Sirhan Bishara Sirhan, de man die in 1968 senator Robert ‘Bobby’ Kennedy om het leven bracht, komt voorlopig niet op vrije voeten. Voor de veertiende keer is een verzoek om vervroegd vrij te komen verworpen.
De Jordaniër Sirhan Bishara Sirhan schoot op 5 juni 1968 de Amerikaanse senator Bobby Kennedy neer. De broer van de in vijf jaar eerder vermoorde president John F. Kennedy had zich kort hiervoor kandidaat gesteld voor het presidentschap en tijdens verschillende voorverkiezingen al successen geboekt.
Op de avond van de moord had hij net de voorverkiezing in Californië gewonnen.
Sirhan Sirhan schoot Bobby Kennedy rond middernacht neer bij zijn hotel in Los Angeles. Het Ambassador Hotel. De presidentskandidaat werd verschillende keren geraakt en overleed de volgende dag aan zijn verwondingen. Bij het incident raakten naast Kennedy nog vijf mensen gewond. Sirhan werd kort na de schietpartij overmeesterd. Aanvankelijk werd hij ter dood veroordeeld, maar die straf werd later omgezet in levenslang.
Over het motief van de moord is nooit helemaal duidelijkheid gekomen. Bij zijn arrestatie zei Sirhan:
Ik kan het niet uitleggen. Ik deed het voor mijn land!
Daarmee doelde de moordenaar naar alle waarschijnlijkheid niet op Amerika, het land waar hij sinds zijn twaalfde woonde. Sirhan Bishara Sirhan werd in 1944 geboren in Jeruzalem. In een christelijk Palestijns gezin. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij Bobby Kennedy uit de weg wilde ruimen omdat deze zich profileerde als een vriend van Israël en beloofd had dat land vijftig gevechtsvliegtuigen te sturen als hij president werd. In een notitieblok schreef Sirhan voor hij de moord pleegde:
Robert F. Kennedy moet neergeschoten worden op uiterlijk 5 juni 1968.
Dat de moord op 5 juni werd gepleegd is ook opvallend. Het was die dag precies een jaar geleden dat de Zesdaagse Oorlog uitbrak. Deze oorlog, ook wel de Juni-oorlog genoemd, werd gewonnen door Israël.
De tot levenslang veroordeelde Sirhan Sirhan vraagt iedere vijf jaar om vervroegde vrijlating. Deze week werd zijn verzoek dus voor de veertiende keer afgewezen. Volgens de commissie die het verzoek moest beoordelen heeft Sirhan te weinig spijt van zijn daad om ook echt vrijgelaten te kunnen worden. Bovendien vond de commissie dat Sirhan weinig respectvol sprak over de omstanders die hij ruim veertig jaar geleden verwondde.
Sirhan zelf zegt zich niets meer te herinneren van de schietpartij. Hij zou zich tegenwoordig verdiepen in het christendom en iedere zondag de kerkdienst in de gevangenis bezoeken. Sirhans advocaat beweerde tijdens de zitting dat zijn cliënt de moord helemaal niet gepleegd had. Kennedy zou gedood zijn door een tweede schutter en Sirhan zou zijn ‘gebrainwasht’. De beoordelingscommissie was van die beweringen niet onder de indruk. Over vijf jaar kan Sirhan een nieuw vrijlatingsverzoek indienen.