Het zal weinig mensen zijn ontgaan dat in het Rijksmuseum vorige week een grote Johannes Vermeer-tentoonstelling de deuren opende. Inmiddels zijn er al ruim 200.000 tickets verkocht. De verkoop is tijdelijk zelfs stilgelegd. De massale aandacht is niet zo verwonderlijk. Nooit eerder waren er namelijk zoveel werken van Vermeer bij elkaar te zien.
Het is bijna dertig jaar geleden dat in Nederland voor het laatst een grote tentoonstelling over Vermeer was te zien. Deze tentoonstelling in het Mauritshuis vond plaats in 1996. Destijds werden tweeëntwintig schilderijen van de zeventiende-eeuwse Delftse meester bijeengebracht en vonden 450.000 bezoekers hun weg naar het museum. Het is daarmee nog altijd de best bezochte tentoonstelling in de geschiedenis van het Haagse museum.
28 werken
Het Rijksmuseum in Amsterdam wijdt voor het eerst in zijn geschiedenis een overzichtstentoonstelling aan de zeventiende-eeuwse meester. In de eigen collectie heeft het museum zelf vier werken van Vermeer, waaronder het Melkmeisje en Het Straatje. Voor de tentoonstelling heeft het museum in totaal achtentwintig werken bijeen weten te brengen. Zeven schilderijen daarvan zijn sinds ruim twee eeuwen voor de allereerste keer in Nederland te zien.
De zeven werken die eeuwenlang niet eerder in Nederland waren te zien:
- Brieflezend meisje aan het venster (Gemäldegalerie Alte Meister, Dresden)
- De koppelaarster (Gemäldegalerie Alte Meister, Dresden)
- Onderbreking van de muziek (The Frick Collection, New York)
- Dame en dienstmeid (The Frick Collection, New York)
- Het glas wijn (Gemäldegalerie, Berlijn)
- Luitspeelster (The Metropolitan, New York)
- Jonge vrouw aan het virginaal (The Leiden Collection, New York)
Dat het Rijksmuseum zoveel werken van Vermeer bijeen heeft weten te brengen mag gerust een prestatie genoemd worden. Voor alle bruikleen gevende musea geldt namelijk dat de schilderijen van Vermeer tot de topstukken uit de collectie worden gerekend. Om die reden worden ze vrijwel nooit uitgeleend. Bijzonder is dus ook dat ook Meisje met de parel, het absolute topstuk van het Mauritshuis in Den Haag, in Amsterdam is te zien. Dit echter niet gedurende de volledige looptijd van de tentoonstelling. In april keert het ‘meisje’ weer terug naar Den Haag, terwijl de tentoonstelling in Amsterdam nog loopt tot begin juni.
Thema’s
De werken van Vermeer worden gepresenteerd in alle tien de zalen van de Philipsvleugel. Aan de hand van elf thema’s wil het museum bezoekers meer inzicht bieden in het werk van Vermeer. Zo komen onder andere zijn vroege ambities, de eerste interieurs, de balans tussen buiten- en binnenwereld, de brieven, de muzikale verleiding, zijn blik op de wereld en innerlijke waarden aan bod.
In aanloop naar de tentoonstelling is uitgebreid onderzoek gedaan naar de Delftse kunstenaar. Dit heeft nieuwe inzichten opgeleverd over onder andere zijn maatschappelijke positie, zijn contacten met kunstenaars en andere mensen uit zijn omgeving, en de invloed van zijn geloof op zijn werk.
Katholieke invloed
Recent kunsthistorisch onderzoek wierp bijvoorbeeld nieuw licht op op de invloed van de katholieke jezuïetenorde in Delft op de van oorsprong protestantse Vermeer. Volgens onderzoekers was die invloed groter dan tot nu toe werd aangenomen. Het Rijksmuseum:
“Het onderzoek maakt onder meer aannemelijk dat Vermeer via de jezuïeten in aanraking kwam met de camera obscura, een instrument waarmee een voorstelling op een wand of scherm kon worden geprojecteerd waarna deze kon worden bestudeerd.”
Uit de inventaris na zijn dood blijkt dat Vermeer thuis een katholiek huishouden nastreefde. In het huis waar hij met zijn katholieke vrouw, schoonmoeder en talrijke kinderen woonde, bevond zich een kamer met aan de muur een groot schilderij met de kruisiging van Christus en daarnaast een schilderij met de Heilige Veronica met de zweetdoek van Christus. Vermeer woonde met zijn gezin aan de Oude Langendijk in de Delftse wijk Papenhoek. De vijftien kinderen, waarvan er vier al vroeg overleden overleden, werden allemaal katholiek opgevoed. Onder hen waren een Franciscus en een Ignatius, genoemd naar de stichter van de jezuïeten, Ignatius van Loyola.
Technisch onderzoek
Het Rijksmuseum heeft verder, in samenwerking met het Mauritshuis en de Universiteit van Antwerpen, uitgebreid technisch onderzoek verricht naar de zeven schilderijen van Vermeer in Nederlands bezit. Hierdoor heeft men meer inzicht gekregen in de werkwijze van Vermeer, zijn artistieke keuzes en zoektocht naar de perfecte compositie. In aanloop naar de tentoonstelling ontdekte men bijvoorbeeld dat de kunstenaar oorspronkelijk een rek met kannen achter het beroemde melkmeisje schilderde en ook slaagde men er voor het eerst in een zwarte onderschets zichtbaar te maken.
Publicties
Bij de tentoonstelling in Amsterdam verschijnt een catalogus, kortweg getiteld Vermeer. Een tweede publicatie, Johannes Vermeer. Geloof, licht en reflectie, draait specifiek om het onderzoek naar de invloed van de jezuïetenorde op het werk van de kunstenaar.
Ook tentoonstelling in Delft:
Parallel aan de grote Vermeer-expositie is in Museum Prinsenhof Delft de komende maanden de tentoonstelling Het Delft van Vermeer te zien. Hierin staat de cultuurhistorische context waarin Vermeers praktijk tot bloei kwam centraal. Het museum toont onder meer werken van Delftse tijdgenoten, naast Delfts aardewerk, Delftse tapijten, archivalia en egodocumenten.