Ook al besefte ik het niet, eigenlijk ben ik in 2000 met het project begonnen. In dat jaar verscheen in de nieuwsbrief Telecombrief van mijn hand een serie van 24 columns over de geschiedenis van nieuwe media in Nederland. Dit gebeurde ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Media-Info/Telecombrief. In de periode 1980 tot 2000 heeft de redactie nauwgezet gerapporteerd over de convergentie tussen omroepen/uitgeverij, telecommunicatie en automatisering. In die reeks van 24 columns gingen de eerste vier over de voorgeschiedenis van de nieuwe media in Nederland; in de resterende twintig werden de ontwikkelingen jaar na jaar beschreven. De columns waren echter cameeën, waarin slechts een klein aspect ingekleurd kon worden tegen de grote hoeveelheid gegevens van dat jaar. Bovendien bood de volgtijdelijkheid geen mogelijkheid om te commentariëren op meerjaren trends.
In 2005 was het vijfentwintig jaar geleden dat de eerste online-informatiedienst voor consumenten Viditel gelanceerd werd. Hoewel de voorloper van KPN de dienst lanceerde, nam het bedrijf niet de moeite om er op een of andere manier aandacht aan te schenken. Ik heb toen een serie van 25 postings geschreven, in het Engels, op mijn blog Buziaulane. De serie is nog steeds een topper op het blog. Wederom merkte ik echter de beperkingen van ruimte en volgtijdelijkheid.
Het begin
Dat was het signaal om het boek te schrijven. Ja, een boek over nieuwe media en geen nieuwe media over nieuwe media; geen multimediaproductie over de geschiedenis van de nieuwe media over 75 jaar heen. Ik was me ervan bewust dat er een paar boeken waren over het begin van internet, maar realiseerde me ook dat er geen boek was over de pre-internet periode. Dat was het begin.
Aangezien ik niet over hard- en software schrijf, maar over de elektronische informatie-industrie koos ik 1967 als het begin van de elektronische informatie-industrie in Nederland. In dat jaar namelijk begon Dr. Pierre Vinken, de directeur van de wetenschappelijke uitgeverij Excerpta Media, een plan uit te werken om de redactie met een computer te ondersteunen. En in 1969 werd dit plan gerealiseerd. Maar het had ook zijn effect op de productiemethode van de Grote Spectrum Encyclopedie (1969-1979) en nog meer projecten.
Commericalisatie
Vanaf die periode begon de elektronische informatie-industrie op gang te komen. Uitgeverij Kluwer startte de ontwikkeling van de Juridische Databank. De NOS begon proeven met Teletekst en de PTT met videotex, een soort tweeweg teletekst. Het jaar 1980 was het begin van de commercialisatie van de elektronische informatiediensten. Op 1 april ging Kluwer met de Juridisch Databank voor advocaten, rechters en ambtenaren in de lucht. De NOS lanceerde op dezelfde dag Teletekst met een schaakpartij met wereldkampioen Max Euwe. En op 7 augustus lanceerde de PTT de videotexdienst Viditel voor consumenten en het MKB.
In 1985 kreeg de online-sector te maken met de ontwrichtende technologie van de compact disc. Deze technologie werd gezien als de technologie van de bevroren bandbreedte. Men kon online-bestanden van 600Mb vastleggen op een zilveren schijf. Dat was veel goedkoper in onderhoud en het stond voor de uitgevers van wetenschappelijke en vakinformatie gelijk aan het uitgeven van boeken en tijdschriften. Vanaf 1987 werden de uitgevers van tekstbestanden daarom actief op de CD-ROM. Intussen experimenteerde Philips met een schijf, de CD-interactive, die via de televisie afgespeeld kon worden. Mede door het invoeren van de multimediastandaard voor de PC werd de CD-ROM niet alleen populair voor tekstbestanden, maar ook voor multimediaproducties.
Hoewel de elektronische informatiediensten niet in korte tijd grootschaligheid konden bereiken, groeide langzaam maar zeker de elektronische informatiediensten in Nederland. In 1994/95 was er een omzet uit online-diensten van 635 mln. gulden (317 mln. euro) en uit de verkoop van CD-ROM en CD-i van 50 mln. gulden (25 mln. euro).
De ‘internet switch’
Maar dan breekt er interessante probleemstelling aan. Terwijl de Nederlandse elektronische informatie-industrie begint te groeien en omzet maakt, sluipt via de achterdeur van het academische netwerk SURF internet naar binnen. Eerst geruisloos bij jonge bedrijven, daarna met de nodige tam-tam vanaf 15 januari 1994 via het Amsterdams gemeentelijke project De Digitale Stad bij consumenten. Dan begint de internet switch.
In minder dan drie jaar zijn er 1 miljoen internetgebruikers, drie keer zoveel gebruikers dan er ooit voor videotex zijn geweest. Op 1 januari 1997 werden een internetdienst en een e-maildienst samengevoegd met Planet Internet, waardoor deze de grootste internetleverancier werd. En de videotexdienst verdween op die dag in een oorverdovende stilte. De grote vraag was: hoe kon dit zo snel gaan? Hadden de dinosaurussen van de nieuwe media niet door dat er een nieuwe technologie aankwam die minder kostte. Of lag het aan het aantal universiteits- en HBO studenten dat tijdens hun studie kennismaakte met internet?