Jeanne Roos – Bekende journaliste van Het Parool

“Ik ben altijd van de jolige dingen des levens geweest.”
9 minuten leestijd
Jeanne Roos kondigde als eerste televisie-omroepster op 2 oktober 1951 het programma van de Nederlandse Televisie Stichting aan.
Jeanne Roos kondigde als eerste televisie-omroepster op 2 oktober 1951 het programma van de Nederlandse Televisie Stichting aan. (CC0 - J.D. Noske / Anefo - wiki)

Jeanne Roos (1916-2001) was een Nederlands journaliste met joodse wortels. Door haar achtergrond werd ze in de Tweede Wereldoorlog bij een krant ontslagen. In de jaren vijftig en zestig maakte ze naam met haar Roos-rubrieken in Het Parool. Verder trad ze op als cabaretière en mocht ze zelfs de eerste landelijke televisie-uitzending presenteren. Hoe zag het leven eruit van deze bekende journaliste?

Jeanne Marianne Roos werd op 12 oktober 1916 geboren in Den Haag. Op haar derde verhuisde het gezin naar Haarlem. Jeanne had twee oudere broers. Haar ouders waren Philip Roos en Margo Jacobsen die hoewel joods hun kinderen niet met deze godsdienst opvoeden. Volgens Jeanne waren ze erg vooruitstrevend en ruimdenkend.

Een mooi begin

Jeanne had een prettige en onbezorgde jeugd. Ze groeide op in een welvarend huishouden waar de sfeer ontspannen was. Op school deed ze het ook goed. Alleen wiskunde vond ze lastig; zodra ze zich over een ingewikkelde formule boog blokkeerden haar hersenen. In Nederlands was ze veel beter. Na schooltijd was ze voornamelijk bezig met huiswerk of zat ze met haar neus in de bibliotheekboeken. Toch was er was er volgens Jeanne Roos ook genoeg tijd voor ontspanning, zo vertelde ze later in een interview:

“Een keer per maand mocht ik naar de bioscoop… […] Ik had ook dansles. Ik deed vrij veel sporten, zoals zwemmen, tennissen en schaatsen.” Het Parool, 2001

Aan de mooie start kwam op haar veertiende een einde. De wereld kreeg te maken met een economische crisis die ook in Nederland diepe sporen zou trekken. Zo ook bij het bedrijf van haar vader die ondernemer was in kousen en sokken. Zijn handel stortte tijdens de jaren dertig in. Niet alleen de zaak ging ten onder; in 1938 overleed hij op 62-jarige leeftijd.

Kansen bij het Algemeen Handelsblad

Fotopagina van het Algemeen Handelsblad in 1923
Fotopagina van het Algemeen Handelsblad in 1923
In de crisisjaren deed Jeanne wel enige werkervaring op. Zo ging ze, onbetaald, aan de slag bij een bibliotheek en een uitgeverij. In 1934 kreeg ze haar eerste betaalde baan bij het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgerwal in Amsterdam. Ze werd daar hulp bij het foto-archief. Zo moest ze foto’s en negatieven in mappen stoppen en met een rekenlat de fotopagina’s opmeten. Hoewel het geen uitdagend werk was, had ze er toch veel plezier in.

Eind jaren dertig brak een andere ernstige periode aan; de steeds groter wordende dreiging van een oorlog met Duitsland. Deze ontwikkeling had op korte termijn positieve gevolgen voor Jeanne Roos. Toen in 1939 één van de twee fotoredacteuren werd opgeroepen voor militaire dienst, nam Jeanne zijn plaats in. Dat verliep als volgt:

“Ik vroeg: Mag ik zijn werk over overnemen? Je kans pakken – daar gaat het in het leven om. Dus ik ging fotopagina’s bouwen, en onderschriften maken. Da’s veel moeilijker dan je denkt. Iedere dag weer erger ik me aan de buitengewoon slechte fotobijschriften in de kranten. Ze kunnen het helemaal niet meer. Ik kon het wel. Ik kon ook goed koppen maken. Mooi hoor, om zo het journalistiek metier te leren”. De Groene Amsterdammer, 1999

De vreugde was echter van korte duur, want vlak na de capitulatie keerde de fotoredacteur terug en zat Jeanne weer op haar oude plek. Maar de vonk was overgesprongen: dit smaakte naar meer. De eerste stappen van haar journalistieke carrière waren gezet. Het zou nog wel een paar jaar duren voordat ze in dat beroep verder kon groeien.

