Het begrip isolationisme komt in geschiedenisboeken veelvuldig voor. Wat wordt er precies bedoeld met deze term? Wat is de betekenis van isolationisme? En wat zijn bekende voorbeelden uit de geschiedenis van perioden waarin bepaalde landen zich isolationistisch opstelden?
Betekenis & definitie van isolationisme
Onder isolationisme wordt in de politieke wetenschappen en geschiedwetenschappen het volgende verstaan:
“De politieke neiging van een volk of natie om zichzelf van de wereld buiten hen af te wenden.”
Isolationisme is dus vooral een stijl van buitenlandse politiek, waarbij een land zich terughoudend opstelt op het niveau van internationale betrekkingen.
Voorbeelden van isolationisme in de geschiedenis: Groot-Brittannië & de Verenigde Staten
Een van de meest typerende voorbeelden van isolationisme, is de buitenlandse politiek van Groot-Brittannië in de periode van circa 1875 tot 1902. Deze politieke fase in de Britse parlementaire geschiedenis wordt ook wel – zoals de Canadese politicus George Eulas Foster het verwoordde – splendid isolation (‘schitterende afzondering’) genoemd. Onder aanvoering van conservatieve premiers als Benjamin Disraeli en Robert Gascoyne-Cecil, markies van Salisbury. In 1902 ging Engeland een alliantie aan met Japan – dat daarvan militair-materieel gezien flink profiteerde in de Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905) – en eindigde de fase van splendid isolation.
Een ander bekend voorbeeld van isolationistisch optreden is de politiek die de Verenigde Staten in het interbellum (de periode 1919-1939) voerden. In dat tijdvak, met name in de crisisjaren 1930, hield Amerika zich qua buitenlandse politiek zoveel mogelijk op de achtergrond. Aanvankelijk promootte Woodrow Wilson in zijn Veertien Punten het internationalisme. Maar in de jaren 1930 raakte deze gedachte volledig op de achtergrond en trokken de Amerikanen zich in politiek opzicht terug van het wereldtoneel. Typerend was al het feit dat de Verenigde Staten geen lid van de Volkenbond waren.
Andere belangrijke ijkpunten in dit isolationistische proces waren de Amerikaanse Johnson Act (1934) en de Neutrality Acts (1935–1936), die tot stand kwamen tijdens het presidentschap van Franklin Delano Roosevelt. Deze wetten verboden Amerikanen om economische en/of politieke steun te verlenen aan Europese landen die in een conflictsituatie zaten. Het Amerikaans isolationisme bleef van kracht tot de Japanse aanval op Pearl Harbor, op 7 december 1941, waardoor de Verenigde Staten betrokken raakten bij de Tweede Wereldoorlog.
De Britse politiek van appeasement in de jaren 1930, met als kopstuk de Engelse minister van Buitenlandse Zaken Neville Chamberlain, was ook een vorm van isolationisme.
Lees ook: Imperialisme: betekenis van de term
Boek: Boeken over politieke geschiedenis en internationale betrekkingen
Bronnen â–¼
Internet
-https://www.britannica.com/topic/isolationism-foreign-policy
-https://www.encyclo.nl/begrip/Isolationisme
-https://www.ensie.nl/betekenis/isolationisme
-https://www.britannica.com/topic/20th-century-international-relations-2085155/British-appeasement-and-American-isolationism#ref304270