Holland Pop Festival (1970) – ‘Woodstock aan de Maas’

Geschiedenis van Nederland in 27 plekken – Aart Aarsbergen
11 minuten leestijd
Holland Pop Festival - Dansende jongeren (CC0 - Anefo / NA - wiki)
Als je Nederland met dezelfde nieuwsgierige blik bekijkt als een onbekende bestemming, kun je een compleet nieuwe wereld ontdekken. Met die visie trekt historicus Aart Aarsbergen door eigen land en voert hij de lezer in zijn nieuwe boek kriskras langs bekende en minder bekende plaatsen van herinnering. Van de vindplaats van het meisje van Yde in Drenthe en het industriële Sphinxkwartier in Maastricht tot de plek in Amsterdam waar de klimaatmars plaatsvond. In zevenentwintig historische reportages, gelardeerd met eigen herinneringen en observaties, maakt hij lezers deelgenoot van het leven van de mensen die ons voorgingen. Op Historiek een fragment uit zijn boek, getiteld Geschiedenis van Nederland in 27 plekken (Fontaine uitgevers), over het Holland Pop Festival in Rotterdam in 1970.


Holland Pop Festival, Rotterdam

Mijn jeugd bracht ik door in Rotterdam. Als ik eind jaren zestig van mijn ouderlijk huis in de Prins Alexanderpolder naar mijn middelbare school aan de Mecklenburglaan fietste, nam ik de route door het Kralingse Bos, het grote park aan de oostkant van Rotterdam, gelegen rondom de gelijknamige veenplas. In dit prachtige stadsbos vond op 26, 27 en 28 juni 1970 – ik was toen zestien – het beroemdste popfestival van Nederland plaats. Alle Nederlandse popfestivals die hierna werden georganiseerd, zijn schatplichtig aan deze eerste meerdaagse muziekhappening in de open lucht, het Holland Pop Festival. Op mijn dagelijkse fietsroute reed ik langs de Plaszoom, passeerde ik de molen De Lelie, waartegenover het hoofdpodium kwam te staan, en fietste langs de ligweides waarover het publiek in noordelijke en westelijke richting, langs de bosrand, uitwaaierde. Uiteindelijk zou het gebied drie dagen door naar schatting zo’n tachtig- tot honderdduizend festivalgangers in bezit worden genomen.

Woodstock, 1969
Woodstock, 1969
Grote openluchtconcerten werden in de jaren zestig vooral in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië steeds populairder. Het bekendste voorbeeld hiervan is natuurlijk het Woodstock-festival. In het plaatsje Bethel, in de buurt van het kunstenaarsdorp Woodstock in de staat New York, vond in augustus 1969 op het weiland van een plaatselijke boer een van de absolute hoogtepunten uit de popmuziek plaats. Terwijl de organisatie zo’n tweehonderdduizend jongeren had verwacht, kwamen er uiteindelijk twee keer zoveel opdagen. Drie dagen beleefden de bezoekers, opeengepakt onder lastige omstandigheden – regen, slechte infrastructuur, ontoereikende sanitaire voorzieningen – maar in grote harmonie, een euforisch feest van muziek, liefde en saamhorigheid. Een keur van grote bands trad op: The Band, Joan Baez, Jefferson Airplane, The Who, Grateful Dead en de later dat jaar overleden muzikanten Janis Joplin en Jimi Hendrix.

Bravoure en lef

In Nederland, waar de popcultuur in de jaren zestig een grote bloei kende, liepen mensen rond die ook hier zo’n grootse happening wilden realiseren. Een van hen was de 22-jarige impresario Berry Visser van Mojo Concerts uit Delft.

‘Toen kwam Woodstock. Na het zien van de film over dat festival dacht ik: dat is geweldig! Dat moet hier in Nederland ook kunnen. Eigenlijk een wat megalomane manier van denken,’

…zegt hij achteraf. Hij kwam door tussenkomst van een journalist in contact met de veertien jaar oudere Rotterdammer Georges Knap, een vertegenwoordiger van de technische handelsmaatschappij Stokvis die als vrijwilliger actief was in het jeugdwerk. Samen met Knaps vrouw, Toos van der Sterre, organiseerden zij als Stichting Holland Pop Festival met bravoure en lef het meerdaagse festival. Ze kregen een kleine subsidie van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) en vonden een lokale bottelaar van Coca-Cola bereid als sponsor op te treden. Onder het grote podium hing dan ook prominent een Coca-Colavlag en er werden tijdens het festival 220.000 colablikjes verkocht.

