De Nederlander Marinus van der Lubbe werd in 1934 ter dood veroordeeld omdat hij brand zou hebben gesticht in het Duitse parlementsgebouw in Berlijn: het Rijksdaggebouw. Of hij de brand ook echt stichtte wordt betwijfeld. De Duitse militaire leider Hermann Göring zou bijvoorbeeld eens hebben gezegd dat hij zelf de brand had gesticht. Sommigen geloven inderdaad dat de nazi’s de Rijksdag zelf in brand staken om zo een aanleiding te hebben hard op te treden tegen tegenstanders van de NSDAP.

“Het staat als een paal boven water dat de communisten een laatste poging hebben gedaan om door brand en terreur verwarring te stichten om dan in de algemene paniek de macht te grijpen.”

Wie?
Wie de brand in de Rijksdag precies aangestoken heeft blijft onduidelijk. Of Marinus van der Lubbe de eerste Nederlandse verzetsheld was die in opstand kwam tegen de nazi’s of dat hij werd misbruikt door de nazi’s is daarmee ook onduidelijk. Een antwoord op die vraag komt er waarschijnlijk ook nooit.
Maar of de nazi’s de brand nu zelf aanstaken of niet: feit is dat ze er een slaatje uit sloegen. De brand kwam Hitler allesbehalve slecht uit. Een dag na de brandstichting verleende Rijkspresident Von Hindenburg hem onbeperkte macht met een “noodverordening ter bescherming van volk en staat”. Deze bijzondere verordening bleef tot het eind van de oorlog van kracht. Mede dankzij de brand was Hitler alleenheerser geworden…

Jacht op communisten
De Führer greep de brand ook aan om openlijk de jacht te openen op de communisten. Nog op de dag van de brand werden een groot aantal leden en aanhangers van de linkse oppositie opgepakt. Dit verliep zo snel en gestructureerd dat men er over het algemeen van uit gaat deze arrestaties al lang voorbereid waren. Door de Rijksdagbrand kon men in één klap met veel tegenstanders afrekenen.
Steun VARA
De VARA zond op de radio in 1934 drie minuten stilte uit. Dit om te protesteren tegen de doodstraf die Marinus van der Lubbe was opgelegd. De regering was hier niet blij mee en strafte de VARA zelfs door hen een dag zendtijd af te pakken.
Na zijn dood

Al in 1934 schreef Willem Elsschot een gedicht over de ongelukkige communist. De laatste strofen van dat gedicht gaan als volgt:
“Jongen, met je wankel hoofd
aan den beul vooruit beloofd,
toen je daar je lot verbeidde
stond ik wenend aan je zijde.[…]
Moog je geest in Leipzig spoken
tot die gruwel wordt gewroken,
tot je beulen, groot en klein,
door den Rus vernietigd zijn”
In 1999 maakte cineast Joost Seelen een documentaire over Marinus van der Lubbe: Water en Vuur. Hierin werd hij niet zoals gebruikelijk neergezet als een wat schlemielig figuur, maar als een bevlogen idealist die in opstand kwam tegen het fascisme.
Marinus van der Lubbe steekt de Rijksdag in brand
Boek: De Rijksdag staat in brand – Het laatste geheim van het Derde Rijk