Het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis heeft een bijzonder archief met Mondriaanbrieven verworven. Het archief is afkomstig van mevrouw Cis Heijdenrijk-Osendarp die met haar echtgenoot Leo Heijdenrijk aan de basis stond van het Mondriaanhuis in Amersfoort.
Het archief bevat verschillende documenten die betrekking hebben op leven en werk van Piet Mondriaan en zijn tijd. Van bijzonder belang zijn 22 brieven van Mondriaan aan zijn vriendin Willy Wentholt uit de jaren 1918-1923. Chris Stolwijk, algemeen directeur RKD over de aanwinst:
“Deze aankoop is een cruciale toevoeging aan de grootste archiefcollectie ter wereld die het RKD reeds van Mondriaan en de kunstenaars van De Stijl bezit. De 22 brieven laten een kant van Mondriaan zien waar we weinig van weten en zijn daarmee van grote waarde voor het Mondriaan Editieproject”.
De brieven krijgen een plek in het meerjarige Mondriaan Editieproject dat het RKD samen met Huygens ING (KNAW) uitvoert. Een project waarin circa 1650 brieven en 70 theoretische en literaire geschriften van Mondriaan worden getranscribeerd, geannoteerd, gedigitaliseerd en vertaald in het Engels. Kunstwerken, personen en zaken waarnaar Mondriaan in de brieven verwijst, worden in het project wetenschappelijk ontsloten en geïllustreerd met bijvoorbeeld portret- en atelierfoto’s. Hierdoor moet een compleet beeld ontstaan van het kunstenaarschap van Piet Mondriaan, die op 1 februari 1944 overleed in New York.
Piet Mondriaan en Willy Wentholt
Willy Wentholt (1886-1957) was lerares Frans en leerde Piet Mondriaan (1872-1944) kennen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Samen volgden ze dansles in Amsterdam. Uit de brieven blijkt dat de relatie tussen Mondriaan en Wentholt verder ging dan een ‘gewone’ vriendschap. Meer dan andere brieven bieden ze volgens het RKD een blik in het diepere gevoelsleven van de kunstenaar. Zo schrijft Mondriaan onomwonden hoe hij de ideale liefde tussen man en vrouw zag – een ideaal dat Willy en hij uiteindelijk niet bij elkaar zouden vinden. Daarnaast geven de brieven een goed beeld van Mondriaans leven in Parijs, bezoeken van vrienden en kennissen en zijn vorderingen op het gebied van de nieuwste dansrages. Ook wordt duidelijk dat hij zich als abstract werkende kunstenaar tamelijk geïsoleerd voelde in Parijs, waar in de jaren na de Eerste Wereldoorlog de naturalistische kunst sterk aan populariteit won.
Het archief omvat nog meer belangrijke documenten zoals portretfoto’s van Piet Mondriaan en Willy Wentholt en diverse stukken van en over personen uit het artistieke milieu van Mondriaan. Van bijzonder kunsthistorisch belang zijn twee nauwkeurig bijgehouden inventarissen van de boeken- en kunstcollectie van De Stijl-dichter Antony Kok. Waardevol zijn ook vier zakagenda’s uit de jaren 1925 tot 1928 van de beeldhouwster Ella Hoyack, die onder meer enkele bezoeken aan Mondriaan documenteren.