In Een geschiedenis van Rusland vult dr. Marc Janssen het in 1988 verschenen en 1994 uitgebreide werk aan van zijn leermeester, wijlen UvA-hoogleraar Russische geschiedenis en Ruslandkunde Jan Willem Bezemer (1921-2000). Hij heeft dit, op verzoek van uitgeverij Van Oorschot, gedaan met twee hoofdstukken over de presidenten Boris Jeltsin en Vladimir Poetin. En er is meer aan het boek toegevoegd.
Zie ook de themapagina: Geschiedenis van Rusland
In 1979 promoveerde Janssen bij Bezemer op het proefschrift Een showproces onder Lenin. Hij is in de voetstappen van zijn leermeester getreden en doceert momenteel Russische geschiedenis aan de UvA. Samen met Nikita Petrov publiceerde hij in Moskou een biografie over Nikolaj Jezjov, de staatsveiligheidschef van Josef Stalin.
Russische alfabet
Bezemers Een geschiedenis van Rusland werd indertijd lovend ontvangen en is nog steeds een standaardwerk op het terrein van de Russische geschiedenis. Met enkele aanpassingen door Marc Janssen – zo is de informatie over Stalins terreur geactualiseerd met informatie uit Oost-Europese archieven die na 1989 opengingen – en de invulling die Janssen geeft aan de contemporaine periode onder Jeltsin en Poetin.
Het boek is nog toegankelijker geworden door de bijlagen die Janssen heeft toegevoegd en die de tekst begrijpelijker maken. Zoals een transcriptie van het Russische alfabet, een chronologisch overzicht, stambomen van de Russische vorstenhuizen en een verklarende begrippenlijst.
Polonium-210
Dat Vladimir Poetin geen lieverdje is, weten we intussen wel. Meerdere repressiemaatregelen van Poetin – sinds hij in 2000 aan de macht kwam en in 2004 herkozen werd – , getuigen daarvan:
“Sinds Poetin heeft Rusland weer politieke gevangenen. Na rapportage van het dumpen van radioactief afval door de Russische vloot en andere overtredingen van internationale milieuregels zijn enkele milieu-activisten veroordeeld wegens het openbaar maken van staatsgeheimen (spionage). Voorvechters van mensenrechten staan eveneens in een kwade reuk. Contacten met buitenlanders worden soms gewantrouwd en de staatsveiligheidsdienst onderschept wel e-mail- en telefoonverkeer. Zeker in Tsjetsjenië zijn in de afgelopen jaren met martelingen, buitengerechtelijke executies en verdwijning de mensenrechten op grote schaal geschonden.” (394)
De betrokkenheid van de Russische veiligheidsdienst bij de executie van rebellenleiders uit Tsjetsjenië is geen geheim, maar het is schokkender dat ze vermoedelijk ook een rol hebben bij het letterlijk monddood maken van kritische politici en journalisten, evenals met de geruchtmakende moord op de naar Londen gevluchte ex-KGB-agent Alexander Litvinenko, die eind 2006 met polonium-210 werd vergiftigd. Deze zeer kostbare en moeilijk te verkrijgen radioactieve stof wordt vrijwel uitsluitend in Rusland vervaardigd. Janssen vervolgt:
“Kort voordat zijn ziekte zich openbaarde had Litvinenko een ontmoeting gehad met enkele voormalige KGB-collega’s, die tussen Londen en Moskou een heel radioactief spoor hadden achtergelaten.” (395)
Het repressielijstje zou natuurlijk nog gemakkelijk aangevuld kunnen worden met Pussy Riot, de Arctic Sunrise of de Oekraïne. Duidelijk is wel dat de belofte van Poetin die hij aan het begin van zijn presidentschap deed – dat er een ‘dictatuur van de wet’ zou heersen – niet is ingelost.
Boek: Een geschiedenis van Rusland. Van Rurik tot Poetin
Meer artikelen over de geschiedenis van Rusland