Het Binnenhof moet grondig gerenoveerd worden, dus verhuizen de Staten-Generaal, de minister-president en de andere vaste bewoners naar elders. De opknapbeurt duurt 5,5 jaar, zo is officieel de bedoeling. Maar vrijwel niemand gelooft echt dat de werkzaamheden dan zijn afgerond. Ze zullen vast langer gaan duren, misschien wel veel langer. De kosten die met de verbouwing gepaard gaan zijn in elk geval al diverse malen naar boven bijgesteld. Eerst zouden ze uitkomen op 475 miljoen euro, later op 562 miljoen. Maar verantwoordelijk staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken) liet onlangs weten dat ze vermoedelijk bijna 719 miljoen gaan bedragen. Als het daarbij blijft althans.
Het zal voor het eerst in haar ruim tweehonderdjarige bestaan zijn dat de Tweede Kamer niet meer haar domicilie op het Binnenhof heeft. Haar laatste reguliere vergadering daar vond plaats op 8 juli, de slotdag van het vergaderjaar 2020/2021. Daarna kwam ze nog eenmaal bijeen in het historische regeringscomplex omdat ze op 14 juli terugkeerde van het zomerreces voor een debat over de jongste coronaverwikkelingen. Dat gebeurde echter niet op de gebruikelijke locatie, want dat kon vanwege de renovatie al niet meer. Het Kamerdebat werd daarom gehouden in de uit de dertiende eeuw daterende Ridderzaal.
Balzaal
De Tweede Kamer heeft sinds haar oprichting in 1815 verreweg de meeste tijd beraadslaagd in wat nu de Oude Zaal heet. Die werd in 1777 gebouwd als balzaal voor stadhouder Willem V. Vanaf 1796 fungeerde ze ook enige jaren als vergaderruimte voor de Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek.
De Tweede Kamer werd zo genoemd omdat er na de (achteraf gezien tijdelijke) samenvoeging van Nederland en België in 1815 ook een Eerste Kamer kwam, bestaande uit door de koning benoemde vertegenwoordigers van de adel. De leden van de Tweede Kamer zijn vanaf het begin gekozen, maar tot de grondwetswijziging van 1848 gebeurde dat door Provinciale Staten, dus niet rechtstreeks. In genoemd jaar kreeg de bevolking van Nederland kiesrecht, maar dat gold in eerste instantie alleen voor mannen die een aanzienlijk bedrag aan belastingen betaalden (censuskiesrecht). Vrouwen mochten helemaal niet naar de stembus. Nadat het kiesrecht al enkele malen was uitgebreid naar een grotere groep werd in 1917 het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd, twee jaar later gevolgd door het algemeen vrouwenkiesrecht.
Het aantal leden van de Tweede Kamer heeft nogal gewisseld, maar vanaf 1888 waren het er honderd. Dat bleef zo tot 1956. In dat jaar ging het ledenaantal omhoog naar honderdvijftig (dat van de Eerste Kamer van vijftig naar vijfenzeventig), omdat honderd te weinig werd geacht om de toegenomen werkdruk aan te kunnen. De Tweede Kamer bleef echter vergaderen op dezelfde locatie. De leden moesten gewoon een beetje inschikken. In plaats van twee per bankje dienden er voortaan drie naast elkaar te gaan zitten. In de Oude Zaal, met haar groene zetels en stemmige fluwelen gordijnen, hing volgens oud-D66-leider Hans van Mierlo ‘de geur van wilde beesten’. De leden zaten er op elkaars lip, konden elkaar recht in de ogen kijken en elkaars angstzweet opsnuiven. Mogelijk was de geur die Van Mierlo meende te ruiken overigens niet meer dan de wat muffe lucht die opstijgt als te veel mensen in een te kleine ruimte moeten verblijven. Hoewel ‘geur van wilde beesten’ natuurlijk een stuk romantischer klinkt.
Ikea
Het duurde tot 1992 voor de Tweede Kamer verhuisde. In dat jaar kwam een nieuwbouwcomplex gereed dat tegen het Binnenhof was aangebouwd. De Tweede Kamer nam haar intrek in wat soms nog steeds de Nieuwe Zaal wordt genoemd. Veel enthousiasme heeft deze ruimte niet kunnen wekken. Ze is te kaal en te kil, luidt de kritiek. Het meubilair oogt bovendien een beetje goedkoop. Volgens historicus Maarten van Rossem ziet het eruit alsof het bij Ikea is gekocht.
Niettemin heeft de Tweede Kamer hier bijna dertig jaar vergaderd. Veel Nederlanders zullen niet eens meer beseffen dat het ooit anders was. Van de huidige lichting Kamerleden heeft niemand de Oude Zaal nog in de praktijk meegemaakt. Die vroegere locatie is overigens nog steeds in gebruik voor recepties en politieke presentaties, en sinds kort ook weer als vergaderruimte.
Omdat het parlementaire werk moet doorgaan, maakt de Tweede Kamer vanaf september gebruik van een pand dat een dikke vijf minuten lopen verderop ligt: het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken naast het Centraal Station van Den Haag. In 2017 verkaste dit departement naar een dichtbij gelegen gebouw. Het voormalige complex van Buitenlandse Zaken staat in de Haagse volksmond bekend als ‘de Apenrots’. Het heeft een getrapte opbouw die een beetje doet denken aan de apenverblijven in dierentuinen. Maar de bijnaam is ook een verwijzing naar de architect, Jan Apon.
De zaal waarin de Kamer straks zal vergaderen lijkt oppervlakkig gezien enigszins op de plek aan het Binnenhof die zij net heeft verlaten. Een deel van het meubilair is in ieder geval hetzelfde. Misschien dat veel tv-kijkers het verschil daarom nauwelijks zullen merken.
Video van het Rijksvastgoedbedrijf over de renovatie van het Binnenhof
Boek: Rond het Binnenhof – Twintig Haagse geschiedenissen uit de zestiende eeuw