In de jaren zeventig wordt Nederland opgeschrikt door een aantal treinkapingen en gijzelingsacties door Molukkers. De tweede generatie uit haar onvrede over de behandeling van de oud-militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) door de Nederlandse regering. Zij streven naar een eigen Republiek der Zuid-Molukken.
Na de Tweede Wereldoorlog wil Nederland zijn heerschappij over de kolonie Nederlands-Indië herstellen. Inheemse Indonesiërs komen daar onder leiding van Soekarno tegen in opstand. Om de opstand de kop in te drukken zet Nederland het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) in. Dit leger wordt gevormd door vooral Molukse militairen.
Als Indonesië in 1949 onafhankelijk wordt, trekken de Molukkers aan het kortste eind. De Indonesische overheid van president Soekarno ziet de Molukkers als handlangers van de voormalige Nederlandse kolonisator. Nederland heeft de Molukkers zelfbeschikking beloofd, maar als Nederland internationaal geen steun krijgt om de kolonie te behouden, kan die belofte aan de Molukkers niet gehouden worden. Als de Molukse republiek (RMS) in 1950 wordt uitgeroepen, ziet Nederland dat als rebellenopstand. Omdat de positie van de Molukkers in Indonesië verslechtert, worden vierduizend Molukse KNIL-militairen met hun gezinnen naar Nederland gehaald.
Aankomst in Nederland
Bij aankomst wordt de militairen verteld dat ze uit militaire dienst zijn ontslagen, iets dat velen van hen zien als een vernedering. De eerste jaren wonen de Molukkers in centrale woonoorden, zoals het voormalig concentratiekamp Westerbork, vaak onder barre omstandigheden. De Molukkers worden buiten de samenleving gehouden en mogen niet werken. Zij zullen immers weer weer terug gaan naar Indonesië. Al snel wordt echter duidelijk dat Nederland de Molukkers helemaal niet terug kán sturen.
Gijzelingspoging Koningin Juliana
Op 3 maart 1975 worden twee Zuid-Molukse jongeren met een auto vol wapens aangehouden door de politie. Ze zijn van plan om met een gehuurde vrachtauto de poot van Paleis Soestdijk te rammen om daarna Koningin Juliana te gijzelen. Na de arrestatie van de Zuid-Molukkers wordt de gijzeling voorkomen. De gouden tip zou komen van de crimineel (en latere lijfwacht van Klaas Bruinsma) Etienne Urka.
Treinkaping Wijster
Op 2 december 1975 kapen zeven Zuid-Molukse jongeren de stoptrein tussen Groningen en Zwolle nabij het Drentse dorp Wijster. Meteen wordt de machinist Hans Braam doodgeschoten. Op hetzelfde moment wordt in Amsterdam het Indonesische consulaat bezet. Dat heeft succes, hun eis om Indonesië te betrekken bij het Molukse conflict wordt ingewilligd. In Wijster krijgen enkele vrijgelaten gijzelaars een brief mee met de eisen van de kapers. Ze eisen een reisbus. Ook eisen ze dat er een vliegtuig klaar staat op Schiphol. Als deze eis binnen twee uur niet wordt ingewilligd schieten de gijzelaars soldaat Leo Bulter dood. Twee dagen later wordt Bert Bierling gedood. De lijken van de slachtoffers worden uit de trein gegooid en blijven een paar dagen liggen, voordat de gijzelaars toestemming geven om ze weg te halen.
Ondertussen staat de Nederlandse overheid met de rug tegen de muur. Minister van Justitie Van Agt krijgt geen steun voor zijn militaire plannen. De Nederlandse regering probeert met onderhandelingen zoveel mogelijk tijd te rekken om zo weinig mogelijk slachtoffers te maken. In het buitenland, waar dit soort gebeurtenissen doorgaans met geweld worden beëindigd, wordt de aanpak bewonderd. De onderhandelingsstrategie wordt de ‘Dutch Approach’ genoemd.
Op de dertiende dag wordt de treinkaping beëindigd. Dit gebeurt nadat de gijzelnemers informatie krijgen over geplande represailles op de Molukken. Bovendien is het ondertussen flink gaan vriezen, waardoor het behoorlijk koud wordt in de trein. In 1976 worden de gijzelnemers allemaal tot veertien jaar cel veroordeeld.
