Mérida is de hoofdstad van het Spaanse autonome gebied (Autonomía) Extremadura, gelegen in het zuidwesten van het land. Geen imposante metropool, maar de stad herbergt een schat aan Romeinse bouwwerken en kunst zonder weerga.
Stad van veteranen
Hoewel er diverse aanwijzingen zijn dat de plek waar nu de stad Mérida ligt in prehistorische tijden bewoond is geweest, was er voordat keizer Augustus deze stad stichtte, nauwelijks sprake van een nederzetting van enige omvang. De stad is dus echt door de Romeinen uit de grond gestampt. Dat gebeurde vanaf het jaar 25 v.Chr., toen de zogeheten Cantabrische oorlogen bijna ten einde waren en Augustus besloot een plaats te creëren waar de veteranen uit de Romeinse legers van hun rust konden genieten. Vandaar dat de stad de naam kreeg van Augusta Emerita.
Maar Mérida vervulde ook een strategische rol, want gelegen aan een doorwaadbare plek in de rivier de Guadiana (in de Romeinse tijd Ana genaamd) vormde het een knooppunt van routes naar het noorden en zuiden (de Vía de la Plata) en naar het oosten, richting de eerder ontstane provincies van het Romeinserijk (Baetica, Tarraconensis) op het Iberisch schiereiland. De Vía de la Plata is een Romeinse weg die, in tegenstelling tot wat de naam suggereert, nooit gebruikt is als handelsroute voor het transport van zilver. De Romeinen gebruikten hem voor het verplaatsen van legertroepen. De weg liep van Mérida naar Astorga. Nu is de naam Ruta de la Plata in zwang voor de weg die Sevilla verbindt met het aan de Atlantische kust gelegen Gijón. Augusta Emerita groeide uit tot de hoofdstad van de westelijke provincie Lusitania die zich uitstrekte tot aan de Atlantische kust.
Theaters en waterloopkundige werken
Mérida is een plaats die primair zijn bekendheid geniet vanwege de Romeinse bloeiperiode die eindigde met de komst van de Visigoten in de loop van de vijfde eeuw. Gedurende de vijftienhonderd jaar nadien tot aan de dag van vandaag is Mérida nooit meer de stad geweest met de grandeur die het had in de Romeinse tijd. Pas nu neemt de betekenis van deze stad weer toe. Met name het aanmerken van de Romeinse bouwkundige en artistieke erfenis als nationaal erfgoed (Patrimonio Nacional) heeft geleid tot een aanzienlijke aanwas van het toerisme. En ook deze stad heeft zoals veel andere Spaanse steden geprofiteerd van het lidmaatschap van de EU. De parallel en tegelijk het contrast tussen de Romeinse tijd en het heden wordt goed weergegeven door het zicht op twee bruggen, de 2000 jaar oude Puente Romano en de Puente Lusistania die dateert uit 1991. Vraag is welke van deze twee bruggen er over 2000 jaar nog staat.
Meest spectaculaire bouwwerken die de Romeinen hebben nagelaten in Mérida zijn de vlak naast elkaar gelegen Teatro en Anfiteatro die in dezelfde periode werden gebouwd en in het jaar 16 respectievelijk 8 v.Chr. in gebruik genomen. Het Teatro bood ooit plaats aan ongeveer zesduizend toeschouwers en is – om te voorkomen dat spelers en toeschouwers last hadden van de wind – deels ingebouwd in de heuvel die het hoogste punt vormt van de stad. De tribunes, bereikbaar via zestien poorten bestonden uit drie gedeelten die van hoog tot laag in omgekeerde volgorde de sociale hiërarchie weerspiegelden die in de Romeinse tijd gebruikelijk was. Naast het Teatro ligt het Anfiteatro waarin toeschouwers zich konden verlustigen aan de strijd tussen gladiatoren of tussen mens en roofdier. Voor dat laatste werden vaak slaven ingezet die geen wapens konden hanteren en dus geen schijn van kans hadden, maar er vochten ook veteranen die uiteraard bedreven waren in de vechtkunst.
Het Anfiteatro meet 126 meter in de lengte-as, de eigenlijke arena beslaat een oppervlakte van ongeveer 55 x 41 meter en bood plaats aan 15.000 toeschouwers. Veel materiaal van het Anfiteatro is later gebruikt voor andere bouwwerken en de bovenste ring van de tribune is in de moderne tijd zelfs met dynamiet opgeblazen. In de arena was een kruisvormige ruimte uitgegraven die was afgedekt met een vloer rustend op houten palen. In deze ruimte bevonden zich onder andere de kooien voor de wilde dieren. Enorm is de Romeinse Circulo van Mérida, een draf- en renbaan met een oppervlakte van meer dan 30.000 vierkante meter waarvan slechts enkele resten bewaard zijn gebleven. Deze Circulo kon 35.000 toeschouwers herbergen en behalve voor de rennen werd het waarschijnlijk ook gebruikt voor simulaties van veldslagen.
