Bij archeologisch onderzoek in de Utrechtse polder Rijnenburg is een kanaal uit de Romeinse tijd ontdekt. Het gaat om een deel van een vijftien meter brede watergang die de toenmalige Rijn met de Hollandse IJssel verbond. Aan het noordelijke uiteinde ervan, in De Meern, werd vorig jaar al een Romeinse militaire post ontdekt.
De huidige vondst is gedaan bij het zuidelijke deel van de Watergang. De vondst toont aan dat de Romeinen zich hier intensief met de Rijndelta bemoeiden.
Het Romeinse kanaal bevindt zich deels onder de Meerndijk ten zuiden van de A12. Deze dijk werd aangelegd in de dertiende eeuw en rust op een ruim duizend jaar oudere, inmiddels volledig dichtgeslibde watergang. Al langer was bekend dat er in de Romeinse tijd een verbinding bestond tussen de Rijn en de Hollandse IJssel.
Eerdere onderzoeken konden echter niet definitief aantonen dat deze waterweg door mensenhanden was gegraven. Nu is dit wel gelukt. De oever blijkt messcherp in het omringende veen te zijn gestoken, en het kanaal loopt bovendien over minstens achthonderd meter kaarsrecht.
Kanaal van Corbulo
Voor de aanleg van het kanaal groeven de Romeinen onder meer dwarsverbindingen tussen de verschillende riviertakken. De doorsnede van het kanaal lijkt volgens de onderzoekers veel op de beroemde ‘Corbulogracht’. Dit kanaal werd rond het jaar 50 op last van de Romeinse bevelhebber Corbulo gegraven tussen de mondingen van de Rijn en de Maas, vlak achter de duinen. Drie jaar geleden werd bij Oosterhout (Gelderland) ook al een tot dan toe onbekend Romeins kanaal ontdekt, dat de Waal met een noordelijker gelegen riviertak verbond.
Het kanaal bij De Meern is, net als de Corbulogracht, waarschijnlijk halverwege de eerste eeuw aangelegd, als onderdeel van de Romeinse grens (limes). Aan het noordelijke uiteinde van de waterweg, in De Meern, werd vorig jaar een klein militair steunpunt ontdekt dat functioneerde tussen de jaren 50 en 80 van de eerste eeuw, en mogelijk ook later nog. De recente vondsten in Rijnenburg suggereren dat Romeinse militairen in die jaren ook actief waren rond het zuidelijke uiteinde van het kanaal.
Het archeologisch onderzoek in Rijnenburg vindt plaats vooruitlopend op de toekomstige ontwikkeling van het gebied.