Wie in Charons boot is getreden, maakt het niet al te best. Deze uitdrukking wordt namelijk gebruikt om aan te geven dat een bepaald persoon is overleden. De zegswijze is ontleend aan de Griekse mythologie.
In de Griekse oudheid geloofde men dat overleden na hun dood als schimmen voortleefden in het onderaardse dodenrijk van Hades. Om dit rijk te bereiken moest men echter eerst de mythische rivier de Styx oversteken. Hiervoor was de hulp van de veerman Charon nodig. Wie in Charons bood trad, was dus overleden en maakte nog maar één tocht: die naar het eeuwige dodenrijk. Om de veerman te betalen, legden de oude Grieken hun overleden naasten vaak een munt (obool) onder de tong. Wie geen munt in de mond had, was gedoemd tot het eind der tijden langs de rivieroever te dwalen.
Herakles en Orpheus
Charon werd doorgaans voorgesteld als een oude man. Hij komt onder meer voor in de mythe van de held Herakles. Als die op een dag opdracht krijgt de hellehond Cerberus te ontvoeren, reist hij af naar de rivier de Styx. Charon weigert hem aanvankelijk naar het dodenrijk te brengen. In zijn boot vervoert hij normaal gesproken immers alleen de zielen der gestorvenen… Herakles dwingt hem echter tot medewerking. Charon komt verder voor in het verhaal van Orpheus. Die weet de veerman met mooie muziek over te halen hem naar het dodenrijk te brengen, zodat hij zijn geliefde Eurydice terug kan halen.
Gerelateerd: In Morpheus armen liggen
Overzichtspagina: Griekse mythologie
Lijst van historische uitdrukkingen en gezegden