Kinderen in de frontlinie: De Russenoorlog op Texel.

Kinderen uit Amsterdam waren getuige
4 minuten leestijd
Beschadigde vuurtoren op Texel, november 1945 (cc - Vlis, J.A. van der / Anefo)
Beschadigde vuurtoren op Texel, november 1945 (cc - Vlis, J.A. van der / Anefo)

Op het eiland Texel verliep de Tweede Wereldoorlog tot 1945 relatief rustig. Het eiland was zelfs zo rustig dat tijdens de hongerwinter in Nederland kinderen uit Amsterdam overkwamen om aan te sterken. Zij kregen al snel de bijnaam ‘Amsterdammertjes’. Aan het eind van de oorlog waren sommige van hen onverwachts getuige van een bloedige opstand.

Kaart van Texel (Rolf Weijburg)
Kaart van Texel (Rolf Weijburg)
De kinderen uit Amsterdam werden ondergebracht bij verschillende Texelse families, die maar al te graag wilden helpen. Voor de toch al grote gezinnen was het vaak geen probleem om een extra kind in huis te halen. Toen tijdens een katholieke mis op Texel gevraagd werd welke families er mee wilden doen, waren er voor het einde van de mis al genoeg aanmeldingen.

In april 1945 liep de Tweede Wereldoorlog in Nederland op het einde. De geallieerden zegevierden op alle fronten. Verschillende delen van Nederland waren al bevrijd en andere gebieden wachtten gespannen totdat zij bevrijd zouden worden.

Op Texel werd de opmars van de geallieerden ook nauwlettend in de gaten gehouden, waaronder door de Georgischen Infanteriebataillons 822 Konigin Tamar, een eenheid van de Duitse Wehrmacht. Zij waren, na aan het Oostfront krijgsgevangen te zijn gemaakt, om verschillende redenen overgestapt naar het Duitse leger, bijvoorbeeld om aan de honger te ontkomen of omdat zij tegen de communisten wilden vechten. Nu het einde van de oorlog naderde, vreesden zij de wraak van Stalin: de communistische leiders beschouwden de Georgiërs immers als landverraders. Daarop besloten zij om iets bijzonders te doen teneinde zichzelf te rehabiliteren: zij zouden Texel gaan bevrijden.

In de nacht van 5 op 6 april schoten de Georgiërs lichtkogels de lucht in en begon hun muiterij. Met messen en bajonetten vermoordden zij de meeste aanwezige Duitsers op het eiland. Zij slaagden er echter niet in om direct het hele eiland in bezit te krijgen, waardoor de resterende Duitsers de tijd kregen om versterking op te roepen en de tegenaanval te openen.

Onder vuur

Harry de Graaf, die destijds als kind met zijn ouders op de Kogerweg – inmiddels de Kogerstraat – woonde, vertrok naar het centrum van Den Burg. Zijn vader vreesde namelijk dat de Duitsers het bunkercomplex Texla, waar de familie naast woonde, flink onder vuur zouden nemen. Daarom trok het gezin naar het centrum, maar ook daar openden de Duitsers met artilleriegeschut de tegenaanval op de muiters. Tijdens deze twintig minuten durende beschieting werd Den Burg onder vuur genomen vanuit Den Helder. De Graaf vertelde mij hierover tijdens een bezoek aan Texel:

‘Ik was toen vier jaar oud. We vluchtten naar schuilkelders of wat maar veilig was. Wij zaten zo veilig mogelijk in de woonkamer op de benedenverdieping in de Warmoestraat. In de huizen links en rechts van ons lagen doden. Ons huis bleef wonder boven wonder intact, afgezien van een kogelgaatje.’

Een pamflet waarschuwt helpers van de Georgiërs voor standrechtelijke executie. (De Russenoorlog)
Een pamflet waarschuwt helpers van de Georgiërs voor standrechtelijke executie. (De Russenoorlog)
Ondertussen vochten de Duitsers zich vanuit het zuiden een weg naar het noorden van Texel. Gestaag wisten zij de Georgiërs terug te dringen. In Cocksdorp werd ook gevochten en sneuvelden vier familieleden van Harry de Graaf. De laatste zes Georgiërs in Cocksdorp, die verschanst zaten in de vuurtoren, pleegden zelfmoord om uit handen van de Duitsers te blijven. Toch was dat niet het einde van het conflict op Texel, want verschillende Georgiërs gingen over op een partizanenstrijd of doken op verschillende locaties onder. De Duitsers lieten het er niet bij zitten en kamden het hele eiland grondig uit. De leider van de muiters, Loladze, werd daarbij doodgeschoten terwijl hij in een greppel lag te slapen.

Gevaar

Twee andere Georgiërs hielden zich in de waterput bij de boerderij Tubantia van de familie Koorn verborgen, terwijl de Duitsers het erf af zochten. Op boerderij De Westen, waar de familie Smit woonde, waren veel mensen in huis. Nederlandse onderduikers, Georgische muiters en de ‘Amsterdammertjes’.

Het herbergen van Georgiërs was niet zonder gevaar. De Duitsers traden hard op tegen Texelaars die de Georgiërs hielpen. Indien de bezetter er achter kwam, dan werd de boerderij in brand gestoken en werden de bewoners standrechtelijk geëxecuteerd. Verschillende van de ‘Amsterdammertjes’, die helemaal niks met dit conflict te maken hadden, sneuvelden in deze tragische periode.

Muiterij?

Op 20 mei kwamen de Canadezen op het eiland en hiermee kwam een einde aan het laatste slagveld van Europa. In juni 1945 vertrokken de Georgiërs naar het communistische oosten. Een enkeling werd door het communistische regime gestraft om een voorbeeld te stellen, maar het merendeel van de Georgiërs keerde huiswaarts. Bij terugkomst in Amsterdam werden verschillende ‘Amsterdammertjes’ niet geloofd met hun verhalen over de Russenoorlog.

“De Russen? Die waren in Berlijn, niet op Texel!”

Andere kinderen waren in Amsterdam gebleven en hadden daar de hongerwinter meegemaakt. Ondertussen kende iedereen op Texel wel iemand die in de Russenoorlog, zoals zij de muiterij noemden, was omgekomen.

Tegenwoordig is de Russenoorlog nog steeds onderwerp van discussie: moeten de Georgiërs als bevrijders worden gezien of probeerden zij slechts hun eigen leven te redden? Momenteel wordt er op Texel meer gesproken over een Georgische muiterij in plaats van een bevrijdingsoorlog. Hoewel zij handelden om hun eigen leven te redden en de Texelse bevolking zwaar getroffen werd door hun muiterij, was en is er toch veel begrip voor de Georgiërs en heeft dit blijvende banden tot gevolg gehad.

Lees ook: Texel, van oorlogsparadijs tot inferno
Boek: Oorlogsparadijs

0
Reageren?x
×