Ontslag

Het jaar 1941 bracht slecht nieuws. Na jaren vaste dienst bij het Algemeen Handelsblad kwam daar plots een einde aan. Niet omdat ze dat zelf wilde of omdat ze het werk niet aankon, maar vanwege haar Joodse achtergrond. Nederland was bezet en de Duitsers hielden niet alleen de bevolking in toom; ook de krant kwam onder streng toezicht te staan. Bij het Handelsblad werd een nieuwe hoofdredacteur aangesteld waarna ontslag volgde voor alle joodse collega’s. Jeanne herinnerde zich dat moment later maar al te goed:

“Ik kreeg zeven maanden salaris mee. We wisten het allemaal: de joden gingen eruit. Dat was een verordening. Meneer Planten, de directeur van het ‘Algemeen Handelsblad’ nam afscheid: Het ga u goed, juffrouw Roos. Dat was alles. En je accepteerde het. De ellende had nu ook ons bereikt.” De Groene Amsterdammer, 1999

Wat hen op de redactie overkwam, was niet uitzonderlijk. Het overgrote deel van de joden zou vroeg of laat ontslagen worden of hun bedrijf kwijtraken. Hun leefwereld werd steeds kleiner gemaakt.

Onderduiken en verzetswerk

Het jaar erop werden Jeanne en haar moeder Margot opgeroepen voor transport, maar ze wisten hieraan te ontkomen door de Jodensterren van hun kleding te trekken en hun persoonsbewijzen te verbranden. Kennissen hielpen hen tijdelijk in Den Haag onder te duiken. Daar scheidden hun wegen. Margot ging naar het Brabantse Vught en versleet daar haar laatste levensdagen; Jeanne kreeg een onderkomen in een huisje op de hei bij Voorthuizen, onder de schuilnaam Marian Smeets.

Na anderhalf jaar besloot Jeanne dat het niet meer veilig was op de Veluwe. Via kennissen kwam ze in Amsterdam terecht. In de hoofdstad raakte ze al snel betrokken bij het verzet. Als koerierster bracht ze in het geheim springstofpoeder, revolvers en handgranaten rond. Ook hielp ze bij het vervalsen van formulieren van de Arbeitseinsatz (arbeidsinzet). Over dat werk in het verzet had Jeanne Roos gemengde gevoelens:

“…het lijkt op heldendaadjes wat ik gedaan heb. Maar ik moet gewoon m’n bek houwen. Wat heb ik nou meegemaakt? M’n doel is bereikt, uit handen van de Duitsers te blijven.” De Volkskrant, 1981

Aan de slag bij Het Parool

In het laatste oorlogsjaar kwam Jeanne in contact met Frans Goedhart, ook wel bekend onder zijn pseudoniem Pieter ‘t Hoen. Hij was de oprichter van de verzetskrant Het Parool. Hij vroeg haar of ze, wanneer de oorlog eenmaal voorbij was, bij de krant zou willen komen werken. Een nieuwe kans bood zich dus aan en Jeanne hoefde hier niet lang over na te denken: ze zei meteen ja.

Frans Goedhart in februari 1946. (Foto Nationaal Archief CC0)
Frans Goedhart in februari 1946. (Foto Nationaal Archief CC0)
Met het in dienst treden bij Het Parool begonnen “de mooiste jaren” van haar leven (Hagen, 2002). Ze was pas achtentwintig en ging aan de slag als fotoredacteur, een “geweldige start”. Al snel mocht ze ook nieuwsverslagen en reportages maken. Haar schrijftalent bewees ze als eerste met haar verhalen over Gijsbert Konijn. Dit was een wekelijks terugkerend feuilleton over een konijn die was gaan rondzwerven nadat hij zijn baasje had horen zeggen dat hij een ‘best hapje voor de kerst’ was en ‘een mooi bontje voor de kleine meid’. Tijdens de zwerftocht ontmoette hij verschillende wijze dieren.

