Nieuw maar (donker) licht op het einde van de dinosauriërs

Fijnstof luidde einde van de dino’s in
2 minuten leestijd
Paleoart reconstructie van North Dakota in de eerste maanden na de Chicxulub meteorietinslag
Paleoart reconstructie van North Dakota in de eerste maanden na de Chicxulub meteorietinslag 66 miljoen jaar geleden. Het laat een donkere, stoffige en koude wereld zien waarin de laatste niet-vliegende dinosauriërs, hier geïllustreerd met een Dakotaraptor steini, op het punt van uitsterven stonden. Reconstructie door Mark A. Garlick.

Wetenschappers gaan er al langere tijd van uit de inslag van een enorme meteoriet in het huidige Mexico ongeveer 66 miljoen jaar geleden het einde van het dinoaurus-tijdperk inluidde. De in 1991 ontdekte Chicxulubkrater, met een breedte van maar liefst 180 kilometer, getuigt van de enorme impact van deze inslag.

Tekening van de inslag van de meteoriet op het schiereiland Yucatán
Impressie van de inslag van de meteoriet op het schiereiland Yucatán (Don Davis/NASA)
Door zwavelgas dat vrijkwam tijdens de inslag en roet van bosbranden ná de inslag zou een soort ‘nucleaire winter’ zijn ontstaan die leidde tot een massa-extinctie. Ook dinosauriërs kwamen in deze periode om het leven. Volgens Belgische onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), de Koninklijke Sterrenwacht van België, de Vrije Universiteit Brussel, de KU Leuven en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen speelde fijnstof van verpulverd gesteente dat vrijkwam bij de Chicxulub meteorietinslag, een veel grotere rol dan tot nu toe werd gedacht.

De wetenschappers onderzochten goed bewaard gebleven stofdeeltjes afkomstig van een geologische site in het Amerikaanse Noord Dakota en dateren uit de periode van kort na de inslag. De stof bleek een veel fijnere en meer uniforme korrelgrootte te hebben dan eerder gedacht. Op basis van een nieuw onderzoeksmodel, speciaal ontwikkeld om de klimaat- en biologische gevolgen van de Chicxulub-inslag beter te kunnen simuleren, concluderen de wetenschappers nu dat…

“…een pluim van micrometrisch silicaatstof (fijnstof) tot maar liefst vijftien jaar na de inslag in de atmosfeer kan zijn gebleven.”

Dit zou hebben bijgedragen aan een wereldwijde afkoeling van het aardoppervlak, tot wel vijftien graden Celsius.

Zonnestraling

Daarnaast ontdekten de auteurs dat het fijnstof zonnestraling tegenhield, en dat daarmee fotosynthese op aarde bijna twee jaar lang werd stilgelegd. Planten en dieren die niet waren aangepast om de donkere, koude en voedselarme omstandigheden van bijna twee jaar te overleven, zouden massaal zijn uitgestorven. Dit komt volgens onderzoeker Johan Vellekoopvan de LU Leuven overeen met gegevens van fossielen.

“Flora en fauna die een rustfase konden ingaan (bijvoorbeeld door zaden, cysten of overwintering in holen) en zich konden aanpassen aan een generalistische levensstijl, niet afhankelijk van één bepaalde voedselbron, zouden de meteorietinslag over het algemeen beter overleven”.

De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Geoscience.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×