Wetenschappers gaan er al langere tijd van uit de inslag van een enorme meteoriet in het huidige Mexico ongeveer 66 miljoen jaar geleden het einde van het dinoaurus-tijdperk inluidde. De in 1991 ontdekte Chicxulubkrater, met een breedte van maar liefst 180 kilometer, getuigt van de enorme impact van deze inslag.
De wetenschappers onderzochten goed bewaard gebleven stofdeeltjes afkomstig van een geologische site in het Amerikaanse Noord Dakota en dateren uit de periode van kort na de inslag. De stof bleek een veel fijnere en meer uniforme korrelgrootte te hebben dan eerder gedacht. Op basis van een nieuw onderzoeksmodel, speciaal ontwikkeld om de klimaat- en biologische gevolgen van de Chicxulub-inslag beter te kunnen simuleren, concluderen de wetenschappers nu dat…
“…een pluim van micrometrisch silicaatstof (fijnstof) tot maar liefst vijftien jaar na de inslag in de atmosfeer kan zijn gebleven.”
Dit zou hebben bijgedragen aan een wereldwijde afkoeling van het aardoppervlak, tot wel vijftien graden Celsius.
Zonnestraling
Daarnaast ontdekten de auteurs dat het fijnstof zonnestraling tegenhield, en dat daarmee fotosynthese op aarde bijna twee jaar lang werd stilgelegd. Planten en dieren die niet waren aangepast om de donkere, koude en voedselarme omstandigheden van bijna twee jaar te overleven, zouden massaal zijn uitgestorven. Dit komt volgens onderzoeker Johan Vellekoopvan de LU Leuven overeen met gegevens van fossielen.
“Flora en fauna die een rustfase konden ingaan (bijvoorbeeld door zaden, cysten of overwintering in holen) en zich konden aanpassen aan een generalistische levensstijl, niet afhankelijk van één bepaalde voedselbron, zouden de meteorietinslag over het algemeen beter overleven”.
De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Geoscience.