Dark
Light

Jan Rap en zijn maat – Herkomst van het gezegde

Auteur:
4 minuten leestijd
Detail van Yvonne Keuls' boek Jan Rap en zijn Maat
Detail van Yvonne Keuls' boek Jan Rap en zijn Maat

Het gezegde ‘Jan Rap en zijn maat’ is vrij bekend. Wat houdt deze spreuk in? Wie gebruikten dit gezegde vroeger zoal en waar komt Jan Rap en zijn maat historisch gezien vandaan?

Betekenis van Jan Rap en zijn maat

Petrus Augustus de Génestet
Petrus Augustus de Génestet
Jan Rap en zijn maat is een onvriendelijke benaming voor wat minder volk. Het betekent zoiets als: gespuis, geteisem, canaille, rapaille (rap = schurft), klootjesvolk, achterbuurtvolk. Jan Rap en zijn maat behoren dus niet tot het beste soort mensen; ze zijn zeker niet afkomstig uit de aristocratie. Men spreekt in dit verband in plaats van over Jan Rap en zijn maat, ook wel van ‘Hak en zijn gemak’. Daarentegen wordt Jan Rap ook wel gebruikt voor mensen zonder een standvastig geloof, vrijzinnigen. In de encyclopedie Ensie wordt verwezen naar Het Groot Scheldwoordenboek van Marc de Coster, die meldt dat de protestantse dichter-theoloog P.A. De Génestet (1829-1861) ‘Jan Rap en zijn maat’…

“…gebruikte in de zin van: iemand die al te snel nieuwe wetenschappelijke inzichten omarmt ten koste van religieuze opvattingen.”

Petrus de Génestet deed dit in zin werk Leekedichtjes uit 1860, later heruitgegeven in Dichtwerken, waarin hij schreef:

“Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer!
Hij houdt niet van die vromen:
Hij geeft geen weerga om de leer,
En smaalt van ‘breede zoomen.’
Hij vindt geen waren christengeest
Bij al die fijne kwezels;
Hij zegt ‘de Liefde is ’t hoogst, is ’t meest,’
En scheldt hen uit voor Ezels.”

In de recente geschiedenis is het gezegde Jan Rap en zijn maat meermalen gebruikt. Bijvoorbeeld in een gelijknamig boek van Yvonne Keuls uit 1977, dat later ook verfilmd is. Ook in de Nederlandse politiek van de jaren 1980 was de term populair. Zo werden minister-president Ruud Lubbers en dienst secondant Gerard van der Wulp in De Haagse Post van 12 december 1987 als ‘Jan Rap en zijn maat’ betiteld. Ook de Centrum Democraten (CD), met hun vrij algemeen gehate voorman Hans Janmaat, is in de media wel spottend aangeduid als ‘Janmaat en zijn Rap’.

Enkele oude vindplaatsen van ‘Jan Rap en zijn maat’

Erasmus' Lof der Zotheid - Tekening van Hans Holbein de Jonge in de marge van een vroege druk (Bazel 1515)
ErasmusLof der Zotheid – Tekening van Hans Holbein de Jonge in de marge van een vroege druk (Bazel 1515)
Het gezegde Jan Rap en zijn maat was in de zeventiende eeuw een veelgebruikte benaming voor het mindere scheepsvolk op de schepen van de VOC en WIC. Maar de term werd al in de zestiende eeuw in de Nederlanden gebruikt. Vermoedelijk de oudste vermeldingen treffen we aan bij de Renaissance-man en humanist Desiderius Erasmus (1496-1536). In minstens twee van Erasmus’ werken komt Jan Rap en zijn maat als gezegde voor. In zijn Colloquia (Gesprekken, 1518) is – in een vertaling uit 1634 – deze passage te vinden:

“…heb ick gheen ghebreck van soete ende vermakelijcke medegesellen, ja veel lieflijcker en aenghenamer alst ghemeen Jan Rap ende zijn maet?”

Eerder nog in diens beroemde Lof der zotheid (oorspr. 1511; herdruk uit 1952):

“Want waartoe zou het dienen, te spreken over Jan Rap en zijn maat, die toch zonder kwestie geheel mijn eigendom zijn? Zij vertoonen immers de Zotheid overal in zulk een rijkdom van vormen en verzinnen dagelijks zooveel nieuwe, dat zelfs geen duizend Democritussen) daarover genoeg zouden kunnen lachen.” (p.94)

Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Bron: Wikimedia
Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Bron: Wikimedia
Andere oude vermeldingen treffen we aan bij de dichter en rederijker G.A. Bredero (1585-1618), in diens ‘Klucht van een Huys-man en diens barbier‘ (1622) en in zijn Moortje (1617). In het laatste toneelstuk schrijft Bredero:

“Dat weet en sietmen wel aan Jan rap en zijn maat,
En aande ghene die treck-beenen by de straat.
En an sommighe mans die haer vrouwtjes bedurven
In voeghen dat sy zijn ellendich noch gesturven!
Wat zijn de hoeren meer als fenijn voor de jeucht
En putten des bederfs, en pesten van de deucht?”

Ten slootte komt Jan Rap en zijn maat terug in het werk van de bekende dichter Joost van den Vondel (1587-1679).

Herkomst van Jan Rap en zijn maat

Duidelijk is dat Jan Rap en zijn maat al minstens sinds de vroege zestiende eeuw in onze taal bekend is. Maar hoe moet de betekenis van geteisem, gespuis, achterbuurvolk precies worden verklaard? Het ontnuchterende antwoord luidt dat de herkomst onbekend is. Wel hebben allerlei theorieën de ronde gedaan.

Een historische verklaring zoekt de herkomst van Jan Rap en zijn maat bij een zekere Daniël Raap (1703-1754), die in de vroege achttiende eeuw de leiding had over de Doelisten, die bijeenkwamen in de Kloveniersdoelen te Amsterdam. Deze Daniël Raap wordt wel de ‘meest gehate Amsterdammer van de achttiende eeuw’ genoemd. We zagen al dat dit niet kan kloppen, omdat Erasmus de uitdrukking al in 1511 gebruikte, en ook Bredero en Vondel in een aanzienlijk eerder stadium.

Andere verklaarders wijzen op het werkwoord ‘rapen’ of ‘oprapen’. Het zou bij Jan Rap en zijn maat gaan om een ‘samenraapsel’, dus een zooitje ongeregeld.

Weer een andere theorie wijst op Jan Rap als verkorting van het scheldwoord rapaille, waarbij ‘rap’ zoiets betekent als ‘schurft’. Schurftvolk dus. In het Groningse dialect bestaat de uitdrukking ‘rap en roet’, wat staat voor ‘allerlei onkruid’ en daar figuurlijk wordt gebruikt voor slecht volk. Al met al blijft het dus onduidelijk waar de zegswijze Jan Rap en zijn maat etymologisch precies vandaan komt.

Boek: Top 100 meest gestelde vragen over het Nederlands

Bronnen

-https://www.ensie.nl/scheldwoordenboek/jan-rap-en-zijn-maat
-http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1033.php
-http://www.dbnl.org/tekst/gene002dich01_01/gene002dich01_01_0071.php
-http://www.let.leidenuniv.nl/Dutch/Latijn/ErasmusColloquia1634.html
-https://jalta.nl/geschiedenis/daniel-raap-de-meest-gehate-amsterdammer-van-de-achttiende-eeuw/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_(voornaam)
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Rap_en_z%27n_maat

×