Mr. drs. Lodewijk Ekering (1889-1964) was in de eerste helft van de twintigste eeuw een begenadigd en populair predikant die aanstekelijk kon spreken en preken. Veel Nederlanders kenden deze confessioneel hervormde voorganger. Hij was een BN-er. Door zijn keuze voor de NSB viel Ekering echter van zijn voetstuk. Historicus en docent Henk Tijssen schreef een mooie biografie over het bewogen leven van Ekering, getiteld: NSB-predikant. Ds. mr. L.C.W. Ekering en zijn keuze voor het nationaalsocialisme (Uitgeverij Aspekt, 2016).

Opzet biografie
Tijssens biografie van Ekering – die hij samen met nog een ander boek op 11 mei aanstaande presenteert op het Hoornbeeck College in Kampen (Tijssens werkgever) – is thematisch-chronologisch opgezet en gebaseerd op uitvoerig onderzoek in diverse archieven en periodieken. Tijssen is thuis in de materie rond kerkelijke zaken en politieke partijen. Vanuit deze context slaagt Tijssen er uitstekend in Ekerings motivering om voor het nationaalsocialisme te kiezen in historisch perspectief te plaatsen. Ook noemt Tijssen een hele lijst andere – voornamelijk hervormde – predikanten die in de jaren 1930 en 1940 nationaalsocialistische sympathieën uitten. Prettig is, daarmee eindig ik mijn loftuiting, Tijssens schrijfstijl: lekker vlot en goed volgbaar. Al met al heeft het boek NSB-predikant mij dan ook geen moment verveeld.
Het boek is als volgt ingedeeld:
“Hoofdstuk 1 beschrijft Ekerings afkomst, jeugd- en studiejaren en predikantschap. Hoofdstuk 2 gaat dieper in op zijn antipapisme en zijn HGS [Hervormd Gereformeerde Staatspartij]-lidmaatschap. Hoofdstuk 3 handelt over de AVRO en Ekerings positie daarin. Hoofdstuk 4 gaat over de Orde van Getuigen van Christus (OGC) en in hoofdstuk 5 komt de nationaalsocialist Ekering aan bod. Ten slotte bespreekt hoofdstuk 6 zijn Werdegang: de zuivering en schorsing als hervormd predikant. Ook beschrijf ik hier zijn uiteindelijk veroordeling, vrijlating en levenseinde. Een namenlijst, literatuurlijst, archieflijst en afkortingenlijst complementeren het geheel.” (15)
Sociaal bewogen predikant
In 1908 haalde Lodewijk Ekering, hij woonde met zijn ouders en zus in Den Haag, zijn gymnasiumdiploma. Daarna ging hij theologie studeren aan de Universiteit van Leiden. In april 1913 begon Lodewijk zijn predikantschap, toen hij intrede deed in de hervormde gemeente Woubrugge (tot 1916). Daarna volgde Noordwijk aan Zee (1916-1921). Tijdens zijn periode in Noordwijkzette hij zich onder meer in voor nabestaanden van Nederlandse schepen die op mijnen gelopen waren – het was immers de tijd van de Eerste Wereldoorlog – en voor gezinnen die soms zwaar getroffen waren door de Spaanse Griep (1918-1919). Met deze sociaal bewogen houding maakte Lodewijk zich zeer geliefd in de kerkelijke gemeente.
Daarna volgde een lange periode van predikantschap in Amsterdam, waar hij diende van 1921 tot 1945. In deze tijd ontplooide Lodewijk allerlei kerkelijke en politieke activiteiten. Aanvankelijk was hij in politiek opzicht actief voor de Christelijk-Historische Unie (CHU), maar omdat deze partij in Lodewijks ogen te soft was gezien de toenemende katholieke invloed in de maatschappij, sloot hij zich aan bij de in 1921 opgerichte Hervormd Gereformeerde Staatspartij (HGS). Deze partij haalde bij de verkiezingen in 1922 een te laag stemmenpercentage (0.69 procent) om een zetel te bemachtigen, maar in 1925 lukte het wel om één zetel te winnen. Echt invloedrijk zou de HGS nooit worden. Lodewijk was zelf sterk antipaaps, toonde zich telkens sociaal bewogen en was maatschappelijk erg actief. Zo zat Lodewijk in het bestuur van het Amsterdamse Drankweer-Comité (ADC), een overkoepelend orgaan van drankbestrijders uit diverse kringen. En hij was betrokken bij de oprichting van een hervormd lyceum in Amsterdam, dat in september 1929 feestelijk geopend werd.
Radioman en NSB’er

“Wij weten, dat ds. Ekering er geen onvaderlandslievende meningen op nahoudt. Wij kennen nauwelijks iemand, die oprechter vaderlander is. Ds. Ekering heeft politieke denkbeelden (hij is lid van de NSB), die een groot deel van ons volk verfoeit. Maar daar heeft de AVRO zich niet mee te bemoeien.” (84,85)
Na een meningsverschil met het AVRO-bestuur, dat overigens niet over zijn politieke stellingnames ging, besloot Ekering in september 1939 op te stappen. De Tweede Wereldoorlog was net uitgebroken met de Duitse aanval op Polen. Tijdens de oorlog ontpopte Ekering zich – samen met dominee Boissevain van Leiden die de intellectuele bagage aanreikte, terwijl Ekering excelleerde in het spreken en preken – meer en meer tot nazidominee. Tijssen schrijft over Ekering:
“Onder de kameraden en kameraadskes was hij de meest geliefde NSB-predikant. Zijn preekstijl was helder en eenvoudig. de NSB-kerkdiensten werden over het algemeen niet zo goed bezocht, maar als Ekering er was, kon het druk genoemd worden. (…) Tot het eind van de oorlog trad Ekering op als bevestiger van kerkelijke huwelijken van NSB’ers en SS’ers.” (117)
Amsterdams tribunaal
Ekering gaf op allerlei momenten, ook al vóór de Tweede Wereldoorlog, blijk van zijn nationaalsocialistische sympathieën. Zo bracht hij als kerkelijk vertegenwoordiger op 26 oktober 1936, kort na een kranslegging door de marine, de Hitlergroet bij de graftombe van Michiel de Ruyter. Tijdens kerkelijke inzegeningen van nazihuwelijken, gedurende de wereldoorlog, bracht Ekering ook regelmatig de Hitlergroet.

“Hij kreeg vier jaar internering, waardoor hij onder meer in het beruchte Rhijnaauwen terechtkwam, met aftrek van de reeds in gevangenschap doorgebrachte tijd. Ook werd zijn actief en passief kiesrecht ontnomen en werd hem het echt ontnomen om het ambt van predikant te bekleden [dit laatste punt werd later geschrapt na kritiek van de hervormde autoriteiten hierop].” (171)
Slot
Tijssen eindigt met een aantal interessante conclusies. Zo stelt hij onder meer dat de hervormde predikanten die collaboreerden met de nazi’s, dit voornamelijk deden – hoe naïef ook – met de gedachte om christelijk Nederland te laten herleven met steun van de NSB en nazi-Duitsland. Ook vindt Tijssen het, in navolging van eerder (promotie)onderzoek van dr. E.G. (Ewart) Bosma, opmerkelijk dat “relatief gezien veel meer” predikanten uit confessioneel-hervormde hoek de nationaalsocialisten steunden, dan voorgangers uit bevindelijk-hervormde hoek.
Boek: NSB-predikant Ekering – Henk Tijssen