Treinkaping bij De Punt en de gijzeling van een basisschool
Op 23 mei 1977 om 09.00 uur wordt de intercity van Assen naar Groningen gekaapt door negen Zuid-Molukse jongeren ten hoogte van het Drentse dorp De Punt. De Molukkers laten meteen de machinist, de conducteur en 40 reizigers vrij. De overige 45 reizigers worden gegijzeld. Op hetzelfde moment worden er in een lagere school in Bovensmilde 105 kinderen en vijf onderwijzers gegijzeld.
Deze keer eisen de gijzelnemers dat de Nederlandse regering zich inzet voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken. Daarnaast eisen ze de vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen. Als voor 25 mei om 14.00 uur niet aan deze eis wordt voldaan zullen ze de trein en de school opblazen.
Verkiezingen
Ook deze keer gaat de Nederlandse regering niet op de eisen in. Ze willen eerst dat alle kinderen worden vrijgelaten. Op 25 mei zijn er ook nog verkiezingen voor de Tweede Kamer. Minister-President Den Uyl besluit de verkiezingscampagnes te staken, de verkiezingen gaan wel gewoon door. “Enkele tientallen mensen mogen ons niet afbrengen van de weg van onze eigen parlementaire democratische orde waarin de verkiezingen thuishoren.” aldus Den Uyl.
Als het ultimatum verstrijkt eisen de gijzelnemers een vrije aftocht per vliegtuig vanaf Schiphol, samen met de 21 gevangenen, vijf gijzelnemers en de vijf leerkrachten. Ook op dat ultimatum gaat de Nederlandse regering niet in. Als de kinderen in de school ziek worden, laten de gijzelnemers de kinderen vrij en houden ze de vijf leraren vast.
De inval
Op 11 juni 1977, als de kaping bijna drie weken duurt, openen mariniers het vuur op de trein, bijgestaan door zes starfighters. Bij de operatie komen twee gegijzelden om en zes kapers. De overige reizigers worden bevrijd. De gijzelnemers in de lagere school geven zich vrijwillig over nadat de school wordt aangevallen met pantserwagens.
In 2006 stelt één van de gegijzelden in de lagere school voor om een herdenkingsteken te plaatsen op de plek waar vroeger de school stond. In 2007 wordt voor het eerst in dertig jaar de tragische gebeurtenis herdacht.
Gijzeling provinciehuis Assen
Op 13 maart 1978 vallen drie Zuid-Molukkers het provinciehuis in Assen binnen. Ze gijzelen 16 vrouwen en 55 mannen. De gijzelnemers eisen de vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen en een vrije aftocht per vliegtuig. Al een uur na de gijzeling valt het eerste slachtoffer, die voor het raam wordt doorzeefd met kogels. Ook een fotograaf en een ambulance worden beschoten. Hierdoor worden, kort na het ultimatum, mariniers ingezet om het gebouw binnen te vallen. Na een vuurgevecht geven de gijzelnemers zich over. Bij dat vuurgevecht raakt een CDA’er gewond en overlijdt aan zijn verwondingen. De gijzelnemers worden allemaal veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
Gevolgen
Door de gijzelingsacties werden de Molukkers in een kwaad daglicht gesteld. Veel jonge Molukkers studeerden in die tijd en maakten dus veel gebruik van het openbaar vervoer. Na de treinkapingen werden zij echter enorm gediscrimineerd. Soms ging het zelfs zo ver dat Indonesiërs en Molukkers uit treinen werden verwijderd.
Nu, 30 jaar later, worden de Molukkers gezien als schoolvoorbeeld van integratie. Er worden veel huwelijken gesloten met Nederlanders en ze wonen en leven samen met de Nederlandse bevolking. Toch zijn zij nog steeds verbonden door de oude idealen en hun eigen cultuur. Toen in 1999 het geweld tussen christenen en moslims losbarstte op de Molukken demonstreerden ze en dreigden met acties. Daarop bracht premier Kok de situatie op de Molukken ter sprake bij de VN-veiligheidsraad.
- Boek: Molukkers In Nederland
Documentaire: Belofte maakt schuld
Deel 1:
https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=mjYCgTyBmoQ
Deel 2:
https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=BT2IE8We0Dw
- Boek: Molukkers In Nederland