Jong festivalpubliek tijdens een optreden op het Holland Pop Festival.
Jong festivalpubliek tijdens een optreden op het Holland Pop Festival. (CC0 1.0 – Nationaal Archief, – wiki)
De organisatoren wisten in luttele maanden tijd een aantrekkelijk programma samen te stellen. Er stonden bijna veertig optredens geprogrammeerd, verdeeld over een hoofd- en een bijpodium. Grote namen uit de internationale popwereld gaven acte de présence. Er waren bands die ook op Woodstock te beluisteren waren geweest, zoals Jefferson Airplane, Santana, Country Joe en Canned Heat. Uit Engeland kwamen onder andere Pink Floyd, The Soft Machine en Fairport Convention. De meeste belangstelling ging uit naar het optreden van de Amerikaanse superformatie The Byrds, die zaterdagavond een twee uur durend optreden ten beste gaf en het podium pas na vijf toegiften verliet. De Nederlandse bijdrage op het hoofdpodium bestond uit de Haagse rockgroep Supersister, de folkband CCC Folk & Blues Inc. (later bekend als CCC Inc.) en de snel in de vergetelheid geraakte singer-songwriter Tamalone.

Op vrijdagochtend betraden de eerste bezoekers het festivalterrein. Ze kwamen vooral uit Rotterdam en Amsterdam en zo’n twintig procent van de bezoekers kwam uit het buitenland. Doordat in opdracht van het ministerie van CRM een enquête is gehouden onder 1100 bezoekers, hebben we enig inzicht in de samenstelling van het festivalpubliek. De gemiddelde leeftijd was twintig jaar, het grootste deel, bijna zeventig procent, was tussen de 17 en 26 jaar oud. Mannen waren in de meerderheid, vrouwen vormden een derde van het aantal bezoekers. De deelnemers hadden over het algemeen een hoog opleidingsniveau en toonden zich maatschappelijk en cultureel geïnteresseerd. Achttien procent van de festivalgangers had voorbehoedsmiddelen bij zich. Maar hoewel een kleine groep seksueel actief was, werd er volgens de enquêteurs op het festival niet meer gevreeën dan op een normale dag in het Kralingse Bos.

‘Ze deelden eten, rookten gezamenlijk een waterpijp of chillum en gaven elkaar hun joints door’

De organisatoren hadden van de fouten van Woodstock geleerd. Het terrein was uitgerust met talrijke voorzieningen. Op diverse plekken in het bos waren kampeerplekken, eettentjes en boetieks. Er was een kindercrèche, een kinderboerderij en een kunstmarkt. Langs de plasoever lagen pontons in het water van waaraf, soms naakt, werd gezwommen. In de plas lagen Waterwalks van beeldend kunstenaar Theo Botschuijver, driehoekige plastic vlotten waarmee de zwemmers zich konden vermaken. De bekende dj Lex Harding presenteerde op het terrein een drive-inshow. De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) stond er met een stand met voorlichtingsmateriaal en voorbehoedsmiddelen. Bij de openbare toiletten stonden condoomautomaten. Er werden meer dan tweeduizend condooms verkocht. Het Rode Kruis was aanwezig met een noodhospitaal, maar er deden zich weinig calamiteiten voor. De meest behandelde klacht was hoofdpijn en twaalf vrouwen waren hun anticonceptiepil vergeten.

Holland Pop Festival - Tentenkamp voor de festivalbezoekers aan de rand van het Kralingse Bos.
Holland Pop Festival – Tentenkamp voor de festivalbezoekers aan de rand van het Kralingse Bos. (CC0 1.0 – Nationaal Archief, – wiki)

Tolerantie en saamhorigheid

Kralingen werd vooral bekend vanwege de sfeer van tolerantie en saamhorigheid. De bloemenkinderen zaten gemoedelijk dicht bij elkaar op het veld, soms in de brandende zon, soms in de stromende regen, verscholen onder stukken plastic of paraplu’s. Ze deelden eten, rookten gezamenlijk een waterpijp of chillum en gaven elkaar hun joints door. Er werd gedanst, muziek geluisterd, geluierd, naakt rondgelopen. Veel vrouwen droegen een vrolijke bloemetjesjurk, de mannen droegen vooral spijkerbroeken.