Cabaret

De krant was haar leven; Jeanne was er niet weg te slaan. Buiten de pagina’s hield ze ervan taalkundige stukjes op te voeren op personeelsfeestjes met een paar andere collega’s zoals Simon Carmiggelt en Wim Hora Adema. Zo werd het journalistencabaret De Inktvis geboren – voor Annie M.G Schmidt dé springplank naar het grote publiek. Toen een oorlog in Korea dreigde uit te breken, zong Jeanne onder andere het lied Mijn eigen krant. De tekst ging als volgt:

“Ik sta hier met mijn eigen krant, daar staat geen nieuws in, dat is waar, geen enkele politieke hetze, geen bruine baby van Seretse, geen eens een Heilig jaar, Ik sta te wachten op een klant, maar niemand, niemand koopt die krant. […] Da’s alles wat mijn krant kan bieden: ‘t Geluk van hele kleine lieden en niet alleen van deze twee, maar ook in Hoorn en Zierikzee. Van al die kleine bange mensen, die stuk voor stuk geen oorlog wensen, de groenteboer, de conducteur, de orgeldraaier voor de deur. Wij willen nog tien jaren leven. Is dat teveel? Nog acht… nog zeven…” Voor zover plaats aan de perstafel…, 1986

Bij De Inktvis ontplooide zich zo een talentvolle optreedster. Dat hadden cabaretiers Wim Sonneveld en Wim Kan snel door. Roos werd zelfs gevraagd om mee te doen aan hun voorstellingen. Maar dit aanbod sloeg ze af. Wel trad ze in de zomer van 1948 op in het Scheveningse Kurhaus-cabaret van toneelspeler Cor Ruis. Hoewel ze zeker aanleg had om op het podium te staan, koos ze uiteindelijk voor de journalistiek. Daar lag haar hart.

2 oktober 1952: de eerste televisie-uitzending
2 oktober 1952: de eerste televisie-uitzending (CC BY-SA 3.0 NL – J.D. Noske / Anefo – wiki)

Eerste televisie-uitzending

Op dinsdag 2 oktober 1951 vond een historisch moment plaats. In Nederland werd de eerste landelijke televisie-uitzending uitgezonden. Dit werd gedaan vanuit Studio Irene in Bussum en Jeanne Roos mocht deze uitzending presenteren. Een hele eer. Haar eerste woorden op de televisie waren:

“Goedenavond dames en heren. Vanavond is het een heel bijzondere avond.” EW Magazine, 2015

Hierna kondigde ze een toespraak aan van J.M.L.Th. Cals, staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en hoogleraar theoloog J.B. Kors. Deze twee prezen de technologische vooruitgang, maar waarschuwden het publiek ook voor “persoonlijke passiviteit en grauwe vervlakking” dat het nieuwe communicatiemiddel in beweging kon zetten. De uitzending werd afgesloten met het eerste Nederlandse televisiespel De toverspiegel.

De rubrieken van Roos

Nadat ze in 1952 in het huwelijksbootje was gestapt met filmmaker Theo van Haren Noman en ze samen een zoon verwachtten, stopte Jeanne Roos in 1955 met verslaggeving. Ze ging zich focussen op een andere journalistieke genre: de consumentenrubriek. Dat paste perfect bij haar, want zo vertelde ze later:

“Het idee kwam van mijn chef, en weer heb ik toen mijn kans geroken: “Mag ik dat doen?” Het werd een ongelooflijk succes. Die rubriek was geschreven in een toon die volstrekt nieuw was voor die tijd. Vrolijk, jolig – ik ben altijd van de jolige dingen des levens geweest.” De Groene Amsterdammer, 1999

Jeanne Roos in 1974
Jeanne Roos in 1974 (CC BY-SA 3.0 NL – NOS – Beeld en Geluid)
Jeanne Roos had twee consumentenrubrieken die ze vol schreef. De eerste rubriek was de Wat had u gehad willen hebben. Hiervoor struinde Jeanne winkels, markten en beurzen af om vervolgens te schrijven over de interessante vondsten zoals de nieuwste lippenstift, ontwerpboekjes om korte filmverhaaltjes te maken en de komst van ‘Lipauter’, een smeersel met schapenkaas, kwark, paprika en nog wat andere kruiden. Haar tweede consumentenrubriek heette de Tips van Roos met veel huis-, tuin- en keukentips. Deze rubriek werd in de jaren vijftig en zestig een groot succes en zou dan ook dertien jaar lang blijven bestaan.

Tot slot werd Jeanne in 1968 gevraagd voor de vrouwenpagina van Het Parool. Deze doopte ze om tot de ‘Roos-pagina’, het was de opvolger van de bekende pagina Voor de vrouw (maar voor haar niet alléén) van journaliste Wim Hora Adema.

De ‘Roos-pagina’ zat vol met wetenswaardigheden over alledaagse zaken. Hierin kwamen zaken als kinderloosheid, opgebroken straten en echtscheidingen bod, maar het ging ook over lenzen, lekkere bonbons en wijn. Dit werd afgewisseld met meer serieuze onderwerpen zoals Argentijnse moeders die protesteerden tegen de verdwijning van hun kinderen tijdens de dictatuur. Tot slot waren er huiselijk geschreven columns als Dichtbij en Dames, dames, dames. Jeanne was breed georiënteerd en voelde met haar journalistieke neus goed aan wat er in de samenleving speelde.

