De Nederlandse regering blijkt in 1986 overwogen te hebben om Suriname militair binnen te vallen. De ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) melden dat dinsdag, mede namens premier Rutte, in een brief (pdf) aan de Tweede Kamer.
Ongeveer een jaar geleden had de SP opheldering gevraagd van de regering. Dit na een artikel in de Volkskrant waarin oud-premier Lubbers bevestigde dat er plannen waren gemaakt voor een invasie. Hierbij zouden 850 mariniers en zestien helikopters ingezet worden.
De regering bevestigt nu dat er door de toenmalige regering, samen met de Verenigde Staten, inderdaad plannen zijn gemaakt voor een inval. De regering maakte zich in 1986 zorgen over de veiligheid van duizenden Nederlanders die destijds in Suriname verbleven. Het land verkeerde destijds in een diepe crisis vanwege de zogenaamde Binnenlandse Oorlog. Daarbij vielen enkele honderden slachtoffers, zowel onder de strijdende partijen als onder de burgerbevolking. Een inval zou de juiste condities moeten scheppen “voor het herstel van orde en recht” in Suriname.
Halverwege de jaren tachtig blijkt de regering met een aantal fractievoorzitters gesproken te hebben over de nooit uitgevoerde invasie. De bewindslieden schrijven onder meer over de plannen:
“Voor een voorspoedige en veilige uitvoering van een dergelijke operatie zou het noodzakelijk zijn geweest tijdelijk het vliegveld en de doorgangswegen onder controle te krijgen, alsmede de Surinaamse strijdkrachten en de legerleiding tijdelijk te neutraliseren. Over de ten uitvoerlegging van de planningsdocumenten heeft nooit politieke besluitvorming plaatsgevonden. Beide plannen zijn ook nooit ten uitvoer gebracht.”
De aangehaalde planningsdocumenten worden niet openbaar gemaakt. In 2007 schreef de regering al aan de Tweede Kamer over plannen voor een evacuatie van Nederlanders in Suriname. Dat er ook plannen gemaakt waren voor een eventuele invasie werd toen niet vermeld.
Overzicht van Boeken over de geschiedenis van Suriname