Als afgesproken wordt om over een bepaalde zaak niet (meer) te spreken of om aan iets geen ruchtbaarheid te geven, wordt wel gezegd dat de zaak “in de doofpot” wordt gestopt.
Deze uitdrukking verwijst letterlijk naar een doofpot die men vroeger, vooral in de tijd van de huiskachels, gebruikte om gloeiende kolen of stukjes gebrande turf in te leggen, zodat deze konden uitdoven. Doorgaans zat er een deksel op deze potten zodat het proces sneller verliep. Net zoals men in figuurlijke zin soms wil dat de aandacht voor bepaalde onderwerpen wegebt als de kwestie in de doofpot wordt gestopt, koelen ook de kooltjes langzaam af. Na een tijdje in de doofpot te hebben gelegen is er niets gloeiends meer te zien.