De autoriteiten stelden zich terughoudend op. Er was geen geüniformeerde politie op het terrein, wel liepen er acht undercoveragenten rond, ‘gekleed in popkleding’, die een oogje in het zeil hielden, zonder dat er werd opgetreden. Buiten de hekken was een politiepost bemand met vijf agenten. Burgemeester Thomassen kwam zondag met zijn vrouw en hond een kijkje nemen. Zogenaamde ‘social stewards’, gekleed in een wit T-shirt met daarop groot de tekst ‘WE HELP YOU’, traden op als vraagbaak en begeleiders.

Holland Pop Festival - Jongen van de ordedienst tussen festivalbezoekers met "We help you" op zijn t-shirt
Holland Pop Festival – Jongen van de ordedienst tussen festivalbezoekers met “We help you” op zijn t-shirt (CC0 – Anefo / NA – wiki)

Het festival geldt als het officieuze startpunt van het Nederlandse gedoogbeleid op het gebied van verdovende middelen. De verkoop van drugs werd openlijk toegelaten en begeleid door een Drugsteam, samengesteld uit een aantal artsen en zo’n zeventig hulpverleners van de stichting Release. De bekende cannabis-activist Koos Zwart verstrekte dagelijks beursberichten met de gangbare marktprijzen voor hasj en marihuana, zodat gebruikers zich niet door malafide handelaren lieten afzetten. Uit de enquête van CRM bleek dat ongeveer de helft van de bezoekers marihuana of andere drugs gebruikte, van wie velen voor de eerste keer. Op het terrein werd overigens geen alcohol verkocht.

Toen op maandagochtend de laatste bezoekers het met blikjes, lege etensbakjes en plastic afval overwoekerde Kralingse Bos verlieten, kon de balans van drie magische dagen worden opgemaakt. Voor veel jongeren was het een unieke belevenis waarover ze na jaren nog vol geestdrift kunnen vertellen. Vincent Mentzel, die het festival als jonge fotograaf voor de Nieuwe Rotterdamse Courant in beeld bracht, herinnert zich vijftig jaar later:

‘Als ik mijn ogen sluit, ruik ik weer die geur van boslucht vermengd met wiet. Er heerste een fijn soort gekte. Veel mensen sprongen in de plomp, trokken hun kleren uit en bevrijdden zich letterlijk uit het keurslijf van de jaren ervoor.’

Holland popfestival Rotterdam. Overzicht publiek en podium. (CC0 1.0 – Nationaal Archief, – wiki)
Holland popfestival Rotterdam. Overzicht publiek en podium. (CC0 1.0 – Nationaal Archief, – wiki)

“Blije vogels”

‘Slechts de helft of minder van de bezoekers had een kaartje gekocht’

De pers prees vrijwel unaniem het bijzondere karakter van het popfeest. ‘Drie dagen festival zonder wanklank,’ kopte de Volkskrant. Het Algemeen Dagblad, toen de grootste krant van Rotterdam, sprak van een ‘Vredig feest van “blije vogels”.’ Het Algemeen Handelsblad schreef in een hoofdredactioneel commentaar: ‘Als de revolutie van de hippies zal komen kan iedereen gerust zijn. Agressief zal zo’n omwenteling nooit zijn. Gisteren voltooide zich in Rotterdam een geweldloze revolutie.’ Een progressief blad als De Nieuwe Linie ontwaarde een nieuw mensentype. Barend Toet (de latere oprichter van muziekkrant Oor) en Tom Mulder schreven:

