De Arc de Triomphe, opgericht ter ere van een van Napoleons overwinningen bij Austerlitz, is een van de beroemdste bouwwerken van Parijs. Als het aan de Franse architect Charles Ribart had gelegen, stond aan het eind van de Champs-Élysées nu echter een heel ander bouwwerk. Een monument in de vorm van een olifant.
Charles Ribart ontwierp de drie verdiepingen tellende olifant in 1758. In de buik van het dier moest een wenteltrap gebouwd worden. Het gebouw kreeg als het aan Ribart lag onder meer een balzaal, meubilair dat in de wanden kon worden weggeklapt en een luchtverversingssysteem. De riolering werd weggewerkt in de slurf van de olifant. Ribart kreeg geen kans zijn olifant te bouwen. De Franse regering was niet onder de indruk en wees zijn ontwerp af. Wat rest is dus alleen zijn ontwerptekening…
Tóch een olifant voor Parijs
Begin negentiende eeuw kreeg Parijs toch nog een olifant. Napoleon gaf toen opdracht voor de bouw van een 24 meter hoge bronzen olifant. Het monument moest verrijzen op het Bastilleplein, als eerbetoon aan al Napoleons overwinningen. Uit de slurf van de olifant moesten grote waterstralen komen die naar boven spoten. Waar het brons vandaan moest komen wist Napoleon ook wel. Hij gaf opdracht daarvoor alle wapens te gebruiken die tijdens de Slag bij Friedland waren buitgemaakt. Tijdens deze slag had de keizer een grote overwinning op het het Russische leger geboekt.
Net als in het ontwerp van Charles Ribart moest in een van de poten van de bronzen olifant een trap gebouwd worden, die leidde naar een uitkijkpost op de rug van de olifant.
De werkzaamheden gingen in 1810 van start. Om een indruk te geven van hoe het monument er uit zou komen te zien, maakte beeldhouwer Pierre-Charles Bridan eerst een gipsafgietsel, dat net zo groot was als de bronzen versie. De gipsversie werd na voltooiing alvast op de sokkel op het Bastilleplein geplaatst. Later moest deze versie uiteraard vervangen worden door het bronzen monument. Zover kwam het echter nooit. Na grote tegenslagen voor Napoleon in 1813 en 1814 kwam het bouwproject stil te liggen. En het gipsafgietsel verviel in de jaren hierna tot een ruïne. Halverwege de negentiende eeuw werd het door ratten aangevreten monument helemaal gesloopt.
De Olifant van de Bastille wordt onder meer door Victor Hugo beschreven in zijn werk Les Misérables (1862).
Jumbo, de megaolifant die een wereldster werd
Boek: Parijs, de verborgen geschiedenis
Bronnen ▼
– http://www.standaard.be/cnt/dmf20150619_01739237
– https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010135357:mpeg21:a0101
– https://www.pasabon.nl/geschiedenis/bronzen-olifant/