Rotterdam is de eerste Nederlandse stad die kunstobjecten uit de koloniale tijd teruggeeft aan Indonesië. Het gaat om twee zogeheten singa-beelden uit Lombok en zesenzestig objecten afkomstig uit Zuid-Bali, die beheerd werden door het Wereldmuseum.
De restitutie maakt deel uit van het nationale beleid voor de teruggave van koloniale collecties en draagt volgens de gemeente bij aan “het erkennen en herstellen van onrecht dat de oorspronkelijke bevolking van voormalige koloniën is aangedaan”.
De objecten, waaronder ceremoniële wapens, sieraden en textiel, werden aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw tijdens militaire acties van het Nederlandse koloniale leger buitgemaakt.
De singa-beelden werden in 1894 meegenomen uit het paleis van Cakranegara op Lombok, terwijl de overige voorwerpen afkomstig zijn uit de collectie Puputan Badung, buitgemaakt in 1906 tijdens de verovering van Zuid-Bali.
Indonesië vroeg de objecten terug vanwege hun culturele en historische betekenis voor het land. Een deel van de objecten zal na ontvangst worden tentoongesteld in het Museum Nasional in Jakarta.