De Romeinen waren meesters in de creatie van watervoorzieningen. Mérida betrok water van twee stuwmeren waarvan die van Proserpina nog altijd in gebruik is. Vanaf dit meer werd het water over een afstand van enkele kilometers naar de stad geleid. Om geen hoogte te verliezen bouwden de Romeinen imposante aquaducten waarvan de Acueducto de Milagros de beroemdste is. Dit aquaduct was honderden meters lang en bereikte een hoogte van 25 meter. Eenmaal in de stad werd het water opgeslagen in bassins voor zuivering waarna het gedistribueerd werd via vernuftige waterlopen tot in woningen en andere gebouwen.
Het Museo Nacional de Arte Romano van Mérida
Ter viering van het tweeduizend jarig bestaan van de stad, besloot Spanje tot de bouw van een nieuw museum voor Romeinse kunst dat het oude uit 1836 zou vervangen. Dit nieuwe museum, het Museo Nacional de Arte Romano, werd in 1986 geopend door de Spaanse koning in aanwezigheid van de Italiaanse president. Het is ontworpen door de architect Rafaél Moneo die tal van belangrijke bouwwerken in op zijn naam heeft staan, zoals de uitbreiding van het gemeentehuis in Murcia en die van het Prado te Madrid. Het museum heeft een totale oppervlakte van 5000 vierkante meter en ligt tegenover het Teatro. De vormgeving van het museum doet denken aan de boogconstructies van de Romeinen en het gebruik van rode baksteen geven het warmte.
De opgraving van het Teatro leverde tal van beelden op waarvan de buste van Augustus, de zogenaamde Cabeza Velada (het gesluierde hoofd), tot een van de belangrijkste wordt gerekend. Deze afbeelding van de keizer, waarbij hij als hogepriester is afgebeeld, wijst erop dat Mérida een belangrijke rol speelde in de godsverering van Augustus. Naast de bustes van hoogwaardigheidsbekleders tonen ook de afbeeldingen van naamloze burgers de schoonheid van de Romeinse beeldhouwkunst. Behalve beeldhouwwerk bevat het museum een prachtige collectie van glas- en smeedwerk en worden op de enorme muren van het gebouw fraaie voorbeelden getoond van mozaïekvloeren uit de huizen die de Romeinen in Mérida bouwden.
Na de Romeinen
Noch de Visigoten, noch de Moren en de latere christelijke koningen hebben werken nagelaten in Mérida die kunnen wedijveren met die van de Romeinen. Visigotische kunst is te zien in de Iglesia del convento de Santa Clara. De bloem- en fruitmotieven die de Visigotische bouwmeesters aanbrachten op hun werk zijn elegant en terug te vinden op brokstukken van zuilen die de Moren gebruikten als bouwmateriaal voor het Álcazaba, een enorm verdedigingswerk waarin 2000 manschappen gelegerd werden om de stad, die in de Moorse periode zeer opstandig was, onder de duim te houden. Vanaf de muur van het Álcazaba (met een dikte van 2,70 meter) kon de Romeinse brug, die toegang gaf tot de stad, in de gaten gehouden worden. Het terrein binnen de ommuring meet 132 x 137 meter en in het midden is de toegang tot de zo noodzakelijk aanwezige waterput (aljibe) waar de Visigotische zuilen dienen als steunpilaren. Nadat in 1230 de Moren uit Mérida verdreven waren, werd de stad onderdeel van het koninkrijk van Castilië, maar ook uit die latere tijd zijn geen imposante werken overgebleven, vooral omdat het in kerkelijk opzicht geen belangrijke rol vervulde.
Het hart van de hedendaagse stad wordt gevormd door het Plaza de España, een plein dat tegen de avond, het uur van de Paseo, gevuld wordt door jong en oud, waar kinderen ravotten, leren lopen en rolschaatsen. Waar enkele van de duizenden ooievaars die Extremadura rijk is, op de nok van het uit 1883 daterende gemeentehuis (Ayutamiento) onverstoorbaar op hun nest zitten of bezig zijn met het vergaren van voedsel voor hun jongen.
Categorie: Spaanse geschiedenis
Boek: Extremadura, authentiek en ongerept stuk Spaans achterland