Wie op oudejaarsnacht te diep in het glaasje heeft gekeken, belooft zichzelf op de eerste januari mogelijk “nooit meer een druppel alcohol te drinken”. Hij of zij wordt dan lid van de blauwe knoop. Waar komt die uitdrukking voor mensen die nooit alcohol drinken of tegen het drinken van alcohol zijn eigenlijk vandaan?
In de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw waren er verschillende verenigingen die het gebruik van alcohol wilden ontmoedigden. Drankmisbruik zorgde namelijk voor veel sociale problemen, onder meer bij arbeiders.
Leden van de verenigingen – die jenever en bier zelf uiteraard altijd lieten staan – waren vaak te herkennen aan een blauwe knoop. Deze geheelonthouders werden daarom ook vaak ‘leden van de blauwe knoop’ genoemd.
Matigheid
Enkele voorbeelden van verenigingen en bonden die pleitten voor een alcoholvrije samenleving, waren de Volksbond tegen Drankmisbruik, de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken en de rooms-katholieke vereniging Sobriëtas (= matigheid). Sommige van deze verenigingen onderhielden zelfs ‘kroegen’ waar geen druppel alcohol geschonken werd.
Tegenwoordig bestaan dit soort geheelonthoudersverenigingen niet meer, maar de uitdrukking ‘van de blauwe knoop zijn’ wordt nog altijd gebruikt. Bent u al lid?
Historische uitdrukkingen (en scheldwoorden)
Boek: De taal van de jaren vijftig
Bronnen ▼
– http://nl.wikipedia.org/wiki/Geheelonthouding