Tijdens een archeologische opgraving in Oosterend op Texel hebben archeologen resten gevonden van een middeleeuwse huisterp, een deel van een zodenhuis en een met hout versterkte waterput.
Misschien is het lege landschap van Noord-Nederland wel op zijn mooist, nu er half december even sneeuw ligt op de winterse akkers. Hier aan ’s lands einde bepalen zo’n 500 wierden (Groningen) en terpen (Friesland) op veel plekken nog steeds het beeld.
Johan van Veen is de bedenker van de Europoort en de Eemshaven. Hij wilde de Wadden inpolderen en pleitte al in 1951 voor het “sluiten van de kustlijn en de aanleg van zoetwatermeren”.
Op het eiland Texel verliep de Tweede Wereldoorlog tot 1945 relatief rustig. Het eiland was zelfs zo rustig dat tijdens de hongerwinter in Nederland kinderen uit Amsterdam overkwamen om aan te sterken. Zij kregen al snel de bijnaam ‘Amsterdammertjes’. Aan het eind van de oorlog waren sommige van hen onverwachts getuige van een bloedige opstand.
De vroegste persoon van wie wij iets kunnen lezen over zijn eigen ervaringen in het gebied van de Frisii lijkt de Romeinse dichter Albinovanus Pedo te zijn geweest.
De poederdoos is gemaakt van verguld messing. Op het deksel staat een afbeelding van Leda en de zwaan. Deze afbeelding verwijst naar een mythologisch verhaal uit de Oudheid.
De Brandaris op de westhoek van Terschelling is de bekendste én oudste vuurtoren van Nederland. De 53,7 meter hoge toren dateert oorspronkelijk uit 1594. Sinds 1965 is de toren officieel een rijksmonument. De geschiedenis van de beroemde toren in vogelvlucht.
Van het tapijt zijn in totaal dertien fragmenten bewaard gebleven. De meeste zijn enkele tientallen centimeters groot. Het kleed is rood van kleur en gemaakt van wol en zijde.