In Nederland werden tijdens de Tweede Wereldoorlog relatief weinig homoseksuelen vervolgd. Dat blijkt uit onderzoek van historicus Anna Tijsseling.
Tijsseling analyseerde voor haar proefschrift Schuldige seks. Homoseksuele zedendelicten rondom de Duitse bezettingstijd alle rechtszaken tegen homoseksuelen die voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog dienden voor de Haagse rechtbank. Daaruit bleek dat na de oorlog veel meer vervolgingen plaatsvonden dan tijdens de oorlog.
Het anti-homoseksuele beleid van de Duitse machthebbers kreeg tijdens de Tweede Wereldoorlog weinig voet aan de grond bij de Haagse rechtbank. Terwijl de Duitsers alle mannen vanaf 14 jaar, die betrokken waren bij homoseksuele contacten wilden vervolgen, werden in de Den Haag alleen de oudere mannen vervolgd, zoals dat ook voor en na de oorlog gebeurde. Volgens de algemene Nederlandse gedachte zouden die oudere mannen, de jongeren op het verkeerde spoor zetten.
‘Zedenverwildering’
Pas na de oorlog nam het aantal veroordelingen toe. Volgens Tijsseling had dat met name te maken met de strijd tegen ‘zedenverwildering’ die toen werd gevoerd. “Niet alleen het aantal strafzaken tegen homoseksuelen nam toe, maar ook andere zedenzaken.” Op het hoogtepunt van het aantal veroordelingen, in 1949, nam het zelfbewustzijn van de verdachten toe en eisten ze gelijkberechting.
Volgens Tijsseling is het verhaal dat homoseksuelen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog veelvuldig werden vervolgd “hardnekkige fictie die in het leven is geroepen door de homo-emancipatiebeweging”. De homobeweging zou in de jaren zeventig een stevige lobby hebben gevoerd om homoseksuelen erkend te krijgen als slachtoffergroep van de oorlog. Alleen met die erkenning zouden vervolgde homo’s in aanmerking kunnen komen voor een schadevergoeding.
Ondanks dat in het onderzoek alleen de zaken van het Haagse arrondissement zijn gebruikt, is het onderzoek volgens Tijsseling representatief voor heel Nederland. “In Den Haag werden 33 procent van de zedenzaken behandeld. En juist in die regio was de Duitse bezetter gezeteld. Den Haag werd in die tijd net als Amsterdam gezien als ‘gay-capital.”
Lesbiennes ontzien
De Duitse homovervolging richtte zich alleen op mannen en ook in Nederland werden sporadisch vrouwen vervolgd. “Zelfs als de politie een melding kreeg dat vrouwen zich ophielden in de zogenaamde rendez-vous huizen waar ze privékamer konden huren, deed de politie daar niks mee”, weet Tijsseling. “Pas na de seksuele revolutie van de jaren ’60 werden ook vrouwen vervolgd als er een minderjarige in het spel was.”
In Duitsland, waar homoseksualiteit sinds 1871 al verboden was, werden tussen 1933 en 1944 naar schatting tussen de 50.000 en 63.000 homoseksuelen veroordeeld. Homoseksuelen die in concentratiekampen gevangen zaten kregen ter herkenning een roze driehoek op hun kleding.
Anna Tijsseling promoveert vandaag op het proefschrift in het academiegebouw van de Universiteit Utrecht. Volgend jaar wordt het proefschrift omgeschreven naar een boek voor het grote publiek en wordt het uitgebracht door de Wereldbibliotheek.´