Van ellende in de krotwoningen in de Nijmeegse binnenstad rond 1900 en de oprichting van de eerste woningbouwvereniging De Gezonde Woning in 1911 tot wooncorporatie Standvast Wonen. In de tentoonstelling De Gelukkige Huurder belicht het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis en Architectuur Centrum Nijmegen vanaf 15 oktober honderd jaar volkshuisvesting in Nijmegen.
De expositie in het Huis is chronologisch van opzet. Ze start al vóór 1911 en voert ons mee naar de tijd dat Nijmegen nog een vestingstad was en er binnen het beperkte oppervlakte dat binnen de omwalde stad beschikbaar was te veel mensen op een te kleine ruimte woonden. Dat had als gevolg dat gezinnen met een smalle beurs met zijn tienen leefden in één ruimte van soms nog geen 25 vierkante meters. Het was ook de tijd dat ziekten als cholera en tyfus nog gemeengoed in de Waalstad waren. Na de opheffing van de vestingstatus (1874) kon de stad eindelijk uitbreiden. Toen waren het de welgestelden die uit de oude stad wegtrokken, maar voor de minder bedeelden bleef het kommer en kwel op woongebied. Vooral de Benedenstad was berucht, maar ook straten als de Vlaamsegas en de Zwanenstraat (nu Piersonstraat) hadden een ‘middeleeuws’ niveau van ‘woongenot’.
De Woningwet van 1901 en de komst van woningbouwverenigingen zorgden voor een verbetering. Een nieuw dieptepunt was de Tweede Wereldoorlog toen het woningbestand fors verminderde door het ‘vergissingsbombardement’ van februari 1944 en door de vele oorlogsschade zowel tijdens de bezetting als na de bevrijding in september 1944 toen Nijmegen nog maandenlang frontstad was. De expositie laat zien hoe de ergste woningnood werd opgelost en ook hoe er in de tijden van de grootschalige woningbouw met hoogbouw ook een nieuwe ongewenste ziekte, de flatneurose, opdook.
De tentoonstelling geeft niet alleen een beeld van veranderende woonomstandigheden. Ook laat ze duidelijk zien hoe de woningbouwverenigingen eerst vanuit een soort ideologische instelling opereerden waarin de huurders zich te schikken hadden. Ze evolueerden uiteindelijk tot klantgerichte dienstverleners die zich niet alleen op de woningen maar ook op de woonomgeving richten en zo (eigenlijk nog steeds, zij het op een andere manier) een politiek-maatschappelijke rol vervullen.
Het verhaal wordt ondersteund met veel (bewegend) beeld en er zijn ook uit elke periode huiselijke voorwerpen te zien zodat bij elke periode een andere sfeer geproefd kan worden. Ook door de grote banieren aan de wand met daarop per periode quotes van tijdgenoten wordt een duidelijk tijdsbeeld opgeroepen.
De expositie is geen hallelujaverhaal geworden voor woningbouwverenigingen in het algemeen of voor het jarige Standvast Wonen in het bijzonder. Toch zal niemand na het bezoeken van de tentoonstelling meer kunnen beweren dat er geen grote vooruitgang in de sociale huisvesting is bereikt. De titel De Gelukkige Huurder is goed gekozen.
Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis organiseert meer tijdens de Maand van de Geschiedenis. Zo is er een gevarieerd programma met lezingen, muzikale optredens, een filmvoorstelling en kinderactiviteiten.
Voor het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis en de expo zie ook: www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl
Boek: De gezonde woning – honderd jaar volkshuisvesting in Nijmegen