Het conclaaf – Hoe wordt een paus gekozen?

Regels, rituelen en rooksignalen
4 minuten leestijd
Sixtijnse Kapel, conclaaf
De Sixtijnse Kapel, de plek waar kardinalen bijeenkomen om tijdens het conclaaf een nieuwe paus te kiezen (CC BY-SA 3.0 - Maus-Trauden - wiki)

Het hoofd van de Katholieke Kerk is de paus, in het Latijn papa genoemd. De paus wordt gezien als de plaatsbekleder van Jezus Christus en de opvolger van Petrus, de apostel die volgens de overlevering van Christus de sleutels van de hemel kreeg. De pausen worden daarom, als opvolgers van de heilige Petrus, ook wel ‘sleutelbewaarders’ genoemd.

Wapen van de Heilige Stoel
De bisschoppen van Rome noemden zichzelf vroeger vaak paus. De eerste die dit deed was Siricius (ca. 334-26 november 399). Ook zijn voorgangers worden echter, met terugwerkende kracht, gezien als paus waardoor Siricius officieel aangemerkt wordt als de achtendertigste paus. Sinds Siricus zijn er een groot aantal pausen geweest. De in april 2025 overleden paus Franciscus gold als de 266e paus van de Katholieke Kerk.

Kardinaal Mariano Rampolla
Kardinaal Mariano Rampolla
Pausen zijn niet altijd op dezelfde manier gekozen. Aanvankelijk werden ze gekozen door de clerus (geestelijkheid) en het volk van Rome. Dit in het bijzijn van de bisschoppen uit naburige steden die, nadat de keus gemaakt was, de nieuwe paus gelijk de bisschopswijding toedienden. Vanaf de vierde eeuw gingen de keizers zich steeds meer met de benoeming bemoeien en had het ‘gewone volk’ steeds minder in te brengen.

Ook kwam het wel eens voor dat een paus zijn eigen opvolger benoemde. Paus Felix III deed dat bijvoorbeeld. Deze paus voelde in het jaar 530 zijn einde naderen en riep toen zijn hele gevolg bijeen. Waarschijnlijk om te voorkomen dat er na zijn dood onenigheid zou ontstaan, bepaalde hij dat hij dat aartsdiaken Bonifatius na zijn dood de nieuwe paus moest worden. In de periode hierna grepen keizers en koningen weer vaak in.

In 1059 bepaalde paus Nicolaas II dat voortaan alleen kardinaal-bisschoppen nog een nieuwe paus mochten kiezen. Ruim honderd jaar later, tijdens het Derde Lateraans Concilie (1179), kregen alle kardinalen het uitsluitend keuzerecht. Er was echter nog wel zoiets als een vetorecht dat door koningen en keizers kon worden opgeëist. Zij konden een benoeming van een ongewenste kandidaat hierdoor dus blokkeren.

Pius X
Pius X
Begin twintigste eeuw werd dit recht voor het laatst aangewend. De keizer van Oostenrijk, Frans Jozef I, maakte toen gebruik van het zogenoemde Ius Exclusivae (Recht van uitsluiting), een oud recht van koningen om aan te geven tegen welke personen zij grote bezwaren hadden. Aanvankelijk leek het er in 1903 op dat kardinaal Mariano Rampolla tijdens het conclaaf tot paus zou worden gekozen, maar Frans Jozef I had bezwaren, onder meer omdat Rampolla naar zijn smaak te Fransgezind was. Uiteindelijk werd hierdoor niet Rampollo maar de patriarch van Venetië, Giuseppe Melchiorre Sarto, gekozen tot nieuwe paus: Pius X.

Deze nieuwe paus schafte het Ius Exclusivae na zijn aantreden overigens direct af en introduceerde bovendien een geheel nieuwe regeling voor de pauskeuze. Deze nieuwe regeling is, op hoofdlijnen, vandaag de dag nog altijd gangbaar.

Pauskeuze

Nadat het ambt van paus vacant is geworden, meestal door het overlijden van de paus, komen de kardinalen bijeen in de Sixtijnse Kapel in Rome. Meestal gebeurt dit vijftien dagen na de dood van de vorige paus. Alleen de kardinalen die in Rome aanwezig zijn hebben het recht om te stemmen. Sinds 1971 mogen kardinalen die ouder zijn dan tachtig niet meer deelnemen.

Witte rook boven de Sixtijnse kapel om aan te geven dat het College van Kardinalen een nieuwe paus heeft gekozen
Witte rook boven de Sixtijnse kapel om aan te geven dat het College van Kardinalen een nieuwe paus heeft gekozen (CC BY-SA 3.0 – Vdp (edição) – wiki)
In de Sixtijnse Kapel bespreken de kardinalen de potentiële kandidaten en vervolgens wordt er gestemd. Meestal is deze stemming geheim. Er wordt net zo lang gestemd tot er een kandidaat is die tweederde van de stemmen heeft gehaald. Na elke stemming worden de stembriefjes verbrand. Aan de kleur van de rook kunnen de gelovigen op het Sint Pietersplein als het goed is zien of er een nieuwe paus is gekozen. Als de rook (sfumata) wit is dan is er een nieuwe paus gekozen en als dit niet het geval is dan is de rook een stuk zwarter. Om zwarte rook te produceren voegden de kardinalen vroeger vaak nat stro aan de stembriefjes toe. Tegenwoordig gebruikt men chemicaliën om de gewenste kleur rook te verkrijgen.

Mochten de kardinalen na vier dagen stemmen nog geen nieuwe paus hebben gekozen, dan wordt er een rustdag ingelast. Deze rustdag is bedoeld om de kardinalen met elkaar te laten overleggen en om tijd te hebben voor extra gebed. Daarna volgen telkens zeven stemmingen en een rustdag totdat na veertien dagen een nieuwe kiessleutel wordt gehanteerd. Wie vanaf dat moment meer dan de helft van de kiezers heeft, wordt paus. Zover komt het echter meestal niet. Doorgaans worden de pausen binnen enkele dagen gekozen.

In theorie kan iedere mannelijke katholiek tot paus worden gekozen, maar in de praktijk behoren vrijwel alleen kardinalen tot de serieuze kandidaten.

Etymologie

Het woord conclaaf is afgeleid van het Latijnse con clave, wat letterlijk ‘met de sleutel’ betekent. Het woord verwijst naar het hierboven beschreven proces, waarbij kardinalen zich na het overlijden van een paus in een ruimte afzonderen om in beslotenheid een nieuwe paus te kiezen.

Film

Het pauselijke conclaaf staat ook centraal in de film Conclave (2024), gebaseerd op een roman van Robert Harris. In dit fictieve verhaal worden vooral de politieke spanningen, persoonlijke ambities en geheimen binnen het kardinalencollege belicht. Bekijk hieronder de trailer van deze film:

0
Reageren?x
×