Een schilderij van Johannes Vermeer of niet?

Over de waardering van het schilderij de Lezende man in de collectie van het Rijksmuseum
4 minuten leestijd
Detail van het schilderij 'Lezende man' in de collectie van het Rijksmuseum
Detail van het schilderij 'Lezende man' in de collectie van het Rijksmuseum

De tentoonstelling van het werk van Johannes Vermeer in het Rijksmuseum is een grote publiekstrekker. Talloze mensen zullen daar van de schilderijen van deze Delftse schilder genieten. Het doek Lezende man, waarover enkele uitnemende kunsthistorici zich in het verleden bogen maar waarover niemand zeker weet of het nu wel of geen schilderij van de grote Johannes Vermeer is, zal daar niet bij zijn. Het is wel in het bezit van het Rijksmuseum.

Op 20 april 1941 meldde De Telegraaf dat Rijkscommissaris dr. Seyss Inquart een schilderij van Johannes Vermeer, een ‘Lezende man’ voorstellend, uit Nederlands bezit had gekocht en aan de stad Wenen ten geschenke had gegeven. Het schilderij, dat de rijkscommissaris kocht bij bankier Alois Miedl, die de kunsthandel van de verongelukte Jacques Goudstikker had overgenomen, is een doek van 87,5 bij 66 cm. Het doek is vaag en erg slordig gesigneerd op de band van het boek dat de man zit te lezen met iets dat lijkt op het monogram van Vermeer, maar, zo schrijft de Duitse kunstkenner dr. A. Welcker…

‘…perspectivistisch erg knullig, iets dat nu niet bepaald in de lijn van Vermeer lag.’

Na de oorlog wordt het schilderij teruggegeven aan Nederland. Het staat dan op 17 december 1945 volgens het Interne Aangifteformulier van de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK) opgeslagen in het Frans Hals Museum in Haarlem. Op 31 augustus 1946 wordt Seyss Inquart in het bijzijn van zijn verdediger een verhoor afgenomen en komt ook de aankoop van het schilderij ter sprake. Als ondervrager H. Leonard aan Seyss Inquart vraagt of hij belangstelling heeft voor kunst, zegt hij dat hij wel eens een paar schilderijen heeft gekocht ‘maar eigenlijk alleen om ze aan de Reichsgau Wenen te schenken.’

Seys Inquart zegt over de Lezende man:

‘’Ik heb van de beste experts, bijvoorbeeld Friedländer, een expertise, waaruit blijkt dat mijn schilderij uit de tijd van Vermeer stamt. Ik heb geen kat in de zak gekocht.”

Lezende man - Rijksmuseum Amsterdam
Lezende man – Rijksmuseum Amsterdam

Als de ondervrager hem vraagt wat hij voor het schilderij heeft betaald, zegt de voormalige rijkscommissaris:

“Achthonderdduizend gulden. Men zei me, dat wanneer ik het niet meteen kocht, een ander het zou kopen.”

Afgenomen concentratie

Het werk is volgens kunstkenner dr. A.B. de Vries, die in 1939 het boek ‘Jan Vermeer van Delft’ schreef, niet van dezelfde kwaliteit als bijvoorbeeld Het meisje met de parel of Vrouw met rode hoed. Hij schrijft:

“Het werk toont zowel de zwakke als de sterke kanten van de kunstenaar Johannes Vermeer. Het gaat op en af, nu eens teert hij volkomen op zijn verworven meesterschap, dan weer bereikt hij door concentratie de hoogte van zijn schilderijen van voor 1665. Het is mogelijk dat zijn gezondheidstoestand hem nog maar zelden toeliet zich in zijn werk te verdiepen als voorheen.”

Andere eminente kunstexperts, zoals Max Friedländer, vermoedden dat het om een zelfportret van Vermeer gaat.

