Reuzen hebben mensen steeds aangesproken. Reuzen zijn in de eerste betekenis van het woord niets anders dan grote, zeer grote mensen. De grootste man van de moderne tijd was de Amerikaan Robert Wadlow die in 1940 stierf: liefst 2,72 meter. De grootste vrouw van de moderne tijd was de Nederlandse Trijntje Kever uit Edam die in 1633 stierf: 2,54 meter.
Toch waren ze niet de bekendste grote mens. Die ‘eer’ is misschien wel weggelegd voor Goliath van David, voor zover hij werkelijk bestaan heeft. David leefde rond 1.000 vóór het begin van de westerse jaartelling en was de tweede koning van Israël en voorouder van Christus. Hij heeft Goliath, de vechtmachine van de Filistijnen, die volgens een antieke bron 2,85 meter groot was, in een tweegevecht verslagen.
Of zou Goliath slechts een mythisch wezen met een menselijk uitzicht, ontsproten aan menselijke fantasie, geweest zijn? Er zijn er velen geweest.
Ik denk aan reuzen die beschreven zijn in het Oude Testament en de Noordse Edda. Ik denk aan de Klassieke Oudheid met haar titanen, cyclopen, giganten reusachtige zeemonsters. Ik denk in het bijzonder aan de cycloop Polyfemos, die Odysseus en zijn reisgezellen in zijn grot op Trinakria, het huidige Sicilië, heeft vastgehouden. Odysseus is slechts door de reus dronken en blind te maken kunnen ontsnappen: het rotsblok dat de cycloop hem achterna wierp en dat de Griek net niet geraakt heeft, ligt nu nog in de Middellandse Zee net vóór Aci Trezza. Ik denk aan Atlas die misschien nog steeds de wereld op zijn schouders draagt. Ik denk aan de christelijke Christoffel die Jezus op zijn schouders gedragen heeft.
Ik moet het niet zo ver gaan zoeken. Het volstaat om naar Antwerpen te gaan. Op de Grote Markt staat het standbeeld van Silvius Brabo, een werk van Jef Lambeaux uit 1887. Brabo werpt een hand van Druon Antigoon weg. Aan Antigoon moesten de schippers die op de Schelde voeren, tol betalen. Antwerpen zou er haar naam door gekregen hebben. Ik denk aan Lange Wapper, een werk van Hubert Poels uit 1963, vóór het Steen aan de Schelde. Als kwelduivel maakte hij onder meer dronkaards het leven moeilijk.
Ik denk aan …
Ik wil het echter niet over buitengewoon grote mensen of mythische wezens hebben. Ik wil het hebben over de reuzen uit mijn jeugd die nog steeds in de straten dansen, of een soort van holle beelden die door mensen gedragen worden.
De eerste reus in die ‘hedendaagse’ betekenis lijkt maar één enkele keer gebruikt te zijn. Ik denk aan het Paard van Troje dat rond 1.200 vóór het begin van de westerse jaartelling samen met Agamemnoon, Menelaos en Achilleus en Priamos, Hektoor, Paris en de wonderschone Helenè een belangrijke rol in de Trojaanse Oorlog gespeeld heeft. Vreemd is dat het paard dat in de Ilias niet en in de Odusseia van Homeros in nauwelijks 18 verzen vermeld wordt, de wereld nu nog verbaast. Zou het meer dan 800 kilo wegende Ros Beiaard van Dendermonde dat door verschillende groepen van telkens 12 pijnders of dragers gedragen wordt, er een nakomeling van zijn?
De eerste reus in de huidige betekenis? Inderdaad, door zich in de holle buik van het houten paard te verbergen zijn enkele tientallen Grieken Troje binnengeraakt. Tijdens het overwinningsfeest zijn de soldaten uit het paard gekropen en hebben de poorten van Troje voor hun troepen geopend: snel was het gedaan met één van de beroemdste oorlogen uit de geschiedenis. Er is een klein onderscheid met nu. Het reuzenpaard werd niet van binnenin voortbewogen. Het werd in beweging gebracht door het voort te trekken of door aan de wielen te draaien.
De echt-hedendaagse reuzen die gemakshalve stadsreuzen genoemd worden, worden in volkse en religieuze optochten meegedragen. Het zijn grote, versierde poppen die meestal een persoon uitbeelden. Een stadsreus die vaak toebehoort aan een gilde, wordt gemaakt uit riet, rotan of kunststof waarover kledij getrokken wordt. Een interne structuur zorgt ervoor dat hij door pijnders kan gedragen worden. Het hoofd wordt gemaakt uit papier-maché of hout. Meer en meer wordt polyester gebruikt.
