Het begrip revolutie wordt meestal gebruikt om een grote radicale verandering in een sociaal-politiek systeem mee aan te duiden. De geschiedenis kent legio voorbeelden, zoals de Franse Revolutie, die leidde tot de omverwerping van de monarchie en het zogeheten ancien régime, of de Industriële Revolutie, die een fundamentele verandering in economie en samenleving teweegbracht.
Het woord revolutie is afgeleid van het Latijnse revolutio, wat ‘omwenteling’, ‘ommekeer’ of ’terugkeer’ betekent en oorspronkelijk vooral werd gebruikt om de beweging van hemellichamen mee te beschrijven. Revolutie is het tegenovergestelde van evolutie: waar evolutie langzaam en stap voor stap plaatsvindt, zorgt een revolutie juist voor een snelle en abrupte verandering.
Voorafgaand aan sociaal-politieke revoluties is vaak sprake van sociale onrust, die daarmee de voedingsbodem kan vormen vormen voor de grote veranderingen. Het begrip revolutie wordt soms ook tactisch gebruikt door groeperingen die bijvoorbeeld met geweld een regime omver hebben geworpen. Achteraf kan men dan een poging doen de acties te legitimeren, door de omwenteling aan te duiden als een revolutie. Hierdoor wordt dan (soms onterecht) gedaan alsof het een noodzakelijke en gewenste verandering betrof die gedragen werd door grote delen van de bevolking.
Sociale revoluties
De geschiedenis kent ook veel voorbeelden van puur sociale revoluties, waarbij dus geen sprake is van de omverwerping van regimes of verandering van politieke structuren. Een bekend voorbeeld van een sociale revolutie uit de moderne tijd is de seksuele revolutie in de jaren zestig van de twintigste eeuw, waarbij traditionele normen rond seksualiteit, zwangerschap en relaties werden doorbroken.