Dark
Light

Identiteit twee opvarenden VOC-schip Rooswijk gevonden

Auteur:
2 minuten leestijd
Maritiem archeologen duiken naar VOC wrak de Rooswijk (RCE)
(RCE)

Onderzoekers zijn erin geslaagd de identiteit van twee opvarenden van het VOC-schip Rooswijk te achterhalen. Deze Nederlandse Oost-Indiëvaarder (VOC) zonk in januari 1740 op de Goodwin Sands in Kent, met een grote lading zilveren staven en munten aan boord. De laatste jaren wordt veel onderzoek naar dit scheepswrak gedaan.

In het Archief van het Aalmoezeniersweeshuis van Amsterdam vonden onderzoekers de namen van twee van de opvarenden: Jacob Boon en Jan Lindesmit. Beiden lieten het leven tijdens de scheepsramp. In totaal zijn nu vierentwintig opvarenden van de Rooswijk bekend. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE):

“De meeste zijn gevonden via de notariële archieven van Amsterdam. VOC-opvarenden gingen kort voor vertrek vaak langs een notaris voor hun testament of om hun vrouw, familielid of goede bekende te machtigen hun zaken waar te nemen tijdens hun afwezigheid. In dergelijke aktes werd altijd de naam van het VOC-schip vermeld waarmee de comparant ‘op vertrek stond’ om naar Indië te varen.”

Inschrijving van Annetje Boon, een van de kinderen van Jacob
Inschrijving van Annetje Boon, een van de kinderen van Jacob (Stadsarchief Amsterdam)
De namen van de twee ‘nieuwe’ opvarenden doken echter op in het Archief van het Aalmoezeniersweeshuis van Amsterdam. Dit armenhuis, opgericht in 1666 op de Prinsengracht, nam wezen, verlaten kinderen en vondelingen op. De namen van de opvarenden zijn ontdekt door twee genealogen: Els Vermij en Willem-Jan van Grondelle. Ze spoorden ook biografische gegevens op:

“Zo bleek de reis met de Rooswijk de eerste reis van Jacob Boon te zijn. In 1737 was hij nog ‘groenkoper’, oftewel groentekoopman. Jan Lindesmit had meer ervaring met reizen naar de Oost: hij was al op twee reizen geweest, eerst als koksmaat van 1729 tot 1731 en vervolgens als kok van 1732 tot 1735. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat Lindesmit op zijn reis met de Rooswijk ook kok was.”

Fragment uit de documentaire ‘Het geheim van de Rooswijk’ (2017).

Rooswijk

De Rooswijk zonk slechts één dag na vertrek, met een een grote lading zilveren staven en munten aan boord. In 2017 deden archeologen nog onderzoek in het wrak. Toen werden ook menselijke resten gevonden. Kostbare lading werd toen niet aangetroffen. In 2005 werd het wrak namelijk ook al onderzocht door avonturier en commercieel berger Rex Cowan. Hij haalde de kostbare lading boven water. Cowan maakte daarover afspraken met het ministerie van Financiën (beheerder van de materiële erfenis van de VOC). Een kwart van de ‘buit’ ging naar de Nederlandse staat, de rest was voor Cowan.

Tegenwoordig is het wrak van waarde voor archeologen om meer te weten te komen over deze tijdsperiode. In totaal zijn zo’n tweehonderdvijftig Nederlandse VOC-schepen vergaan, waarvan er slechts een dertigtal zijn gelokaliseerd. Niet eerder werd een VOC-schip op deze schaal wetenschappelijk onderzocht en opgegraven.

De Rooswijk is een beschermd wrak dat ook geregistreerd staat in het zogeheten ‘Heritage at Risk’ register van Historic England, een lijst van de sites die het meest bedreigd worden en bescherming nodig hebben voor de toekomst. Het wrak wordt onder andere bedreigd door natuurlijke omstandigheden, zoals stroming en verschuiven van zandlagen, maar ook door duikers die het wrak bezoeken. De Goodwin Sands is een gebied dat bekend staat om de rijkdom aan scheepsresten waar regelmatig op wordt gedoken.

Lees ook: Lichaamsresten gevonden in VOC-wrak ‘De Rooswijk’
…of: Maritiem archeologen duiken naar VOC-wrak de Rooswijk
Boek: De Rooswijk. Een scheepswrak, zijn bemanning en het leven in de 18de eeuw

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.323 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×