Dark
Light

De moord op Karel de Goede (1127)

2 minuten leestijd
Beeld van Karel de Goede in de basiliek van het Heilig Bloed te Brugge - cc

Op 2 maart 1127 vond er in de Sint-Donaaskerk van Brugge tijdens de ochtendmis een gruwelijke misdaad plaats. Terwijl hij bad en aalmoezen uitdeelde, werd graaf Karel de Goede van Vlaanderen vermoord. Nadat zij hem met hun zwaarden hadden neergehouwen, zaten de moordenaars de aanhangers van de graaf in de stad achterna.

De moord op Karel de Goede van Vlaanderen – cc
De moord op Karel de Goede van Vlaanderen – cc
Wie zich niet tijdig uit de voeten maakte werd afgeslacht. De daders behoorden tot de clan van de Erembalden. De graaf had zich hun woede op de hals gehaald door een onderzoek in te stellen naar hun afkomst. Hoewel ze waren doorgedrongen tot de hoogste rangen van de Vlaamse adel, stamden ze af van onvrije grafelijke dienaren, iets waaraan zij liever niet werden herinnerd.

Karel had geen directe nakomelingen. Tussen de meest nabije verwanten brak een strijd om de opvolging uit. Op dat moment greep de Franse koning Lodewijk VI de Dikke in. Het ging hem vooral om de schatkist van de vermoorde graaf, maar ook wilde hij zijn gezag als leenheer doen gelden. Karel had Vlaanderen geregeerd alsof het een onafhankelijk koninkrijk was, maar formeel viel het machtige en welvarende graafschap onder de Franse koning.

Lodewijk wierp zich op als Karels wreker. Samenzweerders die in zijn handen vielen, liet hij van de hoogste toren van de Brugse burcht naar beneden gooien. Ook probeerde hij zijn eigen kandidaat als opvolger van de graaf te installeren. De Vlamingen, de burgers van de steden voorop, kwamen in verzet en kozen voor een andere kandidaat. Ten slotte moest de koning zich gewonnen geven. Bovendien bleek de grafelijke schat onvindbaar. Lodewijk keerde onverrichter zake huiswaarts.

Zegel van Lodewijk de Dikke
Zegel van Lodewijk de Dikke
Dit klinkt niet als een koninklijk succesverhaal. Lodewijk komt niet naar voren als een indrukwekkend personage. Zijn mogelijkheden tot ingrijpen zijn beperkt. Het graafschap lijkt zich volledig aan zijn gezag te hebben onttrokken, terwijl de burgers de dienst uitmaken. In werkelijkheid zijn we getuige van een keerpunt in de geschiedenis. Dat de koning zich überhaupt met de zaak bemoeit, geeft aan dat er verandering op til is. Zelfs de Vlamingen moeten toegeven dat het graafschap een koninklijk leen is. Ze eisen het recht op zelf hun graaf te mogen kiezen. Plots blijkt de kracht van de steden, die nog maar kortgeleden tot bloei zijn gekomen. Maar ze erkennen wel dat bij de overdracht van het graafschap het zogenaamde ‘verheffingsgeld’ verschuldigd is, al hoeft dat in hun ogen niet meer te behelzen dan een symbolisch geschenk aan de leenheer: een wapenrusting.

De Middeleeuwen een kleine geschiedenis - Frank Tang
De Middeleeuwen een kleine geschiedenis – Frank Tang
Deze geschiedenis, opgetekend door de klerk Galbert van Brugge, wijst op een belangrijke ontwikkeling uit deze tijd: het voorzichtige herstel van het koninklijk gezag. Deze ontwikkeling zou uitmonden in de territoriale of dynastieke koninkrijken van de latere Middeleeuwen, de voorlopers van de moderne Europese staten. Een belangrijk onderdeel van dit proces vormde het versterken van de leenband tussen de kroon en hoge edelen.

~ Frank Tang

Dit artikel is afkomstig uit het boek De Middeleeuwen, een kleine geschiedenis

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

×