Op 29 juni 1904 deed veenarbeider Hilbrand Gringhuis een bijzondere ontdekking. Terwijl hij in het Weerdingerveen aan het turfsteken was, stuitte hij op twee gemummificeerde lijken. De veenlijken werden bekend als het Paar van Weerdinge.
Aanvankelijk dachten onderzoekers dat het om een man en een vrouw ging. Hierdoor werd enige tijd zelfs gesproken van het ‘Echtpaar van Weerdinge’. DNA-onderzoek toonde later echter aan dat het om twee volwassen mannen gaat, met ieder een andere moeder. Bij de lijken werden geen gebruiksvoorwerpen aangetroffen. En kleding werd ook niet gevonden. Om de een of andere reden werden de mannen naakt in het veen achtergelaten.
Vermoord?
Berichten over de ouderdom van de mannen variëren nogal, maar over het algemeen gaat men ervan uit dat het Paar van Weerdinge rond het begin van onze jaartelling overleed. Hoe de twee mannen om het leven kwamen, is niet bekend. Over de rechter persoon wordt wel gezegd dat deze mogelijk werd vermoord. Rond de hartstreek werd bij hem namelijk een kleine opening aangetroffen, mogelijk afkomstig van een messteek. Aangezien vrijwel alle botten zijn vergaan, konden die niet meer worden onderzocht op breuken. Door de zuren in het veen zijn wel enkele organen bewaard gebleven.
De huid van de twee mannen was zo soepel dat ze na de ontdekking op elkaar konden worden gelegd om vervolgens opgerold te worden. De lijken werden hierna in een kistje gelegd en naar het lijkenhuis van Nieuw Weerdinge gebracht. Tegenwoordig is het Paar van Weerdinge te bewonderen in het Drents Museum.