De Radboud Universiteit Nijmegen heeft een vijftiende-eeuws boek met liturgische gezangen aangeschaft. Het werk is afkomstig uit de collectie van het voormalig vrouwenklooster Soeterbeeck.
Dat duidelijk zichtbaar is dat het gezangenboek gedurende honderden jaren intensief is gebruikt, maakt het boek wat de universiteit betreft alleen maar interessanter. “Het heeft de aantrekkingskracht van een ruïne”, aldus Johan Oosterman, hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit. Door het veel gebruikte boek
te bestuderen kan veel geleerd worden over het dagelijks leven van de gebruikers.
Het voormalige Augustinessenklooster Soeterbeeck, bij Ravenstein, tot 1997 bewoond door een gemeenschap van zusters, werd in 2000 eigendom van de Radboud Universiteit Nijmegen. Bij de koop inbegrepen was een collectie boeken en handschriften, die gedeeltelijk teruggaat tot het begin van het klooster, in 1448. De collectie is in de loop van de eeuwen voortdurend veranderd: er kwam nieuwe boeken bij, oude werden weggegooid of hergebruikt en andere raakten verspreid. Een van de boeken, een graduale (een boek met Latijnse gezangen voor de liturgie) kwam terecht bij een particuliere verzamelaar.
Dat boek, daterend uit de tweede helft van de vijftiende eeuw, is nu aangekocht. Het werk is tot
het begin van de twintigste eeuw veel gebruikt bij alle diensten en heilige missen. Opmerkelijk, want de gezangen in het boek stammen nog van voor het Concilie van Trente (1545-1563). Om de zogenaamde ‘pretridentijnse’ liturgie te mogen aanhouden, moesten de zusters toestemming vragen aan Rome.
In de twintigste eeuw gebruikten de zusters het gezangenboek niet meer. Vermoedelijk omdat het te verouderd en onleesbaar was geworden. Voor de zusters verloor het boek hierdoor zijn waarde. De eerste 75 pagina’s zijn dan ook uitgescheurd en vooral hergebruikt om andere oude boeken uit de Soeterbeeckcollectie op te lappen. Kaftjes zijn ermee verstevigd, gescheurde pagina’s gerepareerd: sporen van de ontbrekende pagina’s zijn op diverse plaatsen elders in de collectie terug te vinden.
Hoogleraar Johan Oosterman is blij dat het gezangenboek, of wat er van over is, is aangekocht door de Nijmeegse universiteit: “Zo’n boek heeft de aantrekkingskracht van een ruïne. Het bevat aantekeningen in de marge, doorhalingen, losse briefjes met aanwijzingen, prentjes, bladwijzers. Soms herken je het schrift van aantekeningen uit andere boeken. Soms weet je zelfs om welke zuster het gaat. Op één plek in het boek zat bijvoorbeeld een los blaadje ingespeld met een zilveren speld. Elders in de collectie was zoiets ook al eens gevonden, met eenzelfde speld. Dan weet je: sinds de achttiende eeuw zit dat briefje hier al in dit boek. Al speurend door de collectie krijg je zo zicht op hoe een religieuze vrouwengemeenschap met haar boeken is omgegaan – en dat in de loop van vijf eeuwen! Dat is uniek voor Nederland.”
De graduale is, samen met andere ‘doorleefde’ boeken uit de Soeterbeeckcollectie, vanaf 10 december tot eind februari te zien op een tentoonstelling in de Universiteitsbibliotheek van de Radboud Universiteit Nijmegen.