‘Uiterlijke kenmerken waren er genoeg. Negentig procent van de meisjes droeg geen beha – nog geen promille droeg ook geen blouse of andere borstwering – meer haar dan de normale mensen, openlijk druggebruik, grote verdraagzaamheid ten opzichte van elkaar en de barre omstandigheden, het slechte, verschrikkelijk dure eten […] het zitten op de modderige grond, slapen in een natte zak, etc. Kortom, de mensen verkeerden drie dagen en nachten in beroerde omstandigheden, zonder enige privacy of fysiek comfort. Een sociologische of psychologische voorspelling op basis van deze gegevens zou zeker spreken van een verhoogde mate van sociale agressie. Edoch – met het toenemen van de moeilijkheden verminderde de neiging tot agressief gedrag en namen verantwoordelijkheid en saamhorigheid toe. De massa was dus anders. Vergelijk deze massa eens met die in het Feijenoord- of Ajax-stadion.’

Een enorm kastekort

Financieel was het Kralingse festival geen succes. Slechts de helft of minder van de bezoekers had een kaartje gekocht. Het was heel makkelijk het festivalterrein clandestien te betreden. De afrastering werd doorgeknipt, de stewards, die niet voor ordebewakers wilden spelen, lieten veel mensen ongehinderd binnen en het was zelfs mogelijk voor een klein bedrag met een bootje over de Kralingse Plas naar het festival te varen. De grote buitenlandse bands hadden hun gage van tevoren betaald gekregen, maar de Nederlandse groepen hebben nooit een cent voor hun optreden gezien. De Stichting Holland Pop Festival bleef met een enorm kastekort zitten en moest spoedig faillissement aanvragen. De film Stamping Ground over het festival, die een jaar later werd uitgebracht, werd geen groot succes en kon dus niet voor enige financiële compensatie zorgen.

Het herinneringsmonument voor het festival in het Kralingse Bos, gemaakt door John Blaak. Uit: Geschiedenis van Nederland in 27 plekken
Het herinneringsmonument voor het festival in het Kralingse Bos, gemaakt door John Blaak. Door: Aart Aarsbergen Uit: Geschiedenis van Nederland in 27 plekken

Gemiste kans

En ik? Ik was er niet bij in Kralingen. Ik had geen kaartje. Waarom weet ik niet goed meer. Vond ik het te duur? De kaartjes kostten in de voorverkoop 35 gulden per stuk, bij het festivalterrein 40. Of zag ik gewoon de betekenis van dit achteraf zo bejubelde festival niet in? Ik weet wel dat ik gaandeweg het popgebeuren, toen de media er vol lof over berichtten, steeds meer het idee kreeg dat ik iets bijzonders miste. Ik woonde hemelsbreed iets meer dan een kilometer van het Kralingse Bos en kon vanaf het balkon van mijn ouderlijk huis flarden van het optreden van The Byrds horen. Toen ik later vernam dat bijna de helft van de bezoekers zonder kaartje het festivalterrein op was gekomen, had ik spijt als haren op mijn hoofd dat ik niet ook gewoon was gegaan, zoals veel van mijn klasgenoten. Wel bezocht ik enige dagen later mijn eerste popconcert, een nachtelijk optreden van dezelfde Byrds in De Doelen in Rotterdam. Hier flakkerde, aldus recensent Ben Levie van het Algemeen Dagblad, de enthousiaste sfeer van het popfestival weer op.

‘Precies een week nadat zij voor het hoogtepunt van het Holland Pop Festival in het Kralingse Bos hadden gezorgd, veroorzaakten de Byrds gisternacht in de Rotterdamse Doelen opnieuw golven van uitzinnig enthousiasme.’

Hij prees het concert als ‘een reprise van het optreden in Kralingen’. Een schrale troost voor een gemiste kans.

Video: Kralingen 1970 – Terugblik op legendarisch festival

Woodstock, 1969
Woodstock, 1969
De popfestivals waren de ultieme manifestatie van Love & Peace, van de geweldloze revolutie van de hippiegeneratie. Maar de werkelijkheid was grimmiger – zoals altijd. In december 1969, een half jaar voor Kralingen, was al gebleken dat niet elke popmanifestatie tot een nieuw Eden zou leiden. Op het Altamont Free Concert bij San Francisco liep het gierend uit de hand. De organisatoren hadden de motorclub Hell’s Angels gevraagd als ordebewaarder op te treden. De clubleden werden voor hun diensten betaald met sterke drank. Ze traden vanaf het begin hard op en bij het inzetten van het nummer ‘Under my Thumb’ van The Rolling Stones, de hoofdact van het festival, werd een zwarte jongen uit het publiek door een Hell’s Angel met messteken en schoppen om het leven gebracht. De Stones zetten geïntimideerd hun optreden voort omdat het beëindigen ervan de chaos mogelijk alleen maar groter had gemaakt. In totaal verloren vier mensen het leven in de broeierige sfeer van Altamont.