Men gaat ervan uit dat ze oorspronkelijk een religieuze, lees christelijke betekenis hadden. In processies maakten ze dan ook indruk op de gelovigen. Naarmate de kerk haar greep op het volk verloor, moesten haar reuzen plaats maken voor wereldse exemplaren die hun oorsprong in het ambachtsleven en lokale legendes vonden.
Ze zijn niet zo jong als men wel zou denken. Tijdsaanduidingen spreken voor zich. Pamplona had al drie reuzen in het begin de dertiende eeuw. Te Antwerpen dansten ze voor het eerst in 1398, te Barcelona in 1424, te Bergen-op-Zoom in 1447, te Ath in Wallonië in 1462…
De meesten werden naar aanleiding van het uitdragen van de ideeën van de Franse Revolutie over Europa vernietigd. Toch is er sinds de Middeleeuwen geen periode geweest zonder reuzen. Na de massieve vernietiging herleefden ze al snel.
Denk niet dat een gemeente maar één reus kan hebben. Niet zelden zijn er verschillende. Verschillende wijken of zelfs deelgemeentes kunnen er één hebben: Grembergen, een deelgemeente van Dendermonde, heeft er maar liefst twintig. Hier en daar duiken zelfs families op.
De reus is niet gewoon maar een pop. Hij is, en ik citeer Paul Spapens, de voorzitter van “Reuzenfederatie Nederland” (letterlijk) een gigantische uitdrukking van identiteit.
Het is dan ook niet meer dan logisch dat reuzen niet gemaakt, maar geboren en dan ook gedoopt of in bevolkingsregisters ingeschreven worden. Er zijn er die ambassadeur of zelfs ereburger van hun gemeente zijn.
In tegenstelling met mythische reuzen van wie begraafplaatsen onder dolmens, menhirs, grafheuvels of rotsen bekend zijn, sterven stadsreuzen niet. Ze hebben het eeuwige leven.
Reuzen kan men op alle werelddelen aantreffen. In Europa ‘lopen’ de meeste ‘rond’ in Vlaanderen met meer dan 1.500 reuzen en Catalunya met meer dan 1.800 activiteiten in 2011. Nederland dat in Friesland de meest-noordelijke reus heeft, is aan een heuse inhaalrace bezig: er zijn plannen om nog dit jaar in Overijssel 15 reuzen te bouwen.
Er is een grote verscheidenheid binnen het reuzenbestand: ze kunnen meer dan één kostuum hebben, ze kunnen prachtige kostuums hebben, ze kunnen meer dan tien meter groot zijn… In Catalunya heeft men een soort kleine reuzen, capgrossos (capgròs betekent letterlijk het dikkopje van kikker pad) of personen die zeer groot hoofd opzetten en als ‘masker’ gebruiken.
Meer en meer wordt er geëxperimenteerd met nieuwe middelen. In Nederland is er een reus met camera’s zodat de pijnders van binnenin kunnen zien hoe of waarheen ze moeten wandelen. Men bouwt er zelfs een reus met hydraulisch-beweegbare onderdelen.
Reuzen zijn echter geen goden, alweters of aldoeners. Zij die een bijzonder soort mensen zijn, hebben hun gebreken. Twee ervan: ze lezen, noch schrijven. Ze laten zich dan ook door gewone mensen bijstaan en zelfs vertegenwoordigen.
Op 28 januari 2012 hebben reuzen vertegenwoordigers van hun federaties naar Halle ten zuiden van Brussel gestuurd. De drie grote federaties, de Catalaans-Spaanse CIAG of “Cercle Internacional dels Amics dels Gegants / Círculo International de Amigos de los Gigantes” (“Internationale Kring van de Vrienden van de Reuzen”) met meer dan 25 aangesloten leden-landen, “Reuzenfederatie Nederland” en “Reuzen in Vlaanderen” hebben internationale samenwerkingsakkoorden afgesloten.
Doelstellingen: samenwerken over de grenzen, behouden en verspreiden van de reuzencultuur, verzamelen, inventariseren en ordenen van gegevens, verbroederen en uitwisselen van informatie, uitbouwen van portal en websites… Een nieuwe werkvergadering is al vastgelegd in Barcelona. Een congres zal in 2013 of 2014 te Brussel gehouden worden.
De stadsreuzen die het eeuwige leven hebben, hebben besloten om internationaal te gaan om op vreedzame wijze de wereld te veroveren.
- Informatie over reuzenfederaties:
- www.ciag.org
- www.reuzenfederatie.nl
- www.reuzeninvlaanderen.be