Ino is een bekend personage uit de Griekse mythologie. Als een van de vele vrouwelijke stervelingen wordt ze het slachtoffer van de jaloezie en de wraakzucht van de godin Hera.
Ino (ook bekend als Leucothea, wat in het Grieks ‘witte godin’ betekent) was een dochter van Cadmus, de Fenicische koning van Thebe, en diens echtgenote Harmonia.
Een moordzuchtige stiefmoeder
Ino stond zelf niet alleen bekend om haar goedheid. Als ze op een dag met een man genaamd Athamas trouwt, krijgt ze daar twee stiefkinderen bij: een zoon genaamd Phrixus en een meisje met de naam Helle. De twee zijn geboren uit een eerder relatie van Ino’s kersverse echtgenoot. Die viel ooit namelijk voor de charmes van de wolkennimf Nephele. Ino is blij dat Athamas de nimf speciaal voor haar verlaten heeft, maar van haar stiefkinderen moet ze niets hebben. Ze ziet liever dat ze nooit volwassen worden. Om te voorkomen dat ze de twee kinderen toch opgroeien overtuigt Ino alle vrouwen in de omgeving ervan dat ze zaden die ze willen planten, eerst moeten roosteren. Door dit slechte advies groeit er in de hele omgeving al snel niets meer en dreigt een hongersnood.
In de hoop deze ramp af te kunnen wenden stuurt Athamas hierop enkele mannen naar het orakel in Delphi. Ino koopt de raadgevers echter om en laat hen zeggen dat de hongersnood alleen voorkomen kan worden als Phrixus en Helle aan de goden worden geofferd.
Athamas besluit gehoor te geven aan deze eis, maar kort voordat de kinderen daadwerkelijk worden gedood, grijpt hun moeder Nephele in. Ze stuurt een gevleugeld gouden ram genaamd Chrysomallos op de kinderen af. Dit wezen helpt de kinderen ontsnappen. Helle overleeft de bijzondere reis echter niet. Als de ram in de buurt van Thracië vliegt, buigt het meisje zich voorover om de aarde te kunnen kijken. Pardoes tuimelt ze echter naar beneden en verdrinkt. Het water waar ze sterft staat sinds die tijd bekend als de Hellespont. Phrixus overleeft de reis. Hij reist naar Kolchis, trouwt daar later met prinses Chalciope en ontvangt het mythische Gulden Vlies.
Voedster van Dionysos
Ino is echter vooral bekend als de voedster van Dionysos (Bacchus), de god van de wijn en de vreugde die ooit door Zeus werd verwerkt bij haar zus Semele. Dit tot groot ongenoegen van Zeus’ jaloerse vrouw Hera. Om wraak te nemen op de zwangere prinses daagt Hera haar uit aan de oppergod te vragen of hij haar wil bezoeken zoals hij zich normaal gesproken alleen toont aan zijn vrouw.
Semele trapt in deze valstrik. Als Zeus zich als donder en bliksem aan zijn geliefde toont, wordt Semele door al deze kracht gedood. De nog ongeboren Dionysos wordt nog net gered. Zeus verwijdert hem uit het lichaam van zijn stervende geliefde en bewaart de jongen tot zijn geboorte in zijn eigen dij.
Na de geboorte ontfermen verschillende nimfen zich over de jonge Dionysos en op voorstel van de god Hermes zoogt Ino hem, zonder dat Hera dit weet. Als de jaloerse godin ontdekt dat het kind van Semele nog altijd leeft en wordt gezoogd door haar zus, besluit ze opnieuw wraak te nemen.
De godin daalt af naar de onderwereld en zet de wraakgodinnen (Furiën) tegen Ino en haar echtgenoot Athamas op. Een van hen, Tisiphone, een godin vol onheil, bezoekt dan het paleis van het ongelukkige echtpaar. De Romeinse geschiedschrijver Ovidius beschrijft deze gebeurtenis beeldend in zijn Metamorfosen:
Boek IV: 488-499 – Vert: M. d’Hane-Scheltema
Door toedoen van de wraakgodin worden de twee waanzinnig. In een moordzuchtig woedende bui doodt Athamas hierna het oudste kind dat hij bij Ino heeft verwerkt. Zijn eveneens krankzinnig geworden echtgenote heeft dan nog één kind over: Melikertes. Door toedoen van Hera stort de prinses zich echter met haar zoontje van een rots. Uit medelijden veranderen de Olympische goden de twee dan in de zeegoden Leucothea en Palaemon.
Odysseus
Als zeegodin speelt Leucothea ook een rol in de Odyssee, het epische werk van de Griekse dichter Homerus. Als de held Odysseus op zelfgebouwd vlot door toedoen van de zeegod Poseidon weer eens in zwaar weer belandt, schiet Leucothea hem te hulp. Homerus:
Rampzalige, zo sprak zij, ‘waarom toch is die Poseidon zo boos op u, dat hij op uw pad niets dan rampen zaait? Wees echter gerust: doden zal hij u niet, hoe hij zich daartoe ook inspant! Doch doe nu nauwgezet, wat ik u zeg. Ge lijkt me een verstandig man. Trek die kleren uit, laat dat vlot van u ten prooi aan de winden, en zwem, alsof uw leven ervan afhing naar de kust van het land der Phaeaken. Daar bent u veilig. En neem nu die sluier van mij aan en bind die om uw middel. Dan zijt ge beschermd tegen gevaar en dood. Doch zodra uw handen het droge raken, bind dan die sluier los, en werp hem ver van u in de zee, en kijk niet om. Odyssee – 5.366-380 – Vertaling Frans van Oldenburg Ermke
In Rome werd Ino ook wel vereerd als Mater Matuta.
Boek: Geïllustreerde Griekse mythologie encyclopedie
Bronnen â–¼
-De grote mythologie encyclopedie – Arthur Cotterell, red. (Veltman) p.55
-Griekse mythologie en godenverering – Maria Mauromataki (Haitalis) p.198-200
-Odyssee – Homerus (Vertaling Frans van Oldenburg Ermke)
-Metamorphosen – Ovidius (Athenaeum) Vert: M. d’Hane-Scheltema
-https://www.theoi.com/Pontios/Leukothea.html