Bijna identieke tekening van Jan Casteleyn

Maar dan duikt er een tekening van het schilderij op, een tekening gemaakt door Jan Casteleyn, een veel minder begaafde kunstenaar dan Vermeer. De tekening bevindt zich in het bezit van dr. A. Welcker. Deze vergelijkt de tekening die hij heeft met het schilderij van de Lezende man en schrijft daarover in 1946 in het blad Oud-Holland:

De tekening op naam van Jan Casteleyn
De tekening op naam van Jan Casteleyn – Foto Cees van Hoore
Gelijk men uit de afbeeldingen kan zien bestaat er geen twijfel, of beide staan ten nauwste in verband met elkaar. Het schilderij nu draagt op de boekband op wat vage wijze een voor Vermeer bekend monogram, terwijl de tekening op de balustrade, in 17de eeuws schrift, de duidelijke signatuur ‘Jan Casteleyn fec.’ draagt.

Is deze tekening dan van Vermeer? En heeft men er later den naam van een vrijwel onbekend meester onder geplaatst? Per slot van rekening moet de mogelijkheid niet uitgesloten worden, dat hier een overigens weinig bekend portretschilder, en dat zou dan zeer wel de Haarlemsche Jan Casteleyn kunnen zijn, een voorstudie voor een schilderij heeft vervaardigd; wanneer hij er dan later dit opvallende portret naar vervaardigde, zou dit er op wijzen, dat hij zichzelf ditmaal heeft overtroffen.

Kortom: ook Welcker komt er niet uit.

Pro-nazi of anti-nazi

We gaan even terug in de tijd, naar het jaar 1941, waarin het schilderij zich na de schenking van Seyss Inquart bevindt in het Kunsthistorisches Museum Wien (KHMW). De Weense kranten hebben het hebben over een ‘neu entdecktes Gemälde’ van Vermeer. Directeur Bruno Grimschitz van het (KHMW) twijfelt er echter over of het werkelijk een schilderij van de Delftse meester is. Openlijk verkondigt hij later dat het geen echte Vermeer is. Hij wordt daarna als directeur ontslagen. Baldur van Schirach, Rijksstadhouder en Gouwleider van Wenen, was apetrots op het schilderij, een sublieme aanwinst voor de kunstwereld in Wenen. Pro-Vermeer gold daarom als pro-nazi, anti-Vermeer als anti-nazi. Dus moest Grimschitz maken dat hij wegkwam.

Herkomstgeschiedenis van het schilderij op de website van Stichting Nederlandsch Kunstbezit
Herkomstgeschiedenis van het schilderij op de website van Stichting Nederlandsch Kunstbezit
Door de destijds nieuw benoemde directeur van het KHM in Wenen, Kurt Adriani, is het schilderij geheel schoongemaakt. Hij heeft in een artikel in Kunst dem Volk, dat hoofdzakelijk op röntgenologisch en microchemisch onderzoek berust, het schilderij voor Vermeer opgeëist.

‘Nu de politieke hemel wat is opgeklaard’, zo schrijft Welcker in 1946, ‘lijkt het mij, dat de tijd gekomen is om in rustiger sfeer het voor en tegen van deze toeschrijving te toetsen. Moge de publicatie van mijn tekening het hare daartoe bijdragen.’

Of inmiddels nu rotsvast staat dat de Lezende man wel of niet van Vermeer is, is niet bekend. Op het Interne Aangifte Formulier van de Stichting Nederlands Kunstbezit uit 17 december 1945 staat dat men wat de maker van het doek betreft twijfelt tussen Vermeer en Casteleyn. Op de lijsten van het Bureau Herkomst Gezocht houdt men het op een doek gemaakt door een anonieme kunstenaar. Inmiddels zijn er allerlei nieuwe technieken ontwikkeld om de identiteit van de maker van een schilderij te achterhalen. Of men deze technieken ook bij een onderzoek van de Lezende man heeft toegepast, is niet bekend.

Cees van Hoore werkte als journalist voor De Tijd, Leidsch Dagblad en Haarlems Dagblad. Hij publiceerde een aantal gedichtenbundels en proza bij diverse uitgeverijen. Zijn werk is vertaald in het Duits en het Engels. Zijn lijfspreuk: 'Frappez toujours.'

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×