Einde ‘Roos-tijdperk’

Op 22 oktober 1981 verscheen de laatste Roos-pagina. Na zesendertig jaar in dienst te zijn geweest bij Het Parool besloot ze om te stoppen. Dat ze na al die tijd een stempel op de krant had gedrukt, mag blijken uit wat er over haar geschreven is. Zo schreef Piet Hagen in zijn Journalisten in Nederland 1850-2000 (2002) het volgende over de journaliste:

“Jeanne Roos hoorde bij de journalisten/schrijvers van de krant die gespecialiseerd waren in het vertellen van verhalen van het ‘alledaagse leven. […] …het was allemaal stof tot schrijven, altijd in een stijl of je haar hoorde praten. […] Haar ‘Roos-pagina’ was een wezenlijk onderdeel geweest van de vernieuwde journalistiek der ‘Parolisten’”

Het Snoepers Leesboek
Het Snoepers Leesboek
Toen ze stopte met haar rubrieken, werd opgemerkt dat het einde van het ‘Roos-tijdperk’ was genaderd (de Volkskrant, 1981). Maar Roos wist niet van ophouden. Na de krant maakte ze nog jaren reisverhalen voor tijdschriften als Margriet en Avenue. Ook schreef ze boeken zoals Het Snoepers Leesboek over allerlei zoete specialiteiten uit Nederlandse provincies.

Een voltooid leven

Op 30 juni 2001 overleed Jeanne Roos op 85-jarige leeftijd. Hoewel ze weemoedig was over laatste jaren die aanbraken, was ze des te enthousiaster over het leven dat ze had geleid; ze had nar eigen zeggen alles bereikt wat ze wilde. En haar tijd bij Het Parool was de mooiste periode uit haar leven.

Derde deel in een serie over vrouwelijke journalisten in Nederland. Eerder gepubliceerd: Henriëtte van der Mey en Wim Hora Adema. Later volgt nog een artikel over Wil Merkies.

Bronnen

– Biografisch portaal van Nederland. (z.d.). Jeanne Marianne Roos. Geraadpleegd in mei 2022, van http://www.biografischportaal.nl/persoon/12364475
– De Jonge, A. (2017, 18 december). Roos, Jeanne Marianne (1916-2001). Geraadpleegd in mei 2022, van http://resources.huygens.knaw.nl.ru.idm.oclc.org/vrouwenlexicon/lemmata/data/roos
– 1951 – Jeanne Roos: Eerste Nederlander op de tv. (2015, 12 oktober). Elsevier. Geraadpleegd in mei 2022, van https://www.ewmagazine.nl/cultuur/article/2015/10/1951-jeanne-roos-eerste-nederlander-op-de-tv-2700620W/
– Beeld & Geluid. (z.d.). De eerste landelijke televisie-uitzending. Geraadpleegd in mei 2022, van https://wiki.beeldengeluid.nl/index.php/De_eerste_landelijke_televisie_uitzending
– Hagen, P. (2002). Journalisten in Nederland: een persgeschiedenis in portretten 1850 – 2000 (pp. 388-394). Amsterdam: De Arbeidspers.
– Diekerhof, E., Elias, M., & Sax. (1986). Voor zover plaats aan de perstafel: Vrouwen in de dagbladjournalistiek, vroeger en nu (pp. 31-33, 160, 161). Amsterdam: Meulenhoff Informatief.
– Haveman, B. (2001, 2 juli). ‘Grand old lady van de krantenwereld’. De Volkskrant. Geraadpleegd in Atria (Amsterdam) via knipselmap nr. 1656.
– Reeuwijk, van P. (2001, 6 juli). Mevrouw Jeanne Roos vertelt. Het Parool. Geraadpleegd in Atria (Amsterdam) via knipselmap nr. 1656.
– Haveman, B. (1981, 26 oktober). Einde van ’t Roos-tijdperk. De Volkskrant. Geraadpleegd in Atria (Amsterdam) via knipselmap nr. 1656.
– Brandt, E. (1999, 9 juni). ‘Ik had een mannenleven’. De Groene Amsterdammer (pp. 20-21). Geraadpleegd in Atria (Amsterdam) via knipselmap nr. 1656.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×