“De babyboomers verdreven de regenten en nestelden zichzelf vervolgens behaaglijk op het pluche.”

De jaren zestig worden vaak verheerlijkt door de mensen die ze hebben meegemaakt. Ze werden ervaren als een periode van hoop en verwachting. De historicus Hans Righart raakte de kern toen hij in De eindeloze jaren zestig (1995) concludeerde:

“Ongrijpbaar, maar meer dan wat ook karakteristiek voor de jaren zestig is de betovering, de waan, de droom, de luidkeels bezongen illusie van “we can change the world” (Graham Nash op de elpee Songs for Beginners uit 1971). Het is het blakende en overrompelende zelfvertrouwen van een generatie die ervan overtuigd was de wereld opnieuw te kunnen laten beginnen, zonder geschiedenis en zonder schuld.”

Idealen en pretenties

De beloftes van die tijd zijn amper ingelost. De wereld ís veranderd, maar zeker niet altijd ten goede. De babyboomgeneratie heeft haar idealen en pretenties maar gedeeltelijk kunnen verwezenlijken. De zo vurig bepleite individuele vrijheid en hang naar authenticiteit hebben geleid tot gebrekkige gemeenschapszin en toenemende maatschappelijke eenzaamheid. De babyboomers verdreven de regenten en nestelden zichzelf vervolgens behaaglijk op het pluche. Het consumentisme is alleen maar toegenomen, de economische ongelijkheid is wereldwijd enorm gegroeid en de klimaatcrisis heeft zich onder onze ogen ontwikkeld tot een wereldprobleem zonder weerga. De toekomst die mijn generatie toelachte was, denk ik, heel wat rooskleuriger dan die van onze kinderen en kleinkinderen nu.

Geschiedenis van Nederland in 27 plekken
Geschiedenis van Nederland in 27 plekken – Aart Aarsbergen
Vijftig jaar na het Holland Pop Festival bezoek ik het Kralingse Bos in Rotterdam opnieuw, een Trip Down Memory Lane. Wat is dit eigenlijk een prachtig park, realiseer ik me, met hoge, statige bomen en prachtig groene weiden. De plasmolens staan er nog steeds en in het aanpalende restaurant De Tuin hangt in de Achterkamer een grote zwart-witfoto van het popfestival. De Plaszoom is een mooie boulevard langs het water, waar hardlopers met witte oortelefoontjes hun rondjes rennen. Er scheert een zeilboot over de plas, waterhoentjes dobberen op het golvende water. In de verte zie ik het silhouet van de vele karakteristieke hoge gebouwen waar Rotterdam inmiddels zo bekend om is. Ik slenter naar het perkje met het monument dat in 2013 door John Blaak, nota bene een oud-klasgenoot van mij, is gemaakt ter herinnering aan dit legendarische hippiefeest. Ik ga op de brede sokkel zitten en probeer mij een voorstelling te maken van hoe het festivalterrein eruit heeft gezien. Deze herinneringsplek van mijn jeugd maakt mij nostalgisch en intens bewust van mijn leeftijd. Ik huiver. Een kloof van een halve eeuw scheidt dit moment van de jongen-die-ik-was, de zestienjarige scholier op de fiets die werd betoverd door de waan dat de wereld opnieuw kon beginnen.

~ Aart Aarsbergen

Boek: Geschiedenis van Nederland in 27 plekken
Ook interessant: Hippies en de Hippiecultuur – Idealistische jongeren in de jaren ’60 en ’70

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Aart Aarsbergen (1953) studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij was van 2001 tot 2018 hoofdredacteur van de Nederlandse editie van National Geographic. Aart publiceert in diverse media over geschiedenis, politiek, sport en literatuur.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×