Het Rijksmuseum ontvangt uit particulier bezit twee bijzondere globes uit de Gouden Eeuw in langdurig bruikleen. De globes zijn tussen 1645 en 1648 gemaakt door de beroemde kaartenmakers Willem Janz en Johannes Willemsz Blaeu.
Op een van de globes – beiden zijn gemaakt van eikenhout, gips, messing en metaal – zijn de laatste ontdekkingen van verre landen en kolonies te vinden. Bijvoorbeeld ‘Nieu Nederland’ (het huidige New York) wordt vermeld. De andere globe, aan zogenaamde hemelglobe, toont planeten en sterrenbeelden.
Het Rijksmuseum:
“Alles aan deze globes is uitzonderlijk. De kwaliteit (superieur), grootte (68 centimeter diameter), het graveerwerk (dat een jaar werk gekost moet hebben) én de makers.”
Willem Jansz (1571-1638) en zijn zoon en opvolger Joan Blaeu (1596-1673) waren de belangrijkste en meest innovatieve kaartenmakers van hun tijd. Zij verzamelden gegevens die de Hollandse schepen vanuit de hele, toenmalig bekende, wereld mee terug namen naar Amsterdam. Vader en zoon Blaeu verwerkten deze gegevens op hun kaarten en globes.
Willem Blaeu produceerde in 1617 de eerste grote globes, zijn zoon Joan leidde het bedrijf toen de globes van het Rijksmuseum werden vervaardigd (1645-1648). De globes van de familie Blaeu sierden in de zeventiende eeuw bibliotheken van vorsten en universiteiten en dienden vaak als (diplomatiek) geschenk.
De globes zijn te bewonderen in de Zeezaal van het museum.