Door ontkerkelijking sluiten in Nederland wekelijks ongeveer twee kerken hun deuren. Museum Catharijneconvent Utrecht en Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN) willen dat de waardevolle boedel van deze kerken bewaard wordt voor de toekomst en hebben daarom het project Roerend Religieus Erfgoed in Nederland opgezet.
Doordat er steeds minder mensen naar de kerk gaan, zien steeds meer kerken zich genoodzaakt de deuren te sluiten. Dit betekent echter niet altijd dat de kerken leeg komen te staan.
Voor de kerkgebouwen worden uiteenlopende nieuwe bestemmingen gevonden zoals cultuurcentra, woningen en winkels. Er moet echter ook geregeld een nieuw onderkomen gevonden worden voor de inboedel van de gesloten kerk- en kloostergebouwen. Het nieuwe project Roerend Religieus Erfgoed in Nederland moet voorkomen dat belangrijk religieus erfgoed verloren gaat. Museum Catharijneconvent Utrecht en de Stichting Kerkelijk Kunstbezit:
“Hoezeer sluitende of fuserende kerken en kloosters hun best doen om een nieuwe kerkelijke omgeving te vinden voor hun collecties, voor een steeds groter groeiende groep voorwerpen is simpelweg niet altijd meer een plek te vinden in Nederland. Verlies van belangrijk religieus erfgoed ligt dan ook op de loer.”
De twee instellingen beseffen dat het onmogelijk is voor alle volledige inboedels een nieuwe bestemming te vinden. Binnen het project Roerend Religieus Erfgoed in Nederland worden daarom twee plannen ontwikkeld: het Waarderingskader voor het Roerend Religieus Erfgoed en de Leidraad Afstoting Religieuze Objecten.
Met het Waarderingskader voor het Roerend Religieus Erfgoed wordt niet alleen gekeken naar de (kerk)historische en kunsthistorische waarde van de objecten, maar ook naar de betekenis die ze voor de geloofsgemeenschap hebben gehad:
“Juist bij religieuze objecten zijn het de verhalen over gebruikers die, op het eerste gezicht reguliere, objecten een bijzondere en betekenisvolle lading kunnen geven en die het de moeite van het bewaren waard kunnen maken. Om die reden zou, in het ideale geval, de culturele waarde moeten worden bepaald door de kerkganger zelf, in samenspraak met een erfgoedspecialist.”
Nadat de culturele waarde van de boedel is vastgesteld, wordt binnen het plan Leidraad Afstoting Religieuze Objecten gekeken welke objecten voor herbestemming in aanmerking komen. Delen van de boedel krijgen dan mogelijk een plek in een museum of in een ander kerkgebouw. Ook is het mogelijk dat objecten een plek krijgen in de zogenaamde migrantenkerken in Nederland of bijvoorbeeld verhuizen naar kerken in het voormalig Oostblok. In sommige gevallen kunnen objecten ook in aanmerking komen voor verkoop of zelfs vernietiging.