jaren boekrecensies op Historiek.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×