Oranjes Waerschowinghe aan de Nederlanden: Opportunisme of idealisme?

4 minuten leestijd
Filips II en Willem van Oranje tegenover elkaar opgesteld. Op de achtergrond steken Oranjes troepen de Maas over. Ets door Bathasar van Jenichen. Rijksmuseum.
Filips II en Willem van Oranje tegenover elkaar opgesteld. Op de achtergrond steken Oranjes troepen de Maas over. Ets door Bathasar van Jenichen. Rijksmuseum.

Er is veel te doen geweest over de openbare brieven die zowel Rutte als Asscher aan de inwoners van Nederland hebben geschreven. De toon verschilt, maar beiden roepen op zekere normen en waarden die ons land zouden kenmerken te respecteren. De burger heeft te staan voor fatsoen, vrijheid, verdraagzaamheid en andere veronderstelde verworvenheden van onze samenleving.

Politici en staatslieden die zich rechtsreeks tot de bevolking richten vormen geen nieuw verschijnsel. Het is iets van alle tijden. Willem van Oranje bijvoorbeeld richtte zich bijna 450 jaar geleden ook al tot de ā€˜inghesetenen ende ondersatenā€™ van de Nederlandse gewesten, ā€˜van wat state, qualiteit of conditieā€™ zij ook mochten zijn.

Plunderingen en brandschattingen

Oranje deed dat kort voordat hij met 30.000 manschappen vanuit Duitsland de Maas overstak, naar eigen zeggen om de Nederlanden te bevrijden van Alvaā€™s tirannie. In zijn brief, gedateerd 1 september 1568, staat hij eerst stil bij de redenen die hem ertoe hebben gebracht de wapens op te nemen. Zoals eerder kardinaal Granvelle, is Alva erop uit om onder het mom van de religie de bewoners van de Nederlanden tot slavernij te brengen. Na een uitvoerige opsomming van de misdaden die beide heren hebben gepleegd komt Oranje tot het belangrijkste deel van zijn brief, de dispositio (beschikking). Nu wordt duidelijk waarom de brief de titel Waerschowinghe heeft meegekregen. De lokale magistraten, wereldlijk en geestelijk, tot wie Oranje zich vooral lijkt te richten, weten toch zeker ook wel dat het niet mogelijk is de tucht onder het krijgsvolk te bewaren, wanneer de soldij niet kan worden uitbetaald. Het is daarom niet meer dan billijk dat iedereen zijn steentje bijdraagt aan het herstel van de aloude vrijheid en voorspoed. Iedereen wordt geacht Oranjes veldtocht financieel te ondersteunen. Wie in gebreke blijft, hoeft niet te rekenen op enige bescherming. Alle gewelddaden, plunderingen, verdrijvingen van huis en haard, alle rampen die hem mogen overkomen, zal hij aan zichzelf hebben te danken. De prins wast zijn handen ten overstaan van God, het vaderland en de hele wereld in onschuld.

Gek dat deze brief niet is gebruikt door Aron Brouwer en Marthijn Wouters, auteurs van Willem van Oranje. De opportunistische vader des vaderlands. De inhoud past in hun straatje. De brief bewijst dat de plunderingen en brandschattingen waarmee de op een fiasco uitlopende veldtocht van 1568 gepaard ging, waren voorzien en deel uitmaakten van de strategie. Dit ondermijnt het beeld van de prins als onbaatzuchtige vader des vaderlands, een beeld dat in veel schoolboeken inderdaad nog overeind staat. Het lijkt Oranje te tonen als een gewetenloze opportunist met bloed aan de handen.

Bij nader inzien is het toch niet zo vreemd dat de auteurs geen gebruik hebben gemaakt van de brief. Hun kennis van Oranjes pamfletten uit die tijd lijkt voornamelijk ontleend aan een secundaire bron, Woltjers Op weg naar tachtig jaar oorlog. Raar blijft dat zij het door Woltjer beschreven propagandaoffensief in 1569 plaatsen, nĆ” en als reactie op de mislukte veldtocht van 1568. Terwijl het offensief een rechtvaardiging vooraf was.

Breed draagvlak

Historici maken fouten. Het kan de beste overkomen. Ook Woltjer doet het in de paginaā€™s waarnaar Brouwer en Wouters verwijzen. Woltjer meent dat Oranje in de pamfletten van 1568 de religieuze kaart uitspeelde. Hij wierp zich op als kampioen van het protestantisme, waarbij hij fel uithaalde naar de katholieke ā€˜afgodendienstā€™. Dit is een opvallende conclusie. Er bestaat consensus dat de prins tot het mislukken van de Pacificatie van Gent (ondertekend in 1576) in de pamfletten die hij in de Nederlanden liet verspreiden liever niet inging op de godsdienstige tegenstellingen. Hij wilde het draagvlak voor zijn zaak zo breed mogelijk houden.

De officiƫle ratificatie van de pacificatie van Gent
De officiƫle ratificatie van de pacificatie van Gent
Het enige pamflet uit 1568 waarin bij mijn weten het katholieke geloof scherp wordt aangevallen is de Verklaringhe van 20 juli. In dat stuk wordt gesproken over de ā€˜papistische religion, afgoderie ende grouwel.ā€™ Maar de Verklaringhe is niet representatief voor de propagandastrijd die Oranje in de Nederlanden voerde. Het is de vertaling van een brief waarin Willem zich tot de Duitse vorsten, edelen en steden richt en die was bedoeld om steun te verwerven in Duitse protestantse kringen. De brief werd pas later in het Nederlands vertaald en, in welke omvang is niet bekend, ook in de Nederlanden verspreid. De toon wijkt echter af van Oranjes gebruikelijke propaganda.

Iedere historicus maakt dus fouten, maar die van Brouwer en Wouters is wel erg slordig. Het is bovendien niet de enige in hun boek. Van Stipriaan heeft er al op gewezen (in NRC en hier) dat Willem van Oranje wemelt van de feitelijke onjuistheden. Ook de duiding van de bredere context schiet te kort, of liever, die ontbreekt nagenoeg geheel. De auteurs hebben belangrijke publicaties over Willem van Oranje en de Opstand niet gelezen Ć³f er weinig van opgestoken.

Politieke cultuur

De prins komt in de Waerschowinghe over als een opportunist, die over lijken gaat. Maar daarin vormt hij geen uitzondering. Zijn optreden, ook tijdens de invasie van 1568, onderscheidt zich niet van dat van andere veldheren uit zijn tijd. Plundering en brandschatting waren gangbare praktijken. Oranje was het product van het adellijke milieu dat hem had voortgebracht. In dat milieu voerden dynastieke belangen de boventoon. Alles draaide om de ā€˜eerā€™ van de familie. Politieke en religieuze retoriek werden ingezet als dat uitkwam. Maar het is ondoenlijk vast te stellen of edelen als Oranje de idealen waarvoor zij beweerden te strijden werkelijk in het hart droegen of louter gebruikten als excuus. Zoiets is voer voor psychologen. Het enige wat de historicus kan vaststellen is dat Oranjes optreden past bij de politieke cultuur van zijn tijd.

~ Frank Tang
Frank Tang is historicus en auteur van De Middeleeuwen. Een kleine geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in de middeleeuwse politieke cultuur.

Lees ook: Wordt het verleden van Willem de Zwijger voor ons verzwegen?
…en: Van Stipriaan: Auteurs ā€˜Willem van Oranjeā€™ kunnen beter eerst hun ā€œstudie eens afmakenā€

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×