Bij Centre Céramique in Maastricht is vanaf begin april een fototentoonstelling te zien over de pater Castorius Groothuis die zich in het najaar van 1945 vestigde in het verpauperde Stokstraatkwartier in Maastricht. Centre Céramique over de tentoonstelling:
Op 1 september 1945 sjokt paard Frits de Maastrichtse Plankstraat binnen. Op de wagen daarachter – tussen de melkman en zijn vrouw – maakt de 33-jarige pater Castorius Groothuis zijn entree in het verpauperde Stokstraatkwartier. Hij komt buurthuiswerk
verrichten, dat hij zelf ziet als “de mooiste kans om het probleem van de onmaatschappelijkheid te bestuderen”.
Binnen een paar minuten weet de Hengelose geestelijke waar hij terecht is gekomen. Als de melkman tegen een bewoonster zegt dat de pater hier komt wonen, antwoordt ze:
Die is dan zeker gek. Hij kan beter bij de pastoor intrekken, daar kan hij ook wijn zuipen. Ze hebben er hier vorige week nog eentje vermoord. Het mes lag bij mij op de stoep.
Maar al snel weet de zachtaardige franciscaan of bruine pater het vertrouwen van de buurt te winnen. De fototenstoonstelling Pater Castorius, herder van de Stokstraat is daar het bewijs van.
Op de bijna honderd foto’s is Castorius vaak het stralende middelpunt van de gezelligheid. Om hem heen lachende gezichten en saamhorige bewoners, die deelnemen aan de activiteiten die de pater organiseert. Toneel- en filmavonden, de hobby-, knutsel- en boksclub, sinterklaasfeesten, jeugdkampen … Steeds weer blijkt dat Castorius op handen wordt gedragen. De wijze waarop hij omgaat met de bewoners in de Maastrichtse vrijstaat, draagt voor een groot deel bij aan zijn populariteit.
Geen cent te makken
Buurman wil hij zijn, een man die naast en niet boven de bewoners staat. Vanuit zijn kamertje in de Plankstraat ontfermt Castorius zich over de jeugd en de gezinnen die door werkloosheid, alcohol of stomme pech geen cent te makken hebben. Hij stopt ze hier en daar geld toe en pakt zijn rol op als bemiddelaar bij de Vincentiusvereniging, die vanuit de christelijke traditie liefdadigheid beoefent. Ook de gemeente biedt hulp, mede met het oog op de saneringsplannen voor de buurt.
Castorius vertrekt naar Didam
Tussen 1950 en 1973 wordt het Stokstraatkwartier flink gesaneerd en gerenoveerd. De bewoners komen terecht in de stadswijken De Ravelijn en Wittevrouwenveld. Ze keren niet terug, omdat de huren van de gerestaureerde huizen te hoog zijn. Pater Castorius blijft tot 1969 verbonden aan het Stokstraatkwartier. Dan vertrekt hij naar het Gelderse Didam, om daar pastoor te worden. In 1973 opent prins Claus de vernieuwde Stokstraat, tegenwoordig een van de deftigste winkelstraten in Nederland.
Het is nu zo net en schoon geworden, de buurt is nu helemaal niet meer oud. Maar de ziel van toen die is verdwenen en zonder die ziel is het zo koud.
….zo eindigt het lied van de Maastrichtse zanger Johnny Blenco over de Stokstraat. De fototentoonstelling poetst die romantische ziel weer helemaal op. Huub Reinders, verzamelaar, fotograaf en schrijver van het boek Herder laat je schaapjes gaan leverde het idee en de foto’s uit het archief van pater Castorius. Het boek ‘Herder laat je schaapjes gaan’ zal gedurende de tentoonstelling te koop zijn bij Centre Céramique en de (Maastrichtse) boekhandels.
De tentoonstelling Pater Castorius, herder van de Stokstraat loopt van 3 april tot en